Het programma Sport & Bewegen in de Buurt (SBB) wil sport en andere beleidssectoren verbinden. Door sport als (bind-)middel te gebruiken hoopt minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te komen tot verbetering van de leefbaarheid en van de gezondheid van burgers. Dit lijkt een grote broek voor het relatief kleine beleidsterrein sport, maar past in een beleidsontwikkeling die in 1996 is ingezet door VWS-staatssecretaris Terpstra: de sport als instrument om beleidsdoelen te realiseren (Van der Poel, 2003).
In november 2015 stuurde minister Schippers van het ministerie van VWS een voortgangsbrief naar de Tweede Kamer waarin zij aankondigde dat het programma SBB zal worden verlengd tot en met 2018. Het programma bestaat uit meerdere subprogramma’s, waarvan de financiering van een groot aantal buurtsportcoaches (nu bijna 3.000 fte) in ongeveer 375 gemeenten in Nederland een belangrijk beleidsonderdeel is (zie Pulles, Van Lindert & Van der Poel, 2015).
‘Belangrijk onderdeel van de taak van buurtsportcoaches is het bevorderen van leefbaarheid en gezondheid’
Officieel zijn buurtsportcoaches: combinatiefunctionarissen met als specifieke opdracht het organiseren van een sport- en beweegaanbod in de buurt en het maken van een verbinding tussen sport- en beweegaanbieders en andere sectoren, zoals zorg, welzijn, jeugdzorg en kinderopvang en onderwijs. Er is altijd sprake van een combinatie met sport en bewegen (Sport & Bewegen in de Buurt, https://www.sportindebuurt.nl/buurtsportcoaches/wat-zijn-buurtsportcoaches/). Belangrijk onderdeel van de taak van deze werkers is dus het verbinden van sectoren, waarbij de bevordering van de leefbaarheid en de gezondheid voorop wordt gesteld.
Lokale partners
Gemeenten kunnen deze werkers inzetten dankzij een cofinancieringsregeling waarbij de rijksoverheid 40 procent van het budget voor de aanstelling van buurtsportcoaches voor haar rekening neemt. De overige 60 procent moet komen van gemeenten en van lokale partners.
Het programma SBB geeft sport daarmee een rol in de aanpak van grote thema’s als ziektepreventie en sociale cohesie in de wijk. Dit lijkt veel gevraagd voor een beleidssector die van rijkswege slechts een budget van zo’n 130 miljoen euro op jaarbasis ontvangt. Die bescheiden bijdrage weerspiegelt het gegeven dat sport vanouds een kwestie is van particulier initiatief, waarop het beleid meelift. Beleidseffecten hangen dus in grote mate af van de bereidheid van burgers en sportverenigingen om mee te werken aan de uitvoering van dit beleid.
Integraal beleid
In het verleden had een programma als Meedoen Allochtone Jeugd door Sport redelijk heldere beleidsdoelen, zoals in de naam van het programma al duidelijk wordt. Een dergelijk helder beleidsdoel ontbreekt echter in het huidige programma. De regeling biedt juist mogelijkheden voor lokaal maatwerk en lijkt vooral een impuls te willen geven aan lokale beleidsontwikkeling. Het is daarmee interessant om te zien hoe gemeenten dit beleid vormgeven en of er inderdaad sprake is van ontwikkeling van nieuw en meer integraal beleid. Zetten zij de sport in om verschillende beleidssectoren met elkaar te verbinden en hoe? En in hoeverre lukt dit eigenlijk?
Referenties
Pulles, I. Van Lindert, C. & Van der Poel, H. (2015). Voortgangsrapportage Monitor Sport en Bewegen in de Buurt 2015. Utrecht: Mulier Instituut.
Van der Poel, H. (2003). Ontwikkelingen in het sportbeleid. In: Breedveld, K. (red). Rapportage sport 2003. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Bas de Wit zegt
De mogelijkheid tot het bieden van lokaal maatwerk is juist een sterk punt van de impuls. Binnen de regio waarin wij werken spelen verschillende vraagstukken en bestaan er verschillen tussen gemeenten/dorpskernen/stadsdelen. De ruimte in de impuls biedt de mogelijkheid om het maatwerk hier te bieden. In de regio Zuid-Kennemerland worden sectoren met elkaar verbonden. Vanuit sport en bewegen zijn verbindingen gelegd met onderwijs, zorg, welzijn, kinderopvang en veiligheid. Concreet door onder andere meer sport- en beweegaanbod in deze sectoren, implementatie van ‘water drinken’ in de kinderopvang en welzijn, open club ondersteuning, uitwisseling GGZ en sport, terugdringen vandalisme en afvaloverlast.
John van Echtelt zegt
In Montfoort is de buurtsportcoachfunctie opgezet vanuit de visie ‘Samen Gezond Bewegen’. Onze maatschappelijke activiteiten worden niet alleen vanuit gemeentelijk beleid geïnitieerd, maar vooral ook door wat onze regiegroep belangrijk vindt. De vraag ‘In hoeverre dat lukt’ is lastig te beantwoorden. De vraag: ‘Welke praktische belemmeringen komen vrijwilligers van sportverenigingen (en buurtsportcoaches) tegen als zij dit beter willen doen, is in mijn ogen veel relevanter”. PS: Hier enkele voorbeelden van wat we hebben gedaan: http://www.debuurtsportcoach.nl/20/activiteiten/maatschappelijk