Beeld: Pixabay
Woensdag 21 mei was het weer Verantwoordingsdag: het jaarlijkse ritueel waarop de president van de Algemene Rekenkamer het financieel jaarverslag van het rijk aanbiedt aan de Tweede Kamer. Zoals ieder jaar lijkt echt publiek en politiek enthousiasme voor ‘woensdag gehaktdag’ uit te blijven. Is dat erg? Niet per se.
Verantwoordingsdag draait om terugkijken. De 400 miljard euro aan rijksuitgaven zijn keurig gecontroleerd door de Rekenkamer. Bij veel beleidsthema’s is onderzocht of het geld ook effectief is besteed. Zo bleek vorig jaar dat een extra investering van 35 miljoen euro in de bestrijding van drugssmokkel niet leidde tot meer resultaten. Maar echt betere besluiten komen niet voort uit het terugbladeren in jaarverslagen. Ze ontstaan door vooruit te denken, op het moment dat beslissingen worden genomen.
Het belang van anticiperend verantwoordingsbesef
Neem bijvoorbeeld de discussie over de benodigde miljarden voor de asielopvang. De druk op gemeenten en opvanglocaties is hoog, en het maatschappelijk draagvlak is kwetsbaar. Binnenkort moet de ministerraad knopen doorhakken over extra middelen, nieuwe spreidingsafspraken en tijdelijke noodlocaties. Dat is het moment waarop betrokken ministers zich moeten afvragen: ‘Kan ik dit straks uitleggen?’ Dát is verantwoordingsbesef [1]. Want juist dan, en niet achteraf — wanneer de noodlocaties al zijn ingericht en het geld is uitgegeven — kan verantwoording het verschil maken.
Wat wetenschap ons leert over verantwoording
Uit wetenschappelijk onderzoek in de sociale psychologie en bestuurskunde weten we dat anticiperen op verantwoording leidt tot betere beslissingen [2]. Mensen die weten dat zij hun keuzes moeten kunnen uitleggen, verzamelen meer informatie, onthouden deze beter en wegen belangen zorgvuldiger af. Onderzoek onder rechters en toezichthouders laat zien dat dit niet alleen in laboratoriumomstandigheden geldt, maar ook bij professionals van wie we altijd goede besluiten verwachten. Zelfs als de daadwerkelijke verantwoording nooit plaatsvindt, zorgt de verwachting ervan al voor meer kwaliteit.
De juiste vraag aan het kabinet
De vraag is dus niet: hoe krijgen we meer aandacht voor Verantwoordingsdag? De juiste vraag is: hoe zorgen we ervoor dat het kabinet nú goed nadenkt over beslissingen én over de uitleg die het daar later over moet geven?
De rol van een sterk parlement
Dat begint bij een sterk parlement. De Tweede Kamer moet durven doorbijten als dat nodig is. Kabinetsleden voelen meer verantwoordingsbesef tegenover een parlement dat daadwerkelijk beloont [3] of straft. En de Kamer heeft daar ook de instrumenten voor: van het recht op informatie tot aan de ultieme mogelijkheid om ministers naar huis te sturen. Die rechten moeten ook daadwerkelijk worden gebruikt — anders verdwijnt het verantwoordingsbesef vanzelf.
De rol van een sterk parlement
Dat begint bij een sterk parlement. De Tweede Kamer moet durven doorbijten als dat nodig is. Kabinetsleden voelen meer verantwoordingsbesef tegenover een parlement dat daadwerkelijk beloont of straft. En de Kamer heeft daar ook de instrumenten voor: van het recht op informatie tot aan de ultieme mogelijkheid om ministers naar huis te sturen. Die rechten moeten ook daadwerkelijk worden gebruikt — anders verdwijnt het verantwoordingsbesef vanzelf.
Inhoudelijke scherpte als voorwaarde
Minstens zo belangrijk is de inhoudelijke scherpte van de Kamer. Ministers voelen zich eerder aangesproken door een deskundig parlement dan door rituele vragen. Verantwoording vraagt niet alleen om politieke controle, maar ook om inhoudelijke tegenmacht. Om politici die hun dossiers kennen en beleid niet alleen beoordelen op incidenten, maar op structurele kwaliteit.
De blinde vlek van incidentpolitiek
Daar zit vaak de grootste blinde vlek in verantwoording. Te veel aandacht gaat naar fouten, incidenten en mislukkingen. Natuurlijk is het van groot belang dat er bij een affaire als het Toeslagenschandaal grondige verantwoording wordt gevraagd. Maar dat mag niet ten koste gaan van aandacht voor structurele taken van de overheid, zoals de staat van het onderwijs, de klimaatdoelen of de bestaanszekerheid van mensen. Juist daar komt verantwoordingsbesef het beste tot zijn recht – omdat het vooruit werkt. Iedere keer dat een Kamerlid terugkijkt op falend klimaatbeleid of onvoldoende armoedebestrijding, werpt dat een schaduw vooruit naar toekomstige besluitvorming.
Verantwoordingscultuur boven rituelen
Betere verantwoording is dus geen kwestie van meer rituelen, maar van een andere politieke cultuur. De aandacht voor Verantwoordingsdag zelf hoeft niet te groeien om te komen tot beter beleid. De derde woensdag in mei mag gerust een stille dag blijven – zolang het besef maar luid klinkt op de dagen dat echte besluiten worden genomen.
Voetnoten
[1] Overman, Sjors, and Thomas Schillemans: Toward a Public Administration Theory of Felt Accountability, Public Administration Review 82, no. 1 (2022): 12–22. https://doi.org/10.1111/puar.13417.
[2] Aleksovska, Marija, Thomas Schillemans, and Stephan Grimmelikhuijsen: Lessons from Five Decades of Experimental and Behavioral Research on Accountability: A Systematic Literature Review, Journal of Behavioral Public Administration 2, no. 2 (July 29, 2019). https://doi.org/10.30636/jbpa.22.66.
[3] Schillemans, Thomas, Sjors Overman, Paul Fawcett, Matthew Flinders, Magnus Fredriksson, Per Laegreid, Martino Maggetti, Yannis Papadopoulos, Kristin Rubecksen, and Lise Hellebø Rykkja: Understanding Felt Accountability: The Institutional Antecedents of the Felt Accountability of Agency-CEO’s to Central Government, Governance 34, no. 3 (2020): 893–916.
Geef een reactie