Ambtenaren volgen verkiezingen altijd met veel interesse: wie worden hun nieuwe bazen? Welke partijen komen in het kabinet? Wat betekent de uitslag voor de rijksdienst? Erik-Jan van Dorp pluisde de verkiezingsprogramma’s uit van de PVV, de VVD, het NSC en de BBB. De kans op vergaande verandering in de rijksdienst is in lange tijd niet zo groot geweest.
De Tweede Kamerverkiezingen van deze week wijzen op grote verandering. Niet alleen qua beleidsprioriteiten, maar ook qua bestuurscultuur omdat sleutelfiguren van het toneel verdwijnen en er nieuwe bestuurders (‘van buiten’) voor in de plaats komen. Het zijn veranderingen die herkenbaar zijn in meerdere Europese landen.
Minister-president Wilders
In Dienen en beïnvloeden, het boek dat Wim Kuijken met Paul ’t Hart in 2018 schreef, vertelt de voormalig topambtenaar over zijn tijd op het ministerie van Algemene Zaken in het roerige jaar 2002. Hij probeerde zijn medewerkers voor te bereiden op de eventuele ‘premier Fortuyn’, die de rijksdienst wilde uitbesteden aan Randstad. Toen in 2010 de PVV gedoogpartner werd van Rutte-1 vertrok directeur-generaal Annemieke Nijhof. Ik weet niet hoe men nu aankijkt tegen de mogelijkheid van minister-president Geert Wilders. Is men voorbereid op het omschakelen? Zo ver is het nog niet, maar sinds 22 november is er wel iets veranderd.
‘De PVV nam niets op in haar programma over benoemingsprocedures van topambtenaren’
Wat betekent de uitkomst van de verkiezingen voor de rijksdienst? Het is uiteraard nog te vroeg om daar iets definitiefs over te zeggen, maar de verkiezingsprogramma’s bieden een voorlopig inkijkje. Ik heb de verkiezingsprogramma’s van vier partijen bestudeerd met het oog op hun plannen voor de rijksdienst. Het zijn de programma’s van de PVV, de VVD, het NSC en de BBB die gezamenlijk een ruime meerderheid in de Kamer genieten. Samen sorteren ze voor op drie vergaande hervormingen.
- Andere benoemingen van topambtenaren
Volgens de VVD kan ‘Nederland […] zich gelukkig prijzen met hardwerkende, deskundige professionals in publieke dienst, met een groot hart voor de publieke zaak.’ Het NSC van Pieter Omtzigt stelt voor: ‘Wij willen de ambtelijke dienst hervormen. De selectie van topambtenaren moet voortaan weer plaatsvinden op basis van affiniteit met en (ervarings)deskundigheid op het betreffende beleidsterrein.’ Dit was onderwerp van onze evaluatie van de Algemene Bestuursdienst (2020). Die evaluatie was kritisch en stuurde aan op verbetering van de ABD. NSC daarentegen: ‘We schaffen daarom de Algemene Bestuursdienst (ABD) af. Bij de werving en selectie van topambtenaren wordt gekeken naar zowel de inhoudelijke deskundigheid als de competenties die bij goed ambtenaarschap passen.’
‘Het NSC legt nadruk op zowel ministeriële als ambtelijke verantwoordelijkheid’
De BBB legt de nadruk op het belang van praktisch geschoolde mensen op besluitvormende functies: ‘Het is belangrijk dat er meer […] mbo’ers betrokken worden in besluitvormende functies bij de Rijksoverheid. Barrières voor praktisch opgeleide mensen veroorzaakt door formele opleidingseisen nemen we weg.’ De VVD brengt nadrukkelijk ‘uitvoeringskennis’ en de rol van het bedrijfsleven in: ‘Naast de uitvoeringsambtenaren moeten ook (beleids-)ambtenaren en topambtenaren kennis hebben van de uitvoeringspraktijk. We scheppen meer ruimte voor stages bij uitvoeringsorganisaties en decentrale overheden. Het bedrijfsleven kan daarbij helpen. We voeren hervormingen door waar nodig.’ Volgens het NSC moeten de arbeidsvoorwaarden goed zijn: ‘Het dienen van de publieke zaak als ambtenaar is een grote verantwoordelijkheid en moet uitdagend en motiverend zijn; goede arbeidsvoorwaarden, opleidingen en loopbaanperspectieven zijn daarom cruciaal.’
De PVV nam niets op in haar programma over benoemingsprocedures van topambtenaren.
Concluderend:
- Hervormingen van de Algemene Bestuursdienst en topambtelijke benoemingsprocedures zullen onderwerp van de formatie zijn. Vergaande voorstellen zullen mogelijk op tafel komen.
- Gezien de ervaringen met populistische partijen andere Europese landen zal de ABD, of haar opvolger, extra alert moeten zijn op nieuwe topbenoemingen.
- Ministeriële en ambtelijke verantwoordelijkheid
Het NSC legt nadruk op zowel ministeriële als ambtelijke verantwoordelijkheid. Zij schrijft: ‘Onze Kamerleden zullen ministers en ambtenaren kritisch volgen op inhoud en resultaat, zonder politieke vooringenomenheid. We streven naar een leer- in plaats van een afrekencultuur, maar tillen zwaar aan het nemen van ministeriële verantwoordelijkheid.’ Ook BBB lijkt de leercultuur te omarmen: ‘We spelen open kaart en staan voor een open en transparante bestuurscultuur.’ Ook wil de BBB: ‘Er komt een einde aan de regel die ambtenaren verbiedt te spreken met Kamerleden en met lokaal verkozen volksvertegenwoordigers.’ Waarmee de Oekaze-Kok (nogmaals) echt verleden tijd lijkt. NSC vervolgt: ‘Onze Kamerleden staan voor een respectvolle omgang met inwoners, collega-parlementariërs, bewindspersonen en ambtenaren. De ambtseed is leidend.’
‘De ambtseed mag niet vrijblijvend zijn’
Bij NSC is echter ook ambtelijke verantwoordelijkheid een belangrijk punt. Zij beginnen vanuit de vernieuwde ambtseed: ‘Deze eed mag niet vrijblijvend zijn. Dat geldt extra sterk voor topambtenaren; er moeten ook consequenties zijn wanneer zij de ambtseed schenden. Als ultimum remedium mogen zij niet langer hun functie uitoefenen. De wetgeving over ambtsmisdrijven door politici en ambtenaren moet worden gemoderniseerd.’
Het tekent een paradoxale ontwikkeling. Enerzijds meer nadruk op leren in plaats van afrekenen. Anderzijds een vernieuwde nadruk op verantwoordelijkheid. Maar, ook ministeriële- én ambtelijke verantwoordelijkheid staan naast elkaar, inclusief eventueel ontslag bij het schenden van de ambtseed.
Concluderend:
- De partijen benadrukken leren en verantwoorden in de parlementair-departementale verhoudingen.
- Naast topambtelijke benoemingen lijkt ook topambtelijk ontslag onderwerp van de inzet van deze partijen.
- Bezuinigingen, maar de uitvoering wordt ontzien
De meeste partijen zijn relatief globaal in de financiële consequenties van hun plannen, maar bezuinigingen op de rijksdienst kunnen er zomaar onderdeel van zijn. De VVD: ‘De overheid zal moeten kijken of er bespaard kan worden.’ Het NSC: ‘Wij streven naar een reductie van het aantal ambtenaren bij de rijksoverheid, die tussen 2018 en 2022 met ruim 25.000 mensen is gegroeid.’ Zij vervolgt: ‘We zetten een stevige rem op externe inhuur en nemen waar nodig flexwerkers in vaste dienst, zodat deskundigheid en ervaring binnen de overheidsorganisaties blijven.’ En: ‘Daarnaast komt er een specifieke taakstelling voor departementen, die wordt gekoppeld aan het terugdringen van regels en administratieve lasten. Ook het aantal voorlichters en woordvoerders wordt verminderd. De Belastingdienst wordt ontzien en krijgt speciale aandacht vanwege de sterk verouderde ICT en het personeelsgebrek.’
‘Op allerlei publieke diensten komen mogelijk bezuinigingen’
NSC voegt toe: ‘We ontzien hierbij expliciet de uitvoerende organisaties zoals de Belastingdienst. We koppelen deze taakstelling aan het creëren van ruimte voor uitvoerende organisaties.’ Dit toont de nadruk op het belang van uitvoering en uitvoeringsorganisaties. De VVD schrijft ook: ‘De politiek moet de Belastingdienst daarom de ruimte gunnen om de basis op orde te krijgen. Daarbij focussen we op het verbeteren van de handhaving en de kwaliteit van de dienstverlening.’
BBB lijkt in te stemmen: ‘De krijgsmacht is geen beleidsorganisatie maar een uitvoerend apparaat. Het aantal bestuurs- en beleidsburelen in Den Haag wordt gestaag groter, terwijl de staven van de operationele commando’s […] sterk zijn afgenomen. BBB wil dat bevoegdheden, budgetten en middelen weer terugkeren naar daar waar ze het verschil maken.’
Ook het programma van de PVV lijkt bezuinigingen op allerlei publieke diensten te steunen.
Concluderend:
- Na jaren van groei lijken bezuinigingen op de rijksdienst weer een mogelijkheid. Dit legt een grote verantwoordelijkheid bij de minister van Financiën.
- De partijen zien het belang van kwalitatieve publieke dienstverlening (inclusief haar ICT-problemen & personeelsgebrek) en willen deze ontzien bij bezuinigingen.
Wat wil Wilders?
De verkiezingsprogramma’s van VVD, NSC en BBB bieden aanknopingspunten voor ontwikkelingen in de rijksdienst. Het PVV-verkiezingsprogramma biedt weinig aanknopingspunten voor de ontwikkeling van de rijksdienst. Of de plannen bewaarheid zullen worden is nog maar de vraag. De discussie over deze onderwerpen en de voorbereiding daarvan is in ieder geval geopend. Wat Wilders wil is nog onduidelijk, maar de kans op vergaande veranderingen in de rijksdienst is lange tijd niet zo groot geweest.
Henk Bruning
trainer inetgriteit & goed bestuur en HRM zegt
Goed dat Van Dorp deze voorzet geeft. Uiteraard hangen veranderingen in de lucht. De paradox tussen ‘leren’ en ‘een nieuwe nadruk op verantwoordelijkheid dragen’ zie ik niet. Zij liggen in elkaars verlengde. Vergeet niet dat Sandra Palmen voor NSC tweede kamerlid is geworden. Haar memo dat topambtenaren in de la legden maakte en maakt veel indruk. Dat was echt fout gedrag van ambtenaren en bestuurders. Ik was indertijd nieuwsgierig of deze fouten besproken zijn in het jaarlijkse beoordelingsgesprek en wat de consequenties waren voor (1) wat leren we ervan? en (2) de vraag: bent u wel geschikt voor deze functie? Misschien dat die gesprekken nog eens anoniem kunnen worden onderzocht.
Topambtenaren zullen met de nieuwe regering met vaker komen te staan afhoudende of bruuskerende ministers. Een nieuwe werkelijkheid die onderricht en een sterke ruggengraat (integriteit) vereist.
De conclusies van Van Dorp zijn nog voorzichtig. In mijn ervaring wil elke regering bezuinigen op de overheid, zonder al te veel gevolgen.
De conclusie van aandacht voor kwalitatieve verbetering van de publieke dienstverlening zie ik als een grote kans. Ongekend onrecht, de Groningse aardbevingstragedie en het migratiedebacle zijn terecht aangemerkt als grote missers. Ambtenaren zouden die handschoen kunnen oppakken en zelf al verbeteringen kunnen onderzoeken. Zij weten het beste waar bezuinigingen mogelijk zijn en waar in de uitvoering en handhaving versterking.
Tot slot: de VVD pleit voor meer kennis van het bedrijfsleven. Dat is echt een gotspe. In bijvoorbeeld de Schiphol kwestie waren en zijn topambtenaren van I&W twee handen op een buik met de directies van KLM en Schiphol. Dat gold en geldt ook voor die van EZ en de NAM. Om van Landbouw en mest frauderende bedrijven maar niet te spreken. Belangenverstrengeling ten top.
All over is mijn conclusie dat de komst van de PVV de aandacht voor dilemma’s, integriteit en goed bestuur doet groeien. Wat dat betreft is NSC met mensen zoals Palmen een uitkomst.
Mijn suggestie aan Van Dorp: nodig haar uit samen een artikel te schrijven. Succes.