In de tijd van Wim Kok was ons land wereldberoemd vanwege het poldermodel. Dit soort overleg bracht volgens onze regering allerlei goede resultaten, waarbij als belangrijkste voorbeeld werd gewezen op het Akkoord van Wassenaar (dat neerkwam op loonmatiging). Het laatste belangrijke resultaat was het nieuwe pensioenstelsel, wat helaas een duidelijk voorbeeld is van een tamelijk slecht resultaat. Je kunt je afvragen of het participatiemodel niet veel beter zou werken dan het poldermodel.
Dat poldermodel gaat over belangrijke zaken voor burgers (in uiteenlopende rollen, zoals werknemers, deelnemers, ondernemers), maar die worden er niet of nauwelijks bij betrokken. Het is vooral een veelgebruikte vorm van top-down beleidsontwikkeling waarbij in kleine kring wordt uitgemaakt wat goed is voor burgers. Daarbij wordt nogal eens als argument gehanteerd dat burgers onvoldoende inzicht hebben in de complexe systemen (die overigens onnodig complex zijn gemaakt), maar waarom zouden burgers niet kunnen meepraten over de uitgangspunten die aan dit soort systemen ten grondslag liggen? Natuurlijk zijn er allerlei deelbelangen, zoals die van jongeren tegenover die van ouderen, maar die kunnen juist in een participatieproces duidelijk naar voren worden gebracht.
Deelnemers van pensioenfondsen
Deelnemers van pensioenfondsen hebben geen enkele inbreng gehad in het 15-jarige proces dat tot de nieuwe Pensioenwet heeft geleid. Sterker, ook na invoering van deze wet wordt er alles aan gedaan om ze geen enkele ruimte te geven voor eigen keuzes. Iets vergelijkbaars zie je ook bij het polderoverleg over zzp’ers. Dat overleg geeft meer blijk van weerzin tegen zelfstandigen dan van opkomen voor hun belangen. Zzp’ers zelf werden er niet bij betrokken.
Zo zijn er veel meer voorbeelden te noemen, zoals de uitkomsten van cao-onderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers die door de regering vervolgens algemeen verbindend worden verklaard, waardoor zelfs bedrijven die niet zijn aangesloten bij vakbonden of werkgeversorganisaties verplicht zijn om zich aan een cao te houden waar ze niet om hebben gevraagd.
Deelnemers van pensioenfondsen hebben geen enkele inbreng gehad in het 15-jarige proces dat tot de nieuwe pensioenwet heeft geleid
Overigens slaat polderen niet alleen op sociaaleconomische onderwerpen, eigenlijk gaat het om alle situaties waarin organisaties die bepaalde (uiteenlopende) belangen vertegenwoordigen met elkaar overleggen over te nemen besluiten, maar sociaaleconomische onderwerpen trekken wel de meeste aandacht in de pers en media.
Stel nou eens dat er in voornoemde gevallen een participatieproces zou zijn geweest, wat zou er dan anders zijn gelopen? Dat kunnen we natuurlijk niet zeker weten, maar onderstaande veronderstellingen lijken ons tamelijk plausibel. En als die kloppen zou dat zonneklaar aantonen dat je beter kunt participeren dan polderen.
Participatieproces
Je had kunnen beginnen met deelnemers van pensioenfondsen te vragen hoe zij de problemen van het bestaande pensioensysteem beoordelen. Het belangrijkste probleem was de lage rekenrente die indexering tegenhield. Dat probleem was overigens veroorzaakt door invoering van de marktrente als variabele rekenrente. De marktrente kelderde in verband met het bestrijden van de kredietcrisis fors en dat legde de indexering volledig plat, terwijl ondertussen de rendementen van de pensioenfondsen op een hoog niveau bleven, ver boven die (kunstmatig) lage rekenrente. Deelnemers hadden kunnen betogen dat met een andere rekenregel voor een variabele rekenrente (bijvoorbeeld de helft van het gemiddelde rendement in de laatste 5 jaar) een hervorming in verband met dit probleem helemaal niet nodig zou zijn.
Een tweede reden was het stijgen van de levensduur. Maar deelnemers hadden kunnen aanvoeren dat dit in het oude stelsel geleidelijk aan al werd opgelost.
Een derde probleem was de ongelijke behandeling van jonge en oude deelnemers. Jongeren zouden waarschijnlijk kiezen voor gelijktrekking, maar oudere deelnemers hoogstwaarschijnlijk niet en zeker niet deelnemers van middelbare leeftijd vanwege de onzekerheid of zij voldoende gecompenseerd kunnen worden. Wellicht ook zouden deelnemers met suggesties zijn gekomen om dit probleem op een andere manier op te lossen. Vervolgens zou je aan deelnemers hebben kunnen vragen wat ze vinden van de diverse nadelen van een nieuw stelsel.
Een belangrijk nadeel betreft de hoge transitiekosten. Het opdelen van de pensioenreserves in miljoenen individuele potjes kost tientallen miljarden. Een tweede nadeel is dat deelnemers van middelbare leeftijd zoveel mogelijk moeten worden gecompenseerd. Een derde nadeel is dat er meer onzekerheid komt. In goede tijden komt er meer verhoging, maar in slechte tijden meer verlaging. Wegen deze nadelen wel op tegen de (vermeende) voordelen?
Ten slotte had een maatschappelijk debat met deelnemers in plaats van polderoverleg waarschijnlijk heel wat meer punten naar voren gebracht die tot gewenste veranderingen hadden kunnen leiden.
Mening van deelnemers van pensioenfondsen
Wat vinden deelnemers ervan dat pensioenfondsen zoveel geld besteden aan tussenpersonen om tot optimale rendementen te kunnen komen? Rustiger beleggen kost veel minder en is minder riskant.
Wat vinden deelnemers van hun gebrek aan keuzevrijheid? Waarschijnlijk zouden de meeste deelnemers meer keuzevrijheid willen. Als iedere deelnemer in het nieuwe stelsel een eigen potje krijgt had dat best gekund. Wat zouden deelnemers bijvoorbeeld vinden van de mogelijkheid om het eigen pensioenpotje deels te kunnen gebruiken voor een sabbatical?
Als je voor de pensioenleeftijd overlijdt, mag een deelnemer die lang leeft gaan genieten van jouw potje. Wat vinden deelnemers daarvan?
Als je voor de pensioenleeftijd overlijdt, mag een deelnemer die lang leeft gaan genieten van jouw potje. Wat vinden deelnemers daarvan? Ondernemers en zzp’ers bouwen wel een pensioenpot op die na een voortijdig overlijden doorschuift naar de erfgenamen, wellicht zouden de meeste mensen dat liever ook zo willen. Erfgenamen kunnen dat geld vervolgens in hun eigen pensioenpot stoppen. Je kunt het als een nadeel zien dat een langlevende dan zuiniger moet omgaan met zijn/haar pensioen, maar waarom zou een langlevende niet langer (parttime) kunnen doorwerken?
Een regeling met betrekking tot vervroegd pensioen voor zware beroepen had ook veel eerder besproken kunnen worden en wellicht zou dan tevens meer duidelijkheid zijn verkregen over de kenmerken van zware beroepen.
Participatieproces voor zzp’ers
Hoe kijken zelfstandigen aan tegen de bewering dat in veel gevallen sprake is van schijnzelfstandigheid? Afgaande op interviews met hen lijkt het er bepaald niet op dat zij graag in dienst willen komen bij hun opdrachtgevers. Vakbonden spreken van uitbuiting, maar wekken vooral de indruk dat zij de betreffende werkers terug in het hok willen waar vakbonden wat te zeggen hebben.
Eigenlijk zouden vakbonden ook zzp’ers met een hoger tarief in dat hok willen hebben, maar het argument van uitbuiting kunnen zij in dit geval niet gebruiken. Voor duurdere zzp’ers geldt zelfs het omgekeerde argument: ze zijn duurder dan werknemers en bovendien kunnen ze vervelend werk uit de weg gaan. Of dat ook klopt, laten we maar even in het midden maar dit argument lijkt tamelijk strijdig met waar vakbonden voor zeggen op te komen, in elk geval zal het zzp’ers bepaald niet aanspreken.
Over de voordelen van zzp’ers voor de economie hoor je polderaars ondertussen weinig spreken, terwijl die er zeker zijn: geen leegloop, flexibiliteit, geen ontslagprocedures, geen ziekteverzuim, hogere werksatisfactie.
Dan is er ook lang overlegd over het gebrek aan arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers. Inmiddels is er een plan gekomen voor een verplichte basisverzekering voor zzp’ers, dat volgend jaar in het parlement zal worden behandeld. Het is niet uitgesloten dat zzp’ers hier wat in zien, maar ook op dit punt is hen niet gevraagd om mee te denken over deze kwestie. Waarschijnlijk had dit plan er anders uitgezien als dat wel zou zijn gebeurd.
Participatieproces bij cao-onderhandelingen
De vraag is of het in dit geval wel zou moeten gaan om een collectieve arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend wordt verklaard voor een hele bedrijfstak. Het lijkt logischer om bedrijven de keuze te geven om eraan mee te doen dan wel zelf tot afspraken te komen (bijvoorbeeld via overleg tussen directie en ondernemingsraad).
Los hiervan zou een participatieproces meer maatwerk kunnen opleveren voor de deelnemende bedrijven, waardoor bedrijven (binnen bepaalde grenzen) hun eigen voorkeuren kunnen volgen. Een bedrijf in een grote stad zal bijvoorbeeld gebruik van het openbaar vervoer willen stimuleren, terwijl een bedrijf op het platteland waar weinig openbaar vervoer beschikbaar is hier geen heil in zal zien.
Nadelen?
Zijn er dan geen nadelen verbonden aan participatie in vergelijking met polderen? Het lijkt zeker een nadeel dat er nog veel meer meningen op tafel komen, waardoor het een onoverzichtelijk proces dreigt te worden. Maar dat weegt wel op tegen het feit dat juist hierdoor alle belangen op tafel komen, waardoor een evenwichtiger oplossing kan worden bereikt. Onder burgers is trouwens veel relevante kennis aanwezig, via participatie kan gratis gebruik worden gemaakt van die kennis.
Waarschijnlijk zien bestuurders het als een uitholling van hun machtspositie, aan de andere kant kunnen zij er ook hun voordeel mee doen als hiermee betere resultaten tot stand komen.
Participatie staat grotendeels nog in de kinderschoenen, waardoor het niet makkelijk is om zo’n proces aan te gaan. Maar door er ervaring mee op te doen zal er steeds beter worden geleerd hoe je het goed kunt aanpakken.
Participatieprocessen kosten wellicht meer tijd dan polderprocessen, maar die tijd kan in latere fasen worden teruggewonnen omdat er minder klachten komen en er minder herstelkosten zijn.
Aan de slag
Een onderhandelingsproces over het pensioenstelsel dat 15 jaar heeft geduurd, een omstreden resultaat heeft opgeleverd en dat lang alle mogelijkheden heeft bekeken… Had niet beter gekund? Een langdurig volgehouden debat over de nadelen van zelfstandige arbeid (dat overigens de voortdurende groei van het aantal zzp’ers niet heeft tegengehouden), had dat niet anders gekund? Cao-onderhandelingen die voor veel bedrijven als een keurslijf voelen, zou dat niet beter kunnen? En zou participatie van de doelgroepen aan dat proces niet tot een beter resultaat hebben geleid?
Wat ons betreft zijn dit retorische vragen. Participeren levert volgens ons gewoonweg betere resultaten op, omdat al degenen om wie het gaat hun inbreng kunnen leveren. Het perspectief van de doelgroep is wezenlijk voor het ontwikkelen van goed werkend beleid.
Overheden, ga hiermee aan de slag!
Geef een reactie