De transparantie-eisen die aan ambtenaren worden gesteld maken het werk van voorzitter van de VOM en DG Bereikbaarheid Mark Frequin (IenM) er niet gemakkelijker op. ‘Als in een Wob-procedure al je mails, sms’en en apps openbaar kunnen worden, kan openheid juist leiden tot terughoudendheid en risicomijdend gedrag.’
Is er dan echt niets meer heilig? Dat verzuchtte Mark Frequin begin van dit jaar in een scherpe column op dit platform. Hij had het over het feit dat ook snelle berichten als apps, sms’en en tweets openbaar gemaakt kunnen worden in een Wob-procedure of parlementaire enquête. ‘Het lijkt alsof de golf van openbaarheid tsunamivormen begint aan te nemen,’ voegde hij eraan toe.
‘Het lijkt alsof de golf van openbaarheid tsunamivormen begint aan te nemen’
In zijn werkkamer op het ministerie van IenM licht hij zijn standpunt toe. ‘Natuurlijk is het een goede zaak dat iemand met een publieke functie verantwoording aflegt over zijn woorden en daden. Maar als alles wat je ooit hebt opgeschreven – of dat nu in een brief, e-mail, sms of app is – openbaar kan worden gemaakt, kan die eis tot openheid juist leiden tot terughoudendheid en risicomijdend gedrag. Dan denk je wel twee keer na voor je een sms verstuurd, maar bel je iemand even. Of je spreekt met iemand af in de parkeergarage, bij wijze van spreken. Dan kun je zelfs Deep Throat-achtige taferelen krijgen. Het tegenovergestelde van transparantie dus. Dat voel ik als een dilemma.’
Keerzijde
Hij herinnert zich de vragen in de parlementaire enquête naar aanleiding van de financiële problemen bij woningcorporatie Vestia nog goed. Hij was destijds DG op het gebied van Wonen bij BZK. ‘Die zaak kwam aan het licht op een zaterdag. Ik kreeg een mailtje van een medewerker en heb daar toen gelukkig meteen adequaat op gereageerd. Want tijdens die enquête werden al mijn e-mails opgevraagd. Als ik had teruggemaild “Kan dat niet tot maandag wachten?”, had dat later tot de nodige commotie kunnen leiden. Met krantenkoppen als: Top ministerie bagatelliseerde affaire-Vestia.’
Transparantie is een beetje een modewoord geworden, vindt Frequin. De norm is: ben je niet transparant, dan deug je niet. ‘Toch deelt niemand alles met iedereen, dus niemand is volledig transparant. Omdat volledige transparantie de doeltreffendheid in de weg kan staan. Soms kun je dingen beter even niet zeggen.’
‘Soms krijg je een beter resultaat als je even niet open bent’
Het verabsoluteren van transparantie – openheid als doel op zich – is doorgeschoten, vindt hij. ‘Natuurlijk moet ik me verantwoorden, maar ik moet ook kunnen zeggen dat openheid een keerzijde heeft. Denk na wat je met transparantie beoogt. Soms krijg je een beter resultaat als je even niet open bent.’
Lastiger
Het leven van de ambtenaar is lastiger geworden door de eis van transparantie, aldus Frequin. ‘Ik maak voortdurend afwegingen. Als ik een scherp advies geef, doe ik dat eerder onder vier ogen dan per mail.’ En neem zijn declaraties. ‘Iedereen mag al mijn bonnetjes zien, tenzij bijvoorbeeld een eetafspraak vertrouwelijk is. Dan wordt die naam zwartgelakt. Je riskeert daardoor dat bepaalde afspraken lastiger worden.’
Toch hoopt hij dat hij kan blijven schrijven wat hij wil, zegt hij even later. ‘Ik wil me niet aanpassen, ik wil mezelf blijven en niet krampachtig worden. Dus ik wil kunnen blijven appen en sms’en wat ik wil.’ Lachend: ‘Al zal ik de zin “Kamerlid X snapt er niks van” misschien veranderen in “Kamerlid X is zo intelligent dat ik hem niet begrijp”.’ De mogelijkheid dat alle correspondentie openbaar wordt, weerhoudt Frequin er wel van om zich op Twitter te begeven. ‘Dat medium is zo snel dat je gemakkelijk uit de bocht vliegt. Voor je het weet, heb je enorme koppen in De Telegraaf. Met Twitter loop je de kans dat je iets vindt of zegt over een kwestie voordat je precies weet hoe het zit.’
Ondergrondse activiteit
De verregaande plicht tot openbaarheid zal leiden tot sluiproutes, denkt Frequin. ‘Een collega van me gebruikte ten tijde van de Bijlmerramp eens de term ‘onder de pet houden’. Dat leidde tot een enorme rel. De kans dat je dan heel bedachtzaam wordt in je communicatie is erg groot.’ De kunst om gecodeerde berichten te verzenden, zal een grote sprong maken, voorspelde Frequin in zijn column. ‘Beleid maken wordt een ondergrondse activiteit.’
Is de Wob dan haar doel voorbijgeschoten? ‘Laat ik het zo zeggen,’ formuleert Frequin voorzichtig, ‘de Wob is een prachtig middel om zaken te reconstrueren. Maar we mogen ons wel afvragen of dit gerechtvaardigd is voor elke vraag. Het middel wordt flink opgerekt. Tegelijk vind ik dat we als overheid ook wat minder sloom en defensief moeten zijn in het openbaar maken van zaken. Als we dat actiever doen, wordt Wobben minder een dingetje.’
Dit interview is geschreven door Friederike de Raat en is ook verschenen in Publiek Denken, editie 5
Peter van der Knaap zegt
Mooie genuanceerde beschouwing van het dilemma tussen openheid en vertrouwelijkheid. Niet iedereen zal er zo goed mee om kunnen gaan als hier wordt beschreven en dat is zorgelijk voor de kwaliteit van ons openbaar bestuur.