Optimisme in sombere tijden


Nederlanders zijn somberder gesteld over hun samenleving dan de statistieken rechtvaardigen. Dat betoogt Peter Hein van Mulligen in Met ons gaat het nog altijd goed. 8 sombere mythes over Nederland ontrafeld, hier besproken door Lex Cachet. Cachet las het werk instemmend, maar mist een meer algemene reflectie op de waarde en beperkingen van statistieken. ‘Ook statistieken zijn sociale constructies’.

Ik kan er niets aan doen, maar bij het lezen van het boek van Peter Hein van Mulligen [1]schoot me de titel van een ander boek te binnen. Darell Huff schreef ooit (in 1954) een klassieker onder de titel How to Lie with Statistics. Daarin laat hij zien hoe (gemakkelijk) de argeloze burger om de tuin geleid kan worden met behulp van statistieken. Mark Twain populariseerde al veel eerder (in 1907) het adagium: ‘There are three kinds of lies: lies, damned lies and statistics’. Gelukkig niets van dit alles in het hier besproken boek van Peter Hein Van Mulligen. De enige overeenkomst is dat statistieken – met name CBS-statistieken – ook in zijn boek een belangrijke rol spelen. Van Mulligen doet een oprechte en mijns inziens geslaagde poging eerlijk te zijn met statistieken. Dat is maar goed ook, want hij wil nogal wat bereiken.

Sombere mythes
Centraal in dit boek staat het ontmaskeren van een aantal maatschappelijke mythes die ertoe bijdragen dat Nederlanders somberder over hun samenleving zijn dan ‘de feiten’ – ic. de statistieken – rechtvaardigen. In de woorden van voormalig SCP-directeur Paul Schnabel: “Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht” (p.9). Dat ontmaskeren van die mythes gebeurt aan de hand van de door sommigen zo verfoeide statistieken.
Van Mulligen – hoofdeconoom bij het CBS – maakt voor zijn project breed en creatief gebruik van het vele statistische materiaal waarover we tegenwoordig kunnen beschikken. Overigens moet ook hij, meer dan eens, tot de conclusie komen dat we toch nog een tekort aan cijfermateriaal hebben om alle vragen te kunnen beantwoorden. En de statistieken, die er wel zijn, vertonen meer dan eens tekortkomingen: ze zijn voor te korte perioden beschikbaar, voor sommige jaren of periodes ontbreken gegevens en de onderliggende definities en criteria veranderen te vaak, waardoor cijfers in de tijd onvergelijkbaar worden.

‘We zien het als collectief te somber in’

Als een ware ‘mythen jager’ – een rol die Peter Berger ooit voor sociologen claimde – houdt de econoom Van Mulligen ‘acht sombere mythes over Nederland’ tegen het licht en concludeert hij dat ze niet stroken met de cijfermatige werkelijkheid. De thema’s laten zien dat het hem niet aan lef ontbreekt. Een paar voorbeelden, hoe het volgens hem wel zit: economische groei is goed, de sociale ongelijkheid is niet toegenomen, de integratie van migranten is niet mislukt, gepensioneerden zijn rijker dan ooit, de criminaliteit is niet toegenomen maar afgenomen en de sociale cohesie is niet merkbaar minder geworden na de ontzuiling en door de individualisering. De somberheid van velen lijkt nog het meest gerechtvaardigd door de cijfers bij het thema milieu en klimaat (hoofdstuk 8) maar ook daar ziet de auteur toch veel lichtpuntjes. Ik geef onmiddellijk toe dat een opsomming als deze geen recht doet aan nuances, voorbehouden en details, waar dit boek van meer dan 300 bladzijden ook rijk aan is. Toch is en blijft het de kern van de boodschap: we zien het (als collectief) te somber in; de cijfers zouden ons anders moeten leren.

Laaghangend fruit
Van Mulligen is de laatste jaren de belangrijkste woordvoerder van het CBS in de media. Hij presenteert veel cijfermateriaal en onderzoeksresultaten en licht dat toe. Dat hij daar goed in is, blijkt ook in dit boek. Hij schrijft boeiend en begrijpelijk over ingewikkelde onderwerpen. Qua uitleg is hij de ideale schoolmeester (en dat is bedoeld als compliment). Zijn kennis en inzicht zijn merkbaar breder dan ‘alleen maar’ economie.
Dat veel mensen zijn optimistische en onderbouwde boodschappen toch niet zullen geloven ligt zeker niet aan de kwaliteit van zijn uitleg. Het heeft veel meer te maken met (voor)oordelen, emoties en de opmars van fake news. De aloude theorie van de cognitieve dissonantie leert dat mensen vooral bevestiging zoeken van hun al bestaande opvattingen en grote weerstand hebben tegen het accepteren van daarmee strijdige informatie (zie ook p.151). Voor wie toch een poging wil doen zijn eigen (voor)oordelen wat ter discussie te stellen, biedt dit boek een schat aan materiaal. Overigens is dat – zeg ik op basis van eigen ervaring bij het lezen van dit boek – lang niet altijd gemakkelijk.

‘Wat statistieken over ons zeggen is minder absoluut dan de auteur ons soms doet geloven’

In kritische zin beperk ik me tot twee kanttekeningen. Allereerst heb ik me afgevraagd of Van Mulligen niet wat al te bewust het laaghangend fruit heeft geoogst. Heeft hij niet wat al te gemakkelijk en strategisch gekozen voor breed omstreden thema’s waarover ook voldoende cijfermateriaal voorhanden is? Blijven andere actuele, maar wat abstractere, thema’s als verhuftering in het sociale verkeer, mogelijk minder vertrouwen in politiek en bestuur of herlevend nationalisme niet ten onrechte buiten beschouwing?

‘Ook statistieken zijn uiteindelijk sociale constructies’

Daarnaast zou ik wat meer reflectie op de waarde en de beperkingen van CBS-statistieken en statistieken in het algemeen zinvol gevonden hebben. Wat statistieken over ons en ons samenleven zeggen, is minder absoluut dan de auteur ons soms doet geloven. Ook statistieken zijn uiteindelijk sociale constructies. Onderdeel dus van wetenschappelijk en maatschappelijk debat en soms ook politiek omstreden. De vraag bijvoorbeeld hoe je armoede precies definieert kan grote gevolgen hebben voor je cijfers en conclusies. Dat geldt ook voor wat je wel en niet meetelt bij bijvoorbeeld bezit. En, hoezeer ik het ook eens ben met de conclusies over dalende criminaliteit, ook daar past de vraag of er niet aanzienlijke ‘dark numbers’ zijn, die noch in CBS-statistieken noch in slachtofferonderzoek zichtbaar worden.
Kritische kanttekeningen doen niet af aan het feit dat ik dit boek met veel plezier en vaak instemmend heb gelezen. De mythen jagende socioloog, die ik qua professionele vorming ben, kwam in dit boek van een econoom zeker aan zijn trekken.

Bibliografie
[1] Peter Hein van Mulligen, Met ons gaat het nog altijd goed. 8 sombere mythes over Nederland ontrafeld. Amsterdam: Prometheus, juni 2020. 320 pagina’s.

Platform O bestond in 2020 5 jaar. Aangezien er in deze vijf jaar veel is veranderd, zijn wij benieuwd naar de mening van onze lezers, zodat wij de kwaliteit en het leescomfort voor u kunnen vergroten. Vul hier de vragenlijst in over platform O.

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Lex Cachet
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*