De verkiezingen zijn voorbij, de formatie kan beginnen. Dat zal ongetwijfeld een lang en onzeker traject worden. Tijdens de formatiebesprekingen zal ook de rijksdienst aan de orde komen. In een column vorige maand voor het Montesquieu Instituut[1] heb ik laten zien dat de verkiezingsprogramma’s niet veel concreets bevatten als het gaat om de rijksdienst. Het bleef veelal bij de stelling dat de overheid (lees: de rijksdienst) kleiner moet maar wel beter moet functioneren.
Beeld: Pexels
Van de politiek moet de rijksdienst het niet hebben, was mijn conclusie. En mijn oproep was: maak als rijksdienst zelf een plan. Als dat goed in elkaar zit, kan het onderdeel worden van het regeerakkoord. Doe je niks, dan is het maar afwachten wat er uit de bus rolt. De kans is groot dat het dan blijft bij wat globale voornemens plus een stevige, via een kaasschaaf te realiseren bezuiniging. En dan is de rijksdienst niks opgeschoten. Sterker nog: verder van huis. Om de gedachten te prikkelen heb ik in een vervolgcolumn voor het Montesquieu Instituut[2] een paar suggesties gedaan voor zo’n plan.
Rijksdienst moet veranderen: kleiner en beter
Er is geen verschil van mening over de vraag of de rijksdienst moet veranderen. Dat gevoel leeft zowel in de samenleving en de politiek alsook bij de rijksdienst zelf. De rijksdienst is de afgelopen jaren qua omvang geëxplodeerd. De totale omvang was in 2017 ongeveer 110.000 fte. De laatste stand, medio 2025 is: 161.000 fte! Daarbij zijn naar verhouding vooral de kerndepartementen sterk gegroeid, 66 procent groei sinds 2017. Ook de externe inhuur is enorm toegenomen, van 1,3 miljard euro in 2017 naar 3,6 miljard in 2024, ver boven wat is toegestaan.
Er is geen verschil van mening over de vraag of de rijksdienst moet veranderen
Tegelijkertijd is er veel kritiek op de nog steeds bestaande verkokering, op het onvermogen om te komen tot adequaat beleid, op de afnemende deskundigheid en slagkracht. Op de grote overhead, op traagheid in het doorvoeren van veranderingen en onvoldoende inspelen op een digitale samenleving. Op gebreken in de uitvoering, op gemis aan maatwerk en gevoel voor goede dienstverlening. Vast wel wat op af te dingen, maar toch.
Maak zelf een plan
Daar moeten we wat mee. Ik heb vijftien hoofdpunten bedacht voor een plan. Ik zal ze niet allemaal noemen, daarvoor moet u de column maar lezen. Ik beperk me tot wat kernpunten. Uitgangspunt: maak een rijksdienst die opgewassen is tegen haar opgaven. Die kwiek en flexibel is, die alert is op de eisen van politiek en samenleving, die snel weet in te spelen op veranderingen. Die open, deskundig en slagvaardig is, maar ook gespitst is op goede dienstverlening. Een rijksdienst waar de rechtsstaat in goede handen is. En een organisatie is waar mensen met veel plezier en inzet werken, en vooral samenwerken. Een organisatie met zelfverdiend gezag. Wat te doen?
De organisatie: eenvoudig en overzichtelijk
Allereerst: de organisatie op hoofdlijnen. Geen grote herindelingen of nieuwe ministeries, twaalf à dertien werkt prima. Met hooguit een à twee ministers zonder portefeuille. Want die vorm is geen succes gebleken. Wel meer staatssecretarissen, want de politieke opgave is groot en kan best enige versterking gebruiken. En dan in twee categorieën, een paar zware en behoorlijk wat lichtere staatssecretarissen.
Maak verder de beleidskernen fors kleiner. Daar werken nu 19.000 ambtenaren, breng dat om te beginnen terug naar 15.000, de omvang van 2021. Creëer kleine, flexibele beleidsdirecties, maximaal 50 medewerkers, dat werkt beter dan heel grote. Pak de overhead – geschat op 50 procent – aan, die kan aanzienlijk verkleind worden. En halveer de externe inhuur, daar kun je honderden miljoenen besparen. Maak in het verlengde van de verkleining van de beleidskern de beleidsvoorbereiding en de adviesstructuur eenvoudiger. Wees voorts kritisch op programma’s en projecten. Die zijn vaak onbeheersbaar en in veel gevallen maar matig succesvol. En ‘stoppen’ is een woord dat ze bij projecten en programma’s niet kennen.
Zet de uitvoering (echt en niet alleen op papier) op 1
Geef veel meer aandacht aan de uitvoering. Van de uitvoering merkt de samenleving het meeste. Maar die is nog steeds ondergewaardeerd. Geef de uitvoeringsorganisaties de ruimte en het vertrouwen om hun werk te doen, maar stel hoge eisen aan hun prestaties en reken ze daar ook op af. Omarm het voortreffelijke rapport Inspiratie uit de toekomst (Staat van de Uitvoering), en ga niet weer allerlei nieuwe dingen verzinnen. Zet veel in op het vereenvoudigen van de uit te voeren stelsels, die zijn onwerkbaar geworden. Zowel burgers als medewerkers raken in veel stelsels de weg kwijt.
De Algemene Bestuursdienst
Reorganiseer de Algemene Bestuursdienst. De Topmanagementgroep, de SG’s en DG’s, is veel te groot geworden. Breng daarin een differentiatie aan tussen een beperkt aantal zware topambtenaren en een tweede categorie van minder zware functies. Pas ook het beloningsysteem aan.
Accepteer dat sommige ambtenaren meer verdienen dan een minister
Accepteer dat sommige ambtenaren meer verdienen dan een minister. De Balkenende-norm is een volstrekt politieke norm die niet bruikbaar is in een professionele omgeving. Pas ook het algemene beloningsysteem aan, door meer rekening te houden met arbeidsmarkt en prestaties. Stap af van het voornemen om het gesprek over de nieuwe cao te beginnen met de randvoorwaarde van een nullijn. Dat staat haaks op open arbeidsvoorwaardenoverleg. Investeer in de kwaliteit van medewerkers, met als leidraad het WRR-rapport Deskundige overheid. Prima rapport, hoef je niet nog beter te maken! Richt het opleidingsbudget daarop en laat het niet weglekken
Een directorium voor de rijksdienst
En tenslotte: belast het College van SG’s met de uitvoering van het plan. Maar benoem uit dat college een directorium bestaande uit de SG’s van AZ, BZK en Financiën dat bindende besluiten kan nemen over de rijksdienst (budget, omvang, ict, etcetera). Dat is beter dan een soort Raad van Bestuur van alle SG’s. Een Raad van Bestuur van twaalf of meer leden, dat werkt niet. Benoem in het directorium ook een aparte SG voor de rijksdienst, die de uitvoering van het plan overziet, de verkokering tegengaat, de kwaliteit van de rijksdienst bewaakt en de leiding heeft van de ABD.
Het zijn wat suggesties, er zijn ongetwijfeld nog andere dingen te verzinnen, mits ze concreet zijn en wat opleveren, ook budgettair. Belangrijkste is dat de rijksdienst zelf het initiatief neemt en niet in de verdediging gaat, een beetje mokkend over gebrek aan erkenning van politiek en maatschappij. Dat heeft geen enkele zin, sterker nog: werkt averechts. Ik denk dat je met zo’n plan je plaats in het regeerakkoord kunt verdienen. Het geeft perspectief op een beter functionerende overheid die bovendien minder geld kost. En waar het leuk werken is.
Voetnoten
[1] Montesquieu Instituut, Hofvijver, jaargang 15, nr. 169, d.d. 2 oktober 2025.
[2] Montesquieu Instituut, Hofvijver, jaargang 15, verkiezingsnummer 6, d.d. 27 oktober 2025.


Geef een reactie