Beeld Vecteezy
Over armoede wordt veel geschreven en gesproken. En er wordt ook veel aan gedaan door het rijk en vooral door gemeenten. Of al die acties ook succesvol zijn – mensen in ernstige armoede echt helpen – daar kan je wel enige twijfels over hebben. Armoedebeleid zou overigens niet het eerste – en vrees ik, niet het laatste – beleid zijn dat te weinig effect heeft of zijn doelen voorbijschiet.
Als het in de praktijk al zo moeilijk blijkt om iets aan armoede te doen, is er dan wel behoefte aan weer een boek over armoede? Tim ‘S Jongers vond van wel[1]. En kennelijk zijn veel mensen dat met hem eens. Zijn boek Armoede uitgelegd aan mensen met geld beleefde in zes maanden tijd negen drukken en leidde zelfs tot een theatershow, waarmee hij door het land trok. Kennelijk is er iets bijzonders aan zijn boek over armoede.
Harde boodschap
Eigenlijk zegt de titel Armoede uitgelegd aan mensen met geld het al. ‘S Jongers benadert armoede vanuit een ander perspectief. Vanuit zijn eigen perspectief; zijn eigen ervaringen als kind en jongere met diepe en langdurige armoede. In Nederland maar vooral in Vlaanderen.
Het grote probleem van beleid en beleidsmakers is volgens ‘S Jongers dat ze een vorm van ‘insider’-perspectief op armoede ontberen. Omdat ze niet of te weinig redeneren vanuit het perspectief van de (langdurig) armen zelf faalt veel beleid. Het is te weinig toegesneden op de echte noden en behoeften van arme mensen.
Die, best wel harde, boodschap loopt als een rode draad door zijn boek heen. Anders dan die beleidsmakers maakt ‘S Jongers juist wel gebruik van zijn eigen ervaringen om over armoede en armoedebeleid na te denken. Een beetje onvriendelijk gezegd, is zijn boodschap ‘je moet er zelf geweest zijn om erover mee te kunnen praten’.
Culturele factoren
‘S Jongers laat zien dat armoede veel meer is dan alleen maar een tekort aan geld (onder andere p.167). Armoede heeft een heel brede impact weten we inmiddels. Ook op levensstijl, gezondheid, levensverwachting en natuurlijk ook op kansen voor kinderen om vooruit te komen. Armoede is hard werken om nog een beetje rond te komen. ‘Arm zijn is een fulltimebaan’ (p. 42). Armoede wordt vaak ook van de ene generatie op de andere overgedragen. En, armoede werkt zelfs nog door op het moment dat je wel wat bezit: ‘Armoede gaat niet alleen over wat je hebt, maar ook over hoe je je voelt’ (p.128).
Je onttrekken aan armoede is moeilijk. Veel moeilijker dan veelal gedacht wordt. Het is niet alleen een kwestie van willen, van ‘als je maar genoeg je best doet’… het meritocratische perspectief. Het is ook een kwestie van kunnen, van je uitgangspositie of zoals ’S Jongers het noemt van de bodem die je hebt (onder andere p. 103). Die bodem wordt niet alleen gevormd door geld of gebrek aan geld; armoede. Ook kansen, mogelijkheden en relaties waar iemand wel of niet over beschikt spelen een belangrijke rol.
En zeker ook culturele factoren als taal, houding, gewoonten of maatschappelijke participatie. In termen van de beroemde Franse socioloog Pierre Bourdieu gaat het vooral ook om de vormen van sociaal en cultureel kapitaal waar iemand over kan beschikken (p. 76). ’S Jongers voegt daar, heel terecht, nog ‘instantiekapitaal’ aan toe: het kunnen omgaan met de bureaucratische doolhof aan regels, uitkeringen, ondersteuning etc. (p.80).
Twee werelden
Hoe moeilijk het voor veel mensen is om zich aan armoede te onttrekken en hoe hoog de persoonlijke kosten kunnen zijn, komt ook vaak naar voren in autobiografieën van maatschappelijke stijgers. Recent bijvoorbeeld in een prachtig boek van Edouard Louis[2]. Je ontworstelen aan een in alle opzichten arm milieu kan, zo luidt zijn boodschap, een hoge prijs hebben.
Je onttrekken aan armoede is niet alleen een kwestie van willen maar ook van kunnen
Of zoals ’S Jongers zijn eigen maatschappelijke stijging typeert: ‘In mijn geval voelde het niet alsof ik een ladder beklom, maar alsof ik in een donkere tunnel zat. ( ….) Bij elk stukje dat ik vooruit kroop, verloor ik ook iets van mezelf” (p. 98). Anders gezegd: leven in twee werelden: ‘Hoe kan het dat twee werelden die zo dicht bij elkaar liggen toch zo ver van elkaar af staan?’ (p.112).
Streetwise
Het boek van ‘S Jongers is gelardeerd met heel veel uiterst persoonlijke ervaringen van de auteur. Maar, tegelijkertijd, laat hij ook zien dat zijn ervaringen allerminst uniek zijn. Met ruim 400 noten slaat hij de brug naar een omvangrijk pakket onderzoek en publicaties over armoede. Op die manier toont hij ook hoe het unieke – zijn eigen levenservaring – wel degelijk model staat voor een veel algemener probleem.
‘S Jongers heeft gelijk als hij meer aandacht vraagt voor het perspectief van de armen zelf. ‘Over hen, zonder hen’ is nooit een verstandig vertrekpunt voor beleid. Maar ik vind ook dat hij een beetje overdrijft. Goede bestuurders en ambtenaren zullen zich vast wel voldoende in het perspectief van anderen – in dit geval armen – willen en kunnen verdiepen. ’S Jongers zelf heeft overigens grote twijfels of ze dat ook echt zullen doen (p. 112/113). Misschien helpt de trend om meer ‘streetwise’ ambtenaren in te zetten, zoals bijvoorbeeld bij VWS, een beetje in de goede richting (p.122).
De suggestie – hoe impliciet ook – dat je je alleen maar echt in het probleem kunt inleven als je het zelf aan den lijve hebt ervaren, lijkt me wat overdreven. Als dat waar zou zijn dan hebben we op heel veel beleidsterreinen een groot probleem. Maar voldoende aandacht voor het perspectief van direct betrokkenen zelf is en blijft wel van groot belang. Mede daarom zou dit vlot geschreven boek verplichte leesstof moeten zijn voor iedereen die iets aan ernstige armoede wil doen.
Voetnoten
[1] Tim ’S Jongers, Armoede uitgelegd aan mensen met geld. De Correspondent: 2024, 9e druk. 186 pagina’s.
[2] Edouard Louis: Veranderen: methode. Amsterdam: De Bezige Bij, 2024.
Voorzitter Stichting zegt
Waarde Lex Cachet, het is vandaag de eerste keer dat ik Plaform O bezoek. Dit nav een leerzame lunchafspraak met één van jouw collega’s Jan Soons uit den Bosch.
Even voorstellen:
Ik ben de initiatiefnemer en voorzitter van Het Nederlands Jeugd Ontbijt. Het Nederlands Jeugd Ontbijt brengt bij kinderen, waarvan de ouders aangeven over te weinig financiën te beschikken om hun kinderen iedere dag een ontbijt aan te bieden, wekelijks een ontbijttas met 7 gezonde ontbijtjes en vers fruit. Dat doen wij thuis, gratis en in anonimiteit. 52 weken per jaar. Op dit moment zijn wij actief in 29 gemeenten en leveren wij met zo’n 400 vrijwilligers ruim 3.500 ontbijtassen per week uit.
Maar nu de reden van mijn feed back:
Op een zeker moment stelde ik mijzelf de vraag: hoe kan het zijn dat ouders geen € 1,22 voor een gezond ontbijtje kunnen betalen? Daarop belde ik met het NIBUD.
En wat bleek?
In Nederland wonen 1,5 miljoen mensen, die met een problematische schuldenpositie worstelen. En nu komt het….: in 51% van die gevallen wordt die schuldenpositie veroorzaakt door het Boete op Boetebeleid van Belastingdienst, CJIB, UWV en Zorgverzekeraars.
Ergo:
het is onze eigen Nederlandse Overheid die de grootste armoedeveroorzaker is in ons land.
Graag tot verder overleg bereid.
En nu op naar een zonnig Carnavalsweekend in Oeteldonk.
Jacques Hendrikx Vz Nederlands Jeugd Ontbijt 0653187133 j.hendrikx@nederlandsjeugdontbijt.nl
Succes met uw nuttige werk. Het is helaas maar al te nodig.