Zorgen voor New Towns. Van groeikern tot aandachtsgebied is een verkennend onderzoek naar zogenoemde new towns. New towns zijn compleet nieuwe steden die vijftig jaar geleden werden ontworpen of kleine dorpen die in dezelfde tijd uitgroeiden tot middelgrote steden. Het onderzoek laat zien dat deze steden te maken hebben met unieke problematiek die vraagt om landelijke aandacht.
In de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw was er, net als nu, een groot tekort aan woningen; vooral in de grote steden. Dat tekort was niet of niet snel genoeg binnen de steden zelf op te lossen. Daarom werd besloten in de directe omgeving van de grote steden, op het grondgebied van buurgemeenten, nieuwe grootschalige woningbouwlocaties te ontwikkelen. Als overloopgebieden voor die steden. Meestal ging het om polders of landbouwgronden die in allerijl werden aangekocht, onteigend, bouwrijp gemaakt en bebouwd.
Hoogbouw werd daarbij niet geschuwd maar in de meeste gevallen ging het om grondgebonden eengezinswoningen. Dit zogenaamde groeikernenbeleid – later gevolg door de Vinex-locaties – was in die zin succesvol dat het inderdaad lukte om in relatief korte tijd veel woningen te bouwen. Dat kon onder meer omdat in de ‘lege’ polders niet of nauwelijks mensen woonden die bezwaar konden maken, zoals dat bij binnenstedelijke locaties – toen en nu – wel het geval is.
Groeikernen als vreemde steden
De groeikernen waren de Nederlandse versie van de new towns in onder meer het Verenigd Koninkrijk en de banlieue rond Parijs, al maakten die formeel deel uit van de grote stad. De groeikernen en new towns – als bijvoorbeeld Dartford bij Londen – waren zelfstandige gemeenten, al lagen ze dicht bij de grote stad. In Nederland gaat het om gemeenten als Spijkenisse (nu Nissewaard), Nieuwegein, Zoetermeer, Capelle aan den IJssel[1] en Almere.
Wat deze typen steden gemeen hebben, is dat ze in korte tijd ‘uit de grond gestampt’ zijn. Het zijn in die zin vreemde gemeenten doordat ze niet geleidelijk en min of meer organisch gegroeid zijn (cf. p.6). Een normale gemeente breidt zich vrij geleidelijk uit, er zijn oudere en nieuwere woningen, het voorzieningenniveau en het gemeentelijk apparaat groeien geleidelijk mee. De bevolkingsopbouw is min of meer evenwichtig. Niets van dat alles in de groeikernen. Snelle groei, lang achterblijvende voorzieningen, een gemeentelijk apparaat dat ‘achter de feiten aanhinkt’ en een vaak onevenwichtige leeftijdsopbouw, omdat veel jonge gezinnen opteren voor een grondgebonden woning in het groen, dat alles is kenmerkend voor de groeikernen.
Naarmate de snelle groei geleidelijk afneemt, nemen ook deze onevenwichtigheden enigszins af. Maar het is maar de vraag of de groeikernen daarmee ook ‘gewone’ gemeenten worden. Op die vraag probeert Zorgen voor New Towns. Van groeikern tot aandachtsgebied, een onderzoek in opdracht van de New Town Alliantie, een antwoord te geven.[2] De New Town Alliantie is het Nederlandse samenwerkingsverband en kenniscentrum van een zevental New Towns. Groeikernen.
Hoe het de groeikernen verder verging
Het rapport – een samenvattend overzicht van een aantal onderzoeken – probeert de vraag te beantwoorden of – en zo ja met welke – (specifieke) problemen de voormalige groeikernen worstelen. Zijn een halve eeuw later nog steeds de gevolgen traceerbaar van een snelle en onevenwichtige ontwikkeling?
Het antwoord op die vraag is zonder meer: ja. Ook na meer dan een halve eeuw kennen de voormalige groeikernen een geheel eigen problematiek. Fysiek omdat hele wijken tegelijk verouderen en (dus) de woonaantrekkelijkheid dreigt af te nemen of feitelijk afneemt (p.7). Sociaal onder meer omdat de new towns meestal weinig ‘eigens’ hebben (p.13,14), de woonaantrekkelijkheid onder druk staat en de bewoners weinig binding met hun stad – of is het nog een dorp? – ervaren. Een uitzondering op dat laatste vormde het eerste cohort dat naar de groeikernen kwam. Zij ervoeren (p.22) veel meer gemeenschapszin dan latere cohorten. Een soort pioniersmentaliteit omdat ze op hetzelfde moment met dezelfde problemen worstelden.[3]
De positie van de groeikernen staat inmiddels ook meer en meer onder druk als gevolg van de renaissance van de grote stad
De positie van de groeikernen staat inmiddels ook meer en meer onder druk als gevolg van de renaissance van de grote stad. Hogere-inkomensgroepen worden meer en meer verleid om terug te keren naar de metropool (p.18). Oorspronkelijk vooral naar de randen van de stad in de Vinex-wijken. Recent ook meer en meer naar de grootstedelijke centra. De concentratie van lagere inkomens in de voormalige groeikernen – omdat de stad voor hen in snel temp onbetaalbaar wordt – draagt bij aan de groeiende sociale problemen (hoofdstuk 7, p.35 – 36).
Zorgelijk
Al met al is het beeld dat uit dit rapport naar voren komt zorgelijk. De new towns scoren anno nu behoorlijk laag op vrijwel alle dimensies van leefbaarheid, cohesie, woonaantrekkelijkheid, veiligheid en bestaanszekerheid. Natuurlijk zijn er tussen de steden onderling verschillen maar die zijn eerder gradueel dan fundamenteel. Wat overheerst is een beeld van (snel) groter wordende fysieke en sociale kwetsbaarheid.
Greep krijgen op de vele informatie over de new towns, die dit rapport samenvat, is niet altijd even gemakkelijk. De samenvattende figuren zijn zo complex en ontoegankelijk dat een halve pagina legenda nodig is (p. 21) om ze enigszins te kunnen begrijpen. En ook dan zijn ze niet echt logisch. Wie bedenkt het om gunstiger scores in het rood en minder gunstige in het blauw weer te geven; contra-intuïtief lijkt me. Soms is de overdaad aan informatie dan ook nog voorzien van een overdaad aan niet-verklaarde afkortingen (p. 33/34). Het wordt de lezer niet gemakkelijk gemaakt en dat is jammer omdat het wel een interessant rapport is.
Dit rapport is interessant omdat het aandacht vraagt voor problemen waar de voormalige groeikernen meer en meer mee geconfronteerd worden. Doe er wat aan voor het te laat is, zo luidt de boodschap. Voorkom dat hier toestanden ontstaan, zoals in sommige Parijse banlieue. Zorg dat probleembuurten die er momenteel -zeker op het gebied van criminaliteit – zijn (p. 28; p.38), uitgroeien tot complete probleemwijken.
Het rapport is, meer in het algemeen, ook interessant omdat het iets leert over beleid. Het groeikernen-beleid laat zien hoe goedbedoeld en behoorlijk succesvol beleid ook onbedoelde, negatieve, effecten heeft. Succesvol en snel oplossen van de grootstedelijke woningnood – het doel van het beleid – leidt ook tot het ontstaan van gemeenten die toen en nu onevenwichtig zijn en een geheel eigen fysieke en sociale problematiek kennen. Om die problemen tijdig en effectief aan te pakken is weer nieuw beleid nodig; boemerangbeleid zoals wetenschapper Sharon Stellaard dat noemt[4]. Feitelijk is echter ook sprake van een drastische beleidswijziging – terug naar de grote stad; bouwen op binnenstedelijke locaties – die de positie van de voormalige groeikernen nog verder ondermijnt. Over perverse effecten van beleid gesproken.
Beoogde beleidseffecten
Al met al dus een lezenswaardig compact-rapport dat voor liefhebbers – via de achterliggende ‘dieptestudies’ – ook ruime mogelijkheden biedt om uitgebreider op zaken in te gaan. Conclusies en aanbevelingen – zowel aan de new towns zelf als aan het rijk – ontbreken evenmin, zij het dat de aanbevelingen wat plichtmatig en niet al te overtuigend overkomen (hoofdstuk 8).
En nu maar afwachten of het rapport ook de door de opdrachtgevers beoogde (beleids)effecten zal hebben.
Voetnoten
[1] Als gemeenteraadslid in Capelle aan den IJssel heb ik een groot deel van het groeikernenbeleid en de druk die dat op de gemeentelijke organisatie legde van dichtbij meegemaakt.
[2] Zorgen voor New Towns. Van groeikern tot aandachtsgebied. WijkWijzer, oktober 2024: https://www.wijkwijzer.org/kennis/zorgen-voor-toekomstbestendige-new-towns/.
[3] In veel groeikernen gold dat bijvoorbeeld voor het lange tijd nog ontbreken van allerlei voorzieningen. In sommige groeikernen vormden ook de oorspronkelijk torenhoge kosten van de stadsverwarming een probleem dat de nieuwe bewoners samen moesten zien op te lossen. Onder meer in Capelle.
[4] Zie: https://platformoverheid.nl/boemerangbeleid/.
Geef een reactie