De productiviteit van het Kadaster is tussen 2015 en 2019 met 13 procent toegenomen. De productiviteitsgroei is vooral aangejaagd door de groei van de dienstverlening, zoals het toegenomen aantal hypotheekinschrijvingen. De hoogconjunctuur in deze jaren speelt daarbij een belangrijke rol. Door de groei van de productie heeft het Kadaster de vaste kosten over meer eenheden kunnen verdelen.
Het Kadaster registreert en verstrekt allerlei gegevens over vastgoed (grond en gebouwen) en de inrichting van de openbare ruimte in Nederland, zoals ligging, eigendom en hypotheek. Daarvoor beheert het Kadaster openbare registers, werkt het de Basisregistratie Kadaster (BRK) en Basisregistratie Topografie (BRT) bij en verzorgt het landelijke voorzieningen van andere organisaties, zoals de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) voor gemeenten.
‘Waar het beleid vaak spreekt over doelmatigheid, gaat het eigenlijk om productiviteit’
Het Kadaster voert deze activiteiten als zbo zelfstandig uit, maar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) – en tot 2017 de minister van IenW – is politiek verantwoordelijk. Dit betekent onder andere dat het ministerie eens in de vijf jaar nagaat of het Kadaster doelmatig en doeltreffend functioneert. Deze evaluatie, over de periode 2015-2019, heeft onlangs plaatsgevonden. Het onderzoek voor het onderdeel doelmatigheid is door ons (IPSE Studies) uitgevoerd in opdracht van het ministerie van BZK (Niaounakis en Van Heezik, 2020). De doeltreffendheid en een aantal andere thema’s is onderzocht door ABDTOPConsult, dat ook het eindrapport van de wettelijke evaluatie heeft opgesteld (Riedstra en Van Dongen, 2021).
Hoe hebben we productiviteitsontwikkeling Kadaster gemeten?
Waar het beleid vaak spreekt over doelmatigheid, gaat het eigenlijk om productiviteit. Productiviteit is de verhouding tussen de geleverde productie en de (kosten van de) hiervoor ingezette middelen. Het weerspiegelt de kosten per eenheid product. Groeit de productiviteit dan dalen de kosten van de geleverde producten of diensten. Als de productiviteit afneemt stijgen de kosten per eenheid product/ dienst.
Om na te gaan of er is sprake is geweest van productiviteitsgroei- of krimp bij het Kadaster moeten we dus de ontwikkeling van de omvang van de productie (producten en diensten) afzetten tegen de ontwikkeling van de ingezette middelen. De productieomvang meten we aan de hand van negen producten (en diensten) van het Kadaster, zoals het aantal ingeschreven (hypotheek)akten en online verstrekte informatieproducten. Daarmee is zo’n 70 procent van de totale Kadasterproductie afgedekt. De ingezette middelen leiden we af uit de kosten van het Kadaster.
‘De productiviteitswinst is in de eerste plaats te danken aan de productiegroei’
Omdat de inzet van middelen per product verschilt, is het bij het optellen van de productieaantallen nodig de verschillende producten te wegen. Daarvoor maken we gebruik van de kostprijzen van de producten, waarin de ‘werklast’ per product tot uitdrukking komt. De door ons gemeten productie is dus de gewogen som van negen producten. Voor het afleiden van het volume ingezette middelen uit de kosten moeten de (nominale) kosten worden gecorrigeerd voor loon- en prijsontwikkelingen ofwel uitgedrukt in reële kosten. Dit doen we op basis van de prijsindexen van de verschillende kostensoorten (personeel, materiaal en kapitaal).
Productie, kosten, productiviteit
Figuur 1 brengt de resultaten van deze berekeningen in beeld. Daaruit blijkt dat in de periode 2015-2019 de productie van het Kadaster sterker groeit dan de kosten. Dat betekent dat de gemiddelde kostprijs van de Kadasterproducten in deze periode is gedaald en de productiviteit van het Kadaster dus is toegenomen. Ten opzichte van 2015 is de productiviteit met 13 procent gestegen. De gemiddelde kostprijs is met eenzelfde percentage gedaald.
Figuur 1 Ontwikkeling productie en kosten (links) en productiviteit (rechts) van het Kadaster, 2015-2019 (indexcijfers, 2015 = 100)
Invloed conjunctuur
De productiviteitswinst die het Kadaster heeft geboekt is dus in de eerste plaats te danken aan de productiegroei, die sterker stijgt dan de kosten. Deze productiegroei is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de gunstige economische ontwikkeling in deze periode. Zo neemt het aantal transacties op de vastgoedmarkt toe als gevolg van de hoogconjunctuur. Deze transacties zijn sterk bepalend voor de ontwikkeling van verschillende belangrijke Kadasterproducten, zoals het aantal ingeschreven (hypotheek)akten. Dat de kosten hiervan minder sterk toenemen, komt vooral doordat het Kadaster de vaste kosten over meer eenheden kon verdelen. Overigens is voor een deel ook sprake van productiegroei die niet-conjunctureel bepaald is, of in ieder geval minder gevoelig voor de conjunctuurbeweging.
Kwaliteit
Behalve naar de ontwikkeling van de productiviteit, hebben we ook gekeken naar de ontwikkeling van de kwaliteit. Ook daaruit komt een overwegend positief beeld naar voren. Zo is de tevredenheid van de particuliere klanten toegenomen. De tevredenheid van de zakelijke klanten is gedurende de onderzoeksperiode onveranderd gebleven.
Trends in Uitvoeringsorganisaties
Omdat ons onderzoek plaatsvond in het kader van de wettelijke vijfjaarlijkse evaluatie heeft de analyse zich eveneens tot een periode van vijf jaar beperkt. Dat is eigenlijk te kort om een goed zicht te krijgen op de achtergronden van de productiviteitsontwikkeling (zoals conjuncturele en structurele groei, schaal en innovaties). Wij raden dan ook aan om bij een volgende evaluatie de analyse van de productiviteitsontwikkeling over een langere periode uit te strekken, waarbij ook de effecten van een krimpend productievolume kunnen worden meegewogen. Deze aanbeveling is overgenomen door de minister van BZK (Tweede Kamer, 2021).
Momenteel is IPSE Studies, in vervolg op eerder onderzoek (Niaounakis & Van Heezik, 2019), bezig met onderzoek naar de lange termijn productiviteitstrends van uitvoeringsorganisaties, waaronder ook het Kadaster. De resultaten daarvan worden in de tweede helft van dit jaar gepubliceerd in het dashboard Trends in Uitvoeringsorganisaties (TiU) en zijn dan via een webapplicatie voor iedereen toegankelijk.
Conclusie
Het Kadaster heeft in de evaluatieperiode vanuit het oogpunt van productiviteit goed gepresteerd. De productiviteitsgroei gaat bovendien gepaard met een gelijkblijvende of iets toegenomen kwaliteit van de producten en diensten. Of de productiviteitsgroei ook in minder gunstige economische omstandigheden kan worden voortgezet is de vraag. Een analyse van de productiviteitsontwikkeling van het Kadaster op langere termijn kan helpen deze vraag te beantwoorden.
Literatuur
Niaounakis, T., & Van Heezik, A. (2020). Productiviteit Kadaster. Een analyse van de productiviteitsontwikkeling bij het Kadaster tussen 2015 en 2019. Delft: IPSE Studies.
Niaounakis, T. K., & Van Heezik, A. A. S. (2019). Op afstand de beste? Een analyse van de productiviteitsontwikkeling bij IND, CJIB, SVB, RDW en het Kadaster. Delft: IPSE Studies.
Riedstra, S., & Van Dongen, J. (2021). Wettelijke evaluatie Kadaster 2020. Den Haag: ABDTOPConsult.
Tweede Kamer. (2021). Vergaderjaar 2020-2021, 25268 Zelfstandige bestuursorganen, nr. 198, brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over rapport wettelijke evaluatie Kadaster. Den Haag.
Geef een reactie