Burgers verwachten in de coronacrisis leiderschap en sturing van de overheid. En de overheid levert: die neemt snel en besluitvaardig beslissingen, zonder het gebruikelijke eindeloze polderen. Zo wordt in deze rare tijden publiek leiderschap goed en positief zichtbaar.
Agenda voor Publiek Leiderschap, deel 13
In mijn zoektocht naar publiek leiderschap spreek ik met veel sleutelpersonen binnen en buiten de overheid. In die gesprekken doe ik veel ervaringen op, die ik omzet in een aantal observaties. Eerdere observaties plaatste ik al op platform O op 18 oktober, 7 november,22 november,28 november,6 december,13 december, 20 december,31 januari, 7 februari, 5 maart en 24 maart en 30 maart. Graag krijg ik reacties hierop om op basis daarvan een Agenda voor Publiek Leiderschap te kunnen opstellen.
Sinds wij in de coronacrisis verzeild zijn geraakt, beginnen wij elk betoog met de zin: ‘het zijn toch rare tijden’. Hierop wordt nog wel gevarieerd met zinnen als ‘het is een bijzondere tijd’ of ’tsjonge jonge, wat een aparte tijd’. Maar de kern is hetzelfde. Ons overkomt met de Covid-pandemie iets wat wij – althans de hele generatie van na de Spaanse griep – niet eerder meemaakten. Het is waarachtig een vreemde tijd!
Het hele maatschappelijke en economische leven is ontwricht. Alles staat op zijn kop. Onzekerheid en angst zijn, met dagelijkse berichten over opnames in ziekenhuizen en over toename van het aantal sterfgevallen als gevolg van corona, voelbaar aanwezig. Vragen over de duur en de verspreiding van het virus, de effecten op het economisch leven, de kans dat jij het zelf krijgt, de afstand die je moet bewaren ten opzichte van anderen, wat het betekent voor jouw toekomst, wanneer er een medicijn komt en meer van dit soort vragen overheersen het dagelijkse gesprek. Kranten en televisie zijn vrijwel alleen bezig met het virus en de effecten. Alle andere zaken zijn irrelevant geworden.
Sturing door de overheid
Van de overheid wordt daarom leiderschap verwacht. De overheid moet richting geven in deze periode van onzekerheid en onduidelijkheid. De roep om sturing door de overheid was gelijk groot. Met de stelling dat niemand anders dan de overheid de leiding kan nemen in deze onrustige en onzekere tijd, was de acceptatie van deze leiderschapsrol groot. En de overheid nam die leiding heel duidelijk. Met veel autoriteit werden en worden beslissingen genomen. In belangrijke mate door het kabinet, maar in goed samenspel met bijvoorbeeld burgemeesters en zorgdeskundigen. Beslissingen die een grote impact hadden en hebben op ons tot dan toe gewone leven, zoals een (intelligente) lockdown. Hierdoor werden zaken als naar school gaan, in de kroeg zitten, elkaar de hand geven, in het park met anderen wandelen of voetballen niet meer mogelijk. De overheid grijpt diep in op ons leven. Er is geen sprake meer van een overheid op afstand.
‘Er is bijna geen tijd om over de toekomst na te denken, alles draait om het hier en nu’
In mijn zoektocht naar publiek leiderschap heb ik de afgelopen maanden op platform Overheid observaties gedeeld over publiek leiderschap. Een aantal observaties gelden ook in deze pandemie-tijd. Zo is het nog steeds hijgen en hollen geblazen, waarbij zelfs achter de feiten wordt aangelopen. Er is bijna geen tijd om over de toekomst na te denken, alles draait momenteel om het hier en nu. Ook de pers is alom aanwezig. Het overheidshandelen wordt permanent kritisch gevolgd. Geen daad van de overheid blijft zonder kritische beschouwingen. En daarvoor zijn ook nu veel deskundigen beschikbaar. Alles ligt onder een vergrootglas, ook van het parlement. De dreiging van parlementaire enquêtes hangt al vanaf het begin in de lucht. Dus in zoverre is deze periode geen aparte periode, maar gelden veel observaties die ik eerder opdeed ook in deze periode.
Voorbij het eigenbelang
Tegelijkertijd zijn er ook dingen anders. Hiervoor benoemde ik al het actief opereren van de overheid. Er is nu geen sprake van een overheid op afstand. Het wordt niet aan de markt overgelaten, nee, de overheid grijpt zelf in in de economie. En zelfs diep. Van dichtbij zie ik dat opdrachten worden gegeven om mondkapjes te kopen. Ook worden bedrijfsrisico’s door de overheid afgevangen en beslissingen over productiecapaciteit voor beademingsapparaten neemt de overheid zelf.
Wat ook opvalt, is dat beslissingen heel snel kunnen worden genomen. De corona-druk is heel groot en dat betekent heel snel handelen. Dat kan de overheid in situaties van crisis blijkbaar heel goed. Niet langer meer eindeloos overleg, brede afstemming, voortdurend polderen of alles nog eens een keer goed uitzoeken. Nee, direct besluiten nemen. Onder het motto, liever achteraf sorry zeggen dan vooraf lang doen over toestemming vragen. De ernst van de situatie vraagt om kordaat handelen. Van veel aandacht voor systemen en risico’s van precedentwerking is nu het handelend vermogen van de overheid zichtbaar. Niet blijven hangen in de stroop, maar direct beslissingen nemen. Want dat vraagt de ernstige situatie waarin wij met zijn allen zitten.
‘Iedereen zet zijn of haar eigenbelang opzij en werkt samen aan de bestrijding van het virus’
Wat verder opvalt is de belangeloze samenwerking. Belangeloos in de zin, dat het doel van het bestrijden van het virus en de effecten van dat virus voor iedereen voorop staat. Iedereen zet zijn of haar eigenbelang opzij en werkt samen aan het bestrijden van het coronavirus. De samenwerking is er tussen alle partijen, publiek en privaat. De handen worden ineen geslagen tussen maatschappelijke partijen, bedrijven, kennisinstellingen en overheidsorganisaties. Grenzen doen er niet meer toe. En successen worden de ander gegund. Ook binnen de overheid is dat zichtbaar. Ministers en burgemeesters werken eendrachtig samen. Het gaat niet langer over bevoegdheden, maar om gezamenlijk optreden en optrekken. Ook tussen de departementen zie je volop dat elkaar steun wordt verleend, door eigen doelen ondergeschikt te maken aan doelen van het andere departement. Per ommegaande worden mensen aan het andere departement beschikbaar gesteld. Omdat het doel van het andere departement als belangrijker wordt gezien. Het blijkt mogelijk de ander iets ’te gunnen’. Competentiegrenzen zijn ineens niet meer relevant. Het gaat over het gedeelde doel en eigen belangen worden daar ondergeschikt aan gemaakt.
Tot slot is interessant dat alle beslissingen worden genomen op basis van de beste kennis die er voorhanden is. De premier baseert zijn besluiten op de verzamelde kennis van het OMT. Daarin is alle kennis verzameld die nodig is om het onbekende virus te onderkennen en te bestrijden. Nederland geeft weer ruimte aan kennis en accepteert de inbreng van deskundigen. Het RIVM is van ‘ook maar een mening’, zoals bij stikstof, veranderd in een gezaghebbend kennisinstituut. Natuurlijk was het RIVM altijd al gezaghebbend, maar het wordt nu breed erkend. Zelfs wanneer in de loop van de corona-periode inzichten veranderen, wordt dat gesnapt en geaccepteerd. Ook al klinkt af en toe de stem van deskundologen die er anders tegenaan kijken ook door. Dat is goed voor het challengen van kennis die wordt aangedragen. Goede tegenspraak blijft belangrijk. Maar interessant is om te zien, dat het niet blijft bij tik-takken, maar dat snel knopen worden doorgehakt op basis van wetenschappelijke inzichten van de kennisinstellingen, die daarvoor zijn opgericht, zoals het CPB en het RIVM.
Het is goed om te zien dat de overheid in crisistijd beschikt over vaardigheden en slagkracht die Nederlanders verwachten van een overheid: publiek leiderschap is zichtbaar in deze rare tijd.
Geef een reactie