Steeds vaker hoor ik dit jaar het zinnetje: maar hoe dan? Niet alleen bij moeilijke vraagstukken, maar ook op straat en zelfs in kinderboeken. Mijn kinderen gebruiken het inmiddels zelfs als stopwoordje als er iets bijzonders is gebeurd. Dit bracht mij op het idee om iets te schrijven over het oplossen van lastige vraagstukken of opgaven bij de overheid: maar hoe dan?
Mijn zoektocht begon bij John Cleese, bekend van zijn grappige sketches, zoals zijn Ministry of Silly Walks. Nu las ik deze zomer het inspirerende boekjeCreativity waarin hij uitlegt hoe hij aan zijn creativiteit komt. Creatieve gedachten ontstaan als je de tijd neemt om ergens over na te denken (en op te lossen) door het intelligente onderbewustzijn aan te zetten. Dit gebeurt vaak spontaan als je net wil gaan slapen of als je deze zomer even weg droomt van je boekje bij het zwembad.
Lastige vraagstukken vragen om creativiteit, omdat je namelijk met een creatieve geest veel beter vage onrust kan tolereren op het moment dat iets nog niet helemaal duidelijk is. Waarom is dit belangrijk? Te vaak zie ik dat overheden te veel in de waan van de dag zitten en te weinig tijd nemen om iets goed uit te denken.
Een goede eerste stap is als de overheid zich omvormt naar een Blended Government, wat inhoud dat de zij haar primaire focus heeft op samenwerking binnen en buiten de eigen organisatie. Er komt dan meer creativiteit, kennis en kwaliteit vrij voor het realiseren van de gedeelde publieke waarden. Nu is het nog te veel ieder voor zich.
Te vaak zie ik dat overheden te veel in de waan van de dag zitten en te weinig tijd nemen om iets goed uit te denken
Belangrijk kernwaarden die dan betekenis krijgen zijn: vertrouwen en verbinding. Vertrouwen omdat wantrouwen aan de basis ligt voor alle problemen van deze tijd. Het erodeert de fundering van de overheid omdat het participatie in de weg zit, polarisatie voedt en voor talloze interne organisatieproblemen zorgt. En verbinding omdat er nog te veel vanuit een centraal perspectief wordt gedacht. Om dit te verbeteren is het noodzakelijk om meer bruggenbouwers in organisaties aan te stellen met ruimte en verantwoordelijkheid om met andere organisaties en disciplines verbindingen te leggen.
Als voorbeeld neem ik het perspectief dat Ray Kurzweil schetst in Singularity is Nearer. Ook ik verwacht dat de huidige innovatiegolf ons kan helpen naar een duurzaam gezonde hervorming van onze huidige maatschappij.
Ja, maar hoe dan? De weg daar naartoe vraagt om heel veel kleine stapjes, waarbij rekening gehouden wordt met alle perspectieven om het vorm te geven in onze maatschappij. Duidelijk is dat we daar heel veel integrale denkkracht voor nodig hebben. Dit begint met vertrouwen, verbinding en het nemen van tijd om hier op een creatieve wijze invulling aan te geven.
Ik wens jullie een creatief najaar!
Joop Böhm
UBI/USP activist zegt
In Vrij Nederland schrijft Hans Stegeman op woensdag 20 november 2024 “Nederland is een lagelonenland geworden” waaruit ik citeer:
“Het leek begin jaren ’80 slim: ‘loonmatiging’.”
“Een logische strategie, leek het: geen werkloosheid, allemaal werk!”
Inmiddels leven we decennia later.
“Na bijna veertig jaar geremde lonen erkennen nu vele economen schoorvoetend dat emeritus hoogleraarAlfred Kleinknecht wellicht gelijk had
toen hij in 1994 het loonmatigingsbeleid bekritiseerde.”
Dit neoliberale beleid omschrijft emeritus universitair hoofddocent sociologie Henk de Vos in zijn blog van 8 december 2023 als volgt:
“Hoewel dat natuurlijk nooit met zoveel woorden gezegd is, was het de opzet van dat neoliberale beleid om de bestaansonzekerheid onder de bevolking te laten toenemen. Dat zou immers nodig zijn om mensen, die dat van nature niet willen, zich te laten inspannen. Daar zijn “prikkels” voor nodig en dan in het bijzonder financiële prikkels. En die zijn er natuurlijk meer, en ze werken beter, als er ook de reële dreiging bestaat om tot armoede te vervallen. En ze werken beter als er meer rijkdom valt te behalen, dus als de inkomensongelijkheid groter is.
En om die dreiging voldoende tot stand te brengen, moesten de sociale zekerheid en de bescherming op de arbeidsmarkt worden teruggedrongen. Mensen moest geleerd worden om minder van de overheid te verwachten. Ze moesten zelfredzamer worden. Minder het iedereen-telt-mee van de “gemeenschap georganiseerd in de staat” en meer van het ieder-voor-zich van het statuscompetitiepatroon.
Kregen de opeenvolgende regeringen het voor elkaar om die bestaansonzekerheid te vergroten?
Jazeker.”
De overheid heeft derhalve willens en wetens de bestaanszekerheid ondermijnd. De verloedering van onze samenleving, die dagelijks in de media breed wordt uitgemeten, is daar het gevolg van.
De oplossing lijkt me zonneklaar: zorg ervoor dat de bestaanszekerheid weer terug komt.
“Maar hoe dan?”
Belast arm en rijk even zwaar en voer een onvoorwaardelijk basisinkomen in. Dat geeft de burger extra koopkracht met talloze voordelen van dien. Enkele belangrijke daarvan zal ik noemen:
• De gapende verschillen tussen arm en rijk worden aanzienlijk kleiner
• Tekorten op de arbeidsmarkt verdwijnen als sneeuw voor de zon;
• Mantelzorgers hebben weer tijd om hulp te bieden;
• Ondernemers met coronaschulden kunnen die weer aflossen;
• Burgers die door het neoliberale beleid waren opgezadeld met problematische schulden hoeven geen beroep meer te doen op schuldsanering maar kunnen hun schulden probleemloos afbetalen;
• Slachtoffers van het Toeslagenschandaal hebben weer even respijt om de definitieve afhandeling daarvan af te wachten;
• Burgers beschikken weer over geld om parkeergeld en verkeersboetes te betalen
• Het betalen van de ‘zorgpremie’ en ‘ eigen bijdrage’ vormt geen probleem meer
• Kinderen kunnen weer ontbijten bij hun ouders alvorens naar school te gaan
• Ouders kunnen zelf schoolspullen voor hun kinderen kopen en hoeven daartoe geen beroep meer te doen op het armoedefonds;
• De eenvoud van de regeling bespaart de overheid fors op personeelskosten;
• De burger voelt zich bevrijd omdat het werk een keuze wordt zonder dwang;
• Het biedt de burger meer vrije tijd voor sociale contacten, hobby’s of andere gebieden te exploreren waarnaar hun interesse uit gaat.