Het is bijna november en dat betekent twee dingen: de zwartepietendiscussie laait weer op en de jaarlijkse filecijfers worden gepresenteerd. Daarbij zal het er in het tweede geval niet minder verhit aan toe gaan. Ik heb geen inzage in de cijfers gehad, maar ik durf er een dure fles wijn om te verwedden dat de files het afgelopen jaar opnieuw zijn toegenomen. Al is het alleen maar omdat we een paar weken geleden de drukste ochtendspits ooit hadden (meer dan 1100 kilometer), met dank aan protesterende boeren. De langste file ooit (lengte 2287 kilometer) dateert overigens ook van dit jaar, van 22 januari om precies te zijn. Grote boosdoener was toen de sneeuwval.
En dus schreeuwen de krantenkoppen weer dat Nederland vastloopt en verdringen Kamerleden elkaar bij de interruptiemicrofoon om de minister van Infrastructuur en Waterstaat op te roepen om nu eindelijk eens daadkracht te tonen. Een jaarlijks terugkerend ritueel zijn ook de mediageile professoren die voor een draaiende camera uitleggen waarom extra asfalt aanleggen niet helpt, of alleen maar voor de korte termijn. Immers, extra asfalt trekt extra verkeer aan, wat uiteindelijk weer tot extra files leidt. Op dat soort momenten wordt ook steevast de kilometerheffing – of betalen naar gebruik, zoals dat tegenwoordig zo mooi heet – ter sprake gebracht, volgens voorstanders de enige maatregel die echt helpt.
‘Een jaarlijks terugkerend ritueel zijn de mediageile professoren die voor een draaiende camera uitleggen waarom extra asfalt niet helpt’
Los van welke maatregel nu effectief is of niet, kun je je afvragen of files nu echt wel zo’n probleem zijn. ‘Nee hoor,’ zegt verkeersplanoloog Karel Martens van de Radboud Universiteit, ‘de lange rijen op de snelweg zijn juist een bewijs van het succes van het autoverkeer. Zelfs mét een file is de auto blijkbaar een uiterst aantrekkelijk vervoermiddel. Anders sta je daar niet, toch?’ Ik ben het niet altijd met Martens eens, maar hier heeft hij wel een punt. Om nu te zeggen dat het je eigen keuze is om in de file te staan, vind ik wat ver gaan maar als het alternatief wachten op een tochtig station en drie keer overstappen is, dan is de keuze inderdaad snel gemaakt.
Nee, vindt ook Carlo van de Weijer, directeur Smart Mobility aan de TU Eindhoven. In het Financieele Dagblad van 12 oktober legt hij het nog één keer uit: ‘De economische kosten van ongevallen bedragen 13 tot 15 miljard euro en die van milieuvervuiling door het verkeer rond de 5 miljard euro. Files kosten de samenleving “slechts” 2,3 tot 3,7 miljard euro.’ Van de Weijer noemt nog een andere belangrijke reden om de file niet erg te vinden. ‘Als er één onderdeel van de rit is dat de toekomstige auto van ons kan overnemen, dan is dat het filerijden. Nu al heeft menig auto een dergelijke functie en uiteindelijk zit die in elke nieuwe auto.’ Nog een stap verder is de volledig zelfrijdende auto, die ervoor zorgt dat we tijdens de rit andere dingen kunnen doen, zoals werken, een film kijken of slapen.
Maar hoe zit dat bij andere vervoersmiddelen, zoals de trein of de fiets?
In de trein kun je met behulp van de nieuwste mobiele informatietechnologie je reistijd prima als werktijd benutten. Vertraging lijkt mij dan geen al te groot probleem, als je tenminste maar zít in de trein. Uit onderzoek blijkt dat reizigers met name de wachttijd bij de halte en de overstaptijd vervelend vinden. En dus doet NS hard z’n best om de “wachttijdbeleving” te verbeteren, door de stations aantrekkelijk in te richten. Zodat je intussen kunt winkelen, je kleding naar de stomerij kunt brengen en zelfs kunt pianospelen. Ook komen er op steeds meer stations “stationshuiskamers”, die je het warme, aangename gevoel van thuis moeten geven.
‘Het gaat niet om de bestemming maar om het genieten van de reis’
Over de reistijdbeleving en routekeuzes van fietsers kwam ik een interessant onderzoek van Goudappel Coffeng tegen. In dit onderzoek konden fietsers kiezen tussen twee routes: een aangename route van 1,8 kilometer langs het water, en een saaie en onaangename route van 1,6 kilometer langs een drukke autoweg. Hoewel de saaie route tweehonderd meter korter was, koos 85 procent van de respondenten de aantrekkelijke route. Interessanter is echter, dat 60 procent van die respondenten dácht dat het de snelste route was en 40 procent dat het de kortste was.
Moeten we hieruit concluderen dat de overheid niet meer zou moeten investeren in filebeperkende maatregelen? Dat lijkt mij wat te kort door de bocht. Kijk je naar de verwachte groei van de mobiliteit de komende jaren, de afspraken in het Klimaatakkoord en de beperkte ruimte in dit dichtbevolkte land, dan is de problematiek vele malen groter en complexer dan op het eerste gezicht misschien lijkt. Wel kunnen bovengenoemde inzichten een zinvolle bijdrage leveren aan het mobiliteitsbeleid voor nu en in de toekomst. En voor degenen die vinden dat hun reis toch niet snel genoeg gaat, heb ik nog een goede raad: het gaat niet om de bestemming, maar om het genieten van de reis.
Paul Weststrate
directeur Awareness (adviesbureau voor beleidsmarketing) zegt
uw cynische en denigrerende toon (Een jaarlijks terugkerend ritueel zijn ook de mediageile professoren die voor een draaiende camera uitleggen waarom extra asfalt aanleggen niet helpt) is onnodig, en ondermijnt uw eigen geloofwaardigheid. Hou het bij een goed onderbouwd betoog met argumenten als u het met iemand niet eens bent.