Beleidsdoelen zijn vaak vaag, maar in de kern duidelijk. Veel partijen steunen algemene doelen als een toegankelijke arbeidsmarkt, minder criminaliteit, voldoende woningen, goede zorg, onderwijs en een beter milieu. De crux zit in de uitwerking: wat wil je precies, en hoe bereik je dat? Juist daarover lopen de meningen uiteen, wat vaak leidt tot matige oplossingen en dus minder resultaat.
Een paar voorbeelden. De toegang tot de arbeidsmarkt wordt door uitkeringsregels deels bevorderd, maar ook deels belemmerd. Met name het zetten van tussenstapjes op de arbeidsmarkt (stages, cursussen, starten als zzp’er) wordt voor mensen met een uitkering niet makkelijk gemaakt.
Voldoende huisvesting wordt vooral belemmerd door regelgeving, zoals: de stevige juridische positie van grondeigenaren, waarmee de grondprijs wordt opgedreven; allerlei prijsopdrijvende financiële compensaties (zoals de hypotheekrenteaftrek, maar er zijn er meer); het strikte contourenbeleid van provincies, dat een forse rem zet op woningbouw; en onnodig ingewikkelde bouwregels die particulier opdrachtgeverschap belemmeren.
Effectieve zorg wordt tegengewerkt door torenhoge administratiekosten en een vergoedingensysteem dat onnodige behandelingen en onderzoeken stimuleert.
Makkelijk excuus
Wat ook meespeelt, is de (semi-)privatisering van de uitvoering van beleid. Marktwerking zou beter functioneren, volgens veel politici, maar leidt nogal eens tot diffuse situaties met tegenvallende resultaten, zoals: het wegvallen van openbaar vervoer op plekken waar het juist nodig is; ziektekostenverzekeraars die veel geld besteden aan het wegkapen van elkaars klanten, terwijl iedereen verplicht verzekerd moet zijn; en minder sociale woningbouw, omdat gemeenten geen directe invloed meer hebben op woningcorporaties.
Dit geeft overheden bovendien een makkelijk excuus om problemen af te schuiven op uitvoerders of marktpartijen, omdat er geen rechtstreekse verantwoordelijkheid is voor hun doen en laten.
Obstakels die beleidsmakers ontgaan
Daarnaast zijn er nog veel andere obstakels die moeten worden overwonnen, maar die beleidsmakers nogal eens ontgaan, zoals: maatschappelijke omstandigheden, individuele eigenschappen, lokale omstandigheden en geringe bereikbaarheid.
Mensen die in armoede leven, bijvoorbeeld, zijn meer bezig met overleven dan met het leiden van een normaal leven. Problemen stapelen zich op, waardoor het beleidsdoel ‘bestaanszekerheid’ bepaald niet wordt bereikt. Alleen via een integrale benadering die maatwerk mogelijk maakt en waarmee alle problemen tegelijk kunnen worden aangepakt, is dat doel nog te bereiken. Beleid dat bestaanszekerheid beter borgt dan het huidige beleid, zou armoede structureel kunnen verhelpen, maar daar is nogal wat politieke durf voor nodig.
Beleid dat bestaanszekerheid beter borgt dan het huidige beleid, zou armoede structureel kunnen verhelpen, maar daar is nogal wat politieke durf voor nodig
Ouderen met weinig digitale vaardigheden zijn tegenwoordig lastig bereikbaar, waardoor beleid dat hen aangaat moeilijk uitvoerbaar wordt. Ook telefonisch contact verloopt niet makkelijk; probeer maar eens iemand aan de lijn te krijgen met wie je een echt gesprek kunt voeren. Direct persoonlijk contact kan ouderen enorm helpen (en is overigens voor iedereen prettiger), maar die mogelijkheid is lang niet altijd beschikbaar.
Duurzame productie is iets wat ondernemers graag willen nastreven, maar het is voor hen lastig om te bepalen hoe ze dat kunnen aanpakken. Overzicht krijgen van de hele productieketen is bepaald geen sinecure, en zelfs met dat overzicht is het nog niet eenvoudig om een optimale keuze te maken. Milieubeleid dat de verantwoordelijkheid voor duurzame productie meer bij het begin van de keten legt dan aan het eind, zou daarbij flink kunnen helpen.
Burgers die zelf opdrachtgever willen worden voor nieuwbouwwoningen, moeten meerdere obstakels overwinnen. Grondeigenaren verkopen liever aan projectontwikkelaars, gemeenten zijn moeilijk in beweging te krijgen voor particulier opdrachtgeverschap, en financiers vinden zakendoen met projectontwikkelaars overzichtelijker. Als de overheid een fonds zou oprichten waaruit burgers geld kunnen lenen voor zelfbouwprojecten, regelgeving aanpast zodat zelfbouw eenvoudiger wordt, en gemeenten geen voorrang meer geven aan projectontwikkelaars, kan particulier opdrachtgeverschap meer ruimte krijgen.
Overwonnen
De vraag is hoe al dit soort obstakels zo veel mogelijk kan worden verwijderd, dan wel kan worden omringd met hulpmiddelen waarmee ze kunnen worden overwonnen of omzeild.
In de eerste plaats is het nodig ze te herkennen. Dat lukt het best door het doelgroepen en uitvoerders te vragen. Het zou goed zijn om burgers, ondernemers en uitvoerders structureel de mogelijkheid te bieden om obstakels te melden, bijvoorbeeld via een landelijk meldpunt. In dit verband is het belangrijk dat beleidsdoelen SMART zijn geformuleerd, omdat daarmee niet alleen de beoogde resultaten beter worden gemonitord, maar ook obstakels beter zichtbaar worden. Daarbij helpt het om ook tussendoelen te formuleren, zodat de route naar het einddoel inzichtelijker wordt en sneller duidelijk wordt hoe obstakels het best kunnen worden aangepakt.
Daarnaast is het belangrijk om in monitoring en evaluaties expliciet na te gaan wat de voortgang richting beleidsdoelen belemmert, en die inzichten ook daadwerkelijk te benutten (dus niet op de plank te laten liggen). Bij het ontwikkelen van nieuw beleid is het van belang om vooraf te toetsen of dit beleid voldoende rekening houdt met mogelijke obstakels — wat alleen goed lukt als de hele route naar het beleidsdoel concreet in beeld is. Inzichten uit de praktijk (vanuit doelgroepen en uitvoerders) zijn hierbij cruciaal. Zoiets biedt wetgevingsjuristen bovendien betere aanknopingspunten om regelgeving optimaal te formuleren, ook voor burgers die ermee te maken krijgen.
In de tweede plaats is het nodig om beleid zo aan te passen dat obstakels eenvoudiger te nemen zijn. Bijvoorbeeld: de toegang tot de arbeidsmarkt kan worden verbeterd door tussenstappen te faciliteren in plaats van te belemmeren. Ook is het belangrijk geen onnodige eisen te stellen die als obstakel gaan werken (zoals bepaalde bouwvereisten van gemeenten) of eisen die weinig met het beleidsdoel te maken hebben, maar door de politiek aan een beleidsinstrument zijn gekoppeld ten bate van andere doelen (zoals eisen ten behoeve van milieu of arbeidsmarkt).
Nog effectiever
Waarschijnlijk nog effectiever is het om te onderzoeken of een ander soort beleid minder obstakels met zich meebrengt. Als milieubeleid bijvoorbeeld eerder in de productieketen wordt ingezet, kunnen veel problemen worden voorkomen die later moeilijker zijn op te lossen.
In de derde plaats is het belangrijk om uitvoerders meer ruimte te geven voor maatwerk, zodat obstakels eenvoudiger kunnen worden overwonnen. Uitvoeringsorganisaties kunnen desgevraagd precies aangeven welke ruimte zij nodig hebben om cliënten beter te helpen.
Het opruimen van beleidsobstakels kost ongetwijfeld geld, maar de baten voor burgers kunnen veel groter zijn — terwijl de overheid er per saldo waarschijnlijk zelfs geld mee bespaart. Beleidsambtenaren kunnen hierin samen met uitvoerders veel betekenen, mits zij daarvoor voldoende ruimte krijgen vanuit de politiek.
Geef een reactie