Het stimuleren van de economie en het terugdringen van het begrotingstekort behoren tot de meest belangrijke, politieke vraagstukken van deze eeuw. In vrijwel alle Westerse landen zijn majeure operaties uitgevoerd om financiële tekorten weg te werken en verdere schuldopbouw tegen te gaan. De aandacht voor ‘bezuinigingsmanagement’ is niet voorbij gegaan aan de wetenschap. Het aantal publicaties is sinds 2010 explosief gestegen, vooral in de financieel-economische disciplines.
Naar goed economisch gebruik bestaat er veel onenigheid over de beste manieren om het tekort terug te dringen of – in economische termen – om de begroting te consolideren. Waar de één zweert bij belastingverhoging (want: snel resultaat), beargumenteert de ander om dit juist niet te doen (want: vergroot de kans op recessie). En terwijl de één besparingen op de overheid ziet als heilige graal (want: stimuleert hervorming), stelt de ander dat we de economie kapot bezuinigen en juist moeten investeren.
Bestuurlijke invloed
Ook in de bestuurskundige literatuur is bezuinigingsmanagement een hot topic. Veel onderzoek focust op het proces van besluitvorming rond bezuinigingen, de implementatie van maatregelen of de rol van managers. Het meeste onderzoek in onze discipline is kwalitatief van aard. Dit wordt mede veroorzaakt doordat het moeilijk is om in elk land dezelfde harde gegevens te achterhalen.
‘Bezuinigen is niet effectiever dan belasten’
In maart 2016 is er echter een opvallend onderzoek (Kickert en Randma-Liiv 2016) gepubliceerd dat vanuit een ander perspectief, met kwantitatieve onderzoeksmethoden, kijkt naar de bestuurlijke invloed op bezuinigingspakketten en het effect daarvan. Op basis van politiek-economische inzichten over begrotingstekorten en consolidatie zijn meerdere variabelen statistisch onderzocht. Deze variabelen zoeken enerzijds naar een verklaring voor de omvang en samenstelling van bezuinigingen, en kijken anderzijds naar de politiek-economische effecten van bezuinigingen.
Vijf inzichten
Het onderzoek van Kickert en Randma-Liiv (2016) laat zien dat ‘waar en hoeveel’ wordt bezuinigd nadrukkelijk samenhangt met de beginsituatie van een land. Hoe slechter de economische en financiële uitgangspositie, des te drastischer de ingreep was. Daarnaast zijn er – voor bestuurskundigen en politicologen – vijf interessante conclusies te trekken uit het artikel:
- Rechts bezuinigt niet harder dan links.
Dit onderzoek weerlegt dat rechtse coalities hardere keuzes maakt als het gaat om budgetconsolidatie, dan linkse coalities. Wel of niet ingrijpen, hangt volgens de onderzoekers niet zozeer af van politieke kleur, maar van de economische situatie en de afhankelijkheid ten opzichte van internationale partijen als IMF, EU en ECB. Sommige landen hadden simpelweg geen keuze om wel of niet (laat staan op een bepaalde manier) te bezuinigen. - Het moest gewoon gebeuren. Alleen een coalitie met sterke meerderheid handelt sneller.
Dit onderzoekt bevestigt dat een kabinet met een grote meerderheid sneller handelt dan minderheidskabinetten bij het op orde brengen van de begroting. Dit geldt echter alleen voor coalities met een overtuigende meerderheid. Coalities met een krappe meerderheid handelen juist vergelijkbaar met minderheidskabinetten. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, heeft het aantal partijen dat betrokken is in de besluitvorming geen effect op de omvang en samenstelling van bezuinigingspakketten. - Bezuinigen is niet effectiever dan belasten.
Gegevens uit de dertien onderzochte Europese landen maken niet overtuigend duidelijk dat bezuinigen de voorkeur verdient boven belasten. De studie laat zien dat zowel het reduceren van uitgaven als het verhogen van inkomsten heeft geleid tot het duurzaam in evenwicht brengen van de begroting. Over het effect van bezuinigingen of belastingen op de economische groei zijn geen significante uitspraken te doen. Echter, op basis van de resultaten valt eerder te bepleiten dat bezuinigingen negatief samenhangen met economische groei, dan dat extra belasten zou leiden tot een recessie. - Consolideren is wel degelijk politieke zelfmoord.
Dit onderzoek laat zien dat het doorvoeren van bezuinigingen vrijwel altijd leidt tot de val van de zittende coalitie. Twaalf van de dertien coalities die sinds 2009 hebben bezuinigd, zijn gevallen juist vanwege die bezuinigingen. De verwachting dat kiezers politici sparen omdat ze begrijpen dat pijnlijke keuzes onoverkomelijk waren, is ongegrond. Politici die bezuinigen maken zich blijkbaar niet populair en worden weggestemd. - Invloed van politiek is op zijn minst dubbelzinnig.
Dat politici een belangrijke invloed hebben op financiële en budgettaire besluitvorming wordt steevast bevestigd in kwalitatieve onderzoeken. Dit onderzoek, echter, genereert een scala aan feiten op basis waarvan slechts kan worden geconcludeerd dat de politiek slechts een marginale impact heeft gehad op de omvang en samenstelling van herstelpakketten.
Bovenstaande tekst geeft in het Nederlands de essentie weer van het onderstaande, wetenschappelijke artikel:
Walter Kickert, Tiina Randma-Liiv; The politics of cutback management in thirteen European countries; Public Money & Management; Online publicatie: 1 maart 2016; DOI:10.1080/14719037.2016.1148193.
Geef een reactie