In Nederland kennen we veel waarde toe aan het onderbouwen van besluiten met cijfers. Maar tegenwoordig is een onderzoek van het planbureau geen gedeelde basis meer, maar ‘ook maar een mening’.
Er is sprake van technocratisering van de politiek. Moeilijke besluiten worden liefst niet meer genomen. Eerst moeten veel ‘cijfers’ worden verzameld. In mijn zoektocht naar Publiek Leiderschap wordt daarom wel gesproken over ‘cijferfetisjisme’. Arbeidsmarktbeslissingen eindigen in eindeloze koopkrachtplaatjesbeschouwingen. Klimaatissues worden energierekeningberekeningen.
Agenda voor Publiek Leiderschap, deel 11
In mijn zoektocht naar publiek leiderschap spreek ik met veel sleutelpersonen binnen en buiten de overheid. In die gesprekken doe ik veel ervaringen op, die ik omzet in een aantal observaties. Eerdere observaties plaatste ik al op platform O op 18 oktober, 7 november, 22 november, 28 november, 6 december, 13 december, 20 december, 31 januari, 7 februari en 5 maart. Graag krijg ik reacties hierop om op basis daarvan een Agenda voor Publiek Leiderschap te kunnen opstellen.
Nu zijn moeilijke besluiten niet voor niets ‘moeilijk’. Daarom is het goed doorrekenen van zaken logisch. Maar uiteindelijk kunnen eindeloze cijferreeksen niet voorkomen dat er lastige, en daarmee soms onwelgevallige, besluiten moeten worden genomen. Het blijven sturen op het verzamelen van cijferreeksen eindigt in fraaie ‘puntenwolken’ van planbureaus en niet in leiderschapsbeslissingen. De politiek ‘vertechnocratiseert’ en de technocratie ‘verpolitiekt’.
Eigen gelijk
Cijfers hebben een zuiverende werking bij het nemen van lastige besluiten. De overheid moet kunnen verantwoorden waarom besluiten zijn of worden genomen. Daar spelen gedegen onderzoeken een belangrijke rol bij. Gelukkig zijn er gerenommeerde planbureaus en kennisinstellingen, die bij te nemen besluiten de onderbouwing grondig doorlichten. Wij kennen in Nederland al lang veel waarde toe aan onderbouwing van besluiten door inzichtelijke cijfers.
‘Afhankelijk van de boodschap wordt een ‘deskundoloog’ gezocht’
Wat bij deze werkwijze hoort, is dat cijfers ook kunnen worden betwist; vaak gebruiken wij daarvoor uit het Engels het belang van to challenge. Planbureaus zijn omringd door (andere) wetenschappers, die inzicht krijgen in de gevolgde werkwijze en in de datasets en deze ook kunnen toetsen. Wetenschappelijke verantwoording past in de Hollandse traditie.
Wat relatief nieuw is, is dat als uitkomsten niet bevallen, deze uitkomsten niet worden geloofd. De melkveesector is bijvoorbeeld niet tevreden met de inschattingen van het RIVM met betrekking tot de stikstofuitstoot en organiseert een eigen onderzoek-orgaan, dat met andere uitkomsten komt.
En dit leidt dan tot het ‘eigen gelijk’. Partijen bevechten elkaar met cijfers over de rug van de overheid. Of nog lastiger, de overheid wordt gezien als een partij en de onderbouwing van besluiten wordt betwist. Iedereen heeft daarmee het ‘eigen gelijk’ en cijfers vormen geen gedeelde basis meer. Zij worden niet meer geaccepteerd. Een onderzoek van het planbureau is dan geen ‘gedeelde basis’ meer, maar ‘ook maar een mening’.
Iedere belangenorganisatie komt met eigen wetenschappelijk onderbouwing van zijn of haar standpunten. Bij elk standpunt duikt wel een hoogleraar of andere deskundige op die kan bewijzen dat het standpunt deugt. En ook kranten en tv-programma’s bedienen zich van deze aanpak. Afhankelijk van de boodschap wordt een ‘deskundoloog’ gezocht. En Nederland kent heel veel deskundologen of dr. Clavans, om Koot en Bie nog maar een keer aan te halen.
Geef een reactie