De weg naar onvrijheid


Het denken van Vladimir Poetin en de geschiedenis van Rusland verklaart veel van wat we de laatste decennia in Europa en Amerika zien. In De weg naar onvrijheid onderzoekt Timothy Snyder de bedreigingen van Rusland voor de westerse manier van leven sinds de komst van Poetin en analyseert hij de oorzaken hiervan. Een pleidooi voor een ‘politiek van verantwoordelijkheid’.

Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 leek aan de geschiedenis definitief een einde te zijn gekomen. Over de gehele linie werd ervan uitgegaan dat het communisme was verslagen en dat we naar een Europa zouden gaan dat democratischer, rechtvaardiger en welvarender zou zijn.
De Amerikaanse politicoloog Fukuyama was de eerste die deze mogelijke ontwikkeling beschreef. In zijn essay Het einde van de geschiedenis?, later gevolgd door zijn invloedrijke boek Het einde van de geschiedenis en de laatste mens, schreef Fukuyama in 1989 dat het zeer aannemelijk is dat het aantal democratieën toeneemt en dat deze zich gaan beroepen op een markt die of kapitalistisch of sociaal-democratisch is.
Met de komst van Vladimir Poetin is Rusland daarentegen een volledig andere kant op gegaan. Rusland ging niet de weg op van het westen en de representatieve democratie, maar sloeg de weg in van het autoritarisme. In De weg naar onvrijheid onderzoekt Timothy Snyder de bedreigingen van Rusland voor de westerse manier van leven sinds de komst van Poetin en analyseert hij de oorzaken hiervan.
Snyder, hoogleraar geschiedenis aan de Yale Universiteit en gespecialiseerd in Oost-Europa, laat in het boek een zo goed als onbekend stuk van de geschiedenis van Rusland en het denken van Poetin zien. Het denken van Poetin en de geschiedenis van Rusland verklaart veel van wat we de laatste decennia in Europa en Amerika zien. De weg naar onvrijheid is een uitermate urgent en belangwekkend boek om de huidige toestand van de wereld te verklaren. Voor velen zal het boek de ogen openen over wat er werkelijk op het spel staat.

Fascistisch filosoof
Om het Rusland van vandaag te kunnen begrijpen moeten we volgens Snyder als eerste het denken van Poetin zien te doorgronden. Poetin is al twintig jaar aan de macht. Eerst als premier (1999-2000), daarna als president (1999-2008), vervolgens weer als premier (2008-2012) en nu opnieuw als president (vanaf 2012). De ideeën van Poetin zijn voor een belangrijk deel terug te herleiden op het werk van Ivan Iljin, een Russische fascistisch filosoof uit de jaren dertig.
Een belangrijk fundament in het denken van Iljin is dat het immoreel is om feiten in hun historische context te begrijpen. Het enige goede in het heelal was Gods totaliteit voor de schepping, aldus Iljin. Iljin, lid van een adellijke familie en geboren in 1883, werd na de bolsjewistische revolutie van 1917 contrarevolutionair en stichter van een christelijk fascisme dat zich ten doel stelde het bolsjewisme te verdrijven. Sinds de Sovjet-Unie door Rusland is opgevolgd, functioneren de geschriften van Iljin als gids voor Russische leiders. Vanaf 1990 begon opnieuw zijn essaybundel Onze taken in een nieuwe Russische uitgave te circuleren. In 2005 regelde Poetin een herbegrafenis in Moskou van Iljin die in 1954 in Zwitserland was overleden.
Verder zorgde Poetin er ook voor dat Iljins archief dat op Michigan State University terecht was gekomen in 2006 naar Rusland werd teruggehaald. Vanaf die periode citeerde Poetin Iljin ook in zijn jaarlijkse presidentiële toespraken. In de jaren 2010 beriep Poetin zich op Iljins autoriteit om uit te leggen waarom Rusland de Europese Unie moest ondermijnen en Oekraïne binnen moest vallen. Maar daar bleef het niet bij. Begin 2014 ontvingen alle Russische ambtenaren een verzameling van Iljin’s politieke publicaties. En in 2017 zond de Russische televisie ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de Russische Revolutie een film uit die Iljin als een moreel kompas voor Rusland afschilderde.

Onvermijdelijkheidsdenken
Geen enkele denker uit de twintigste eeuw is volgens Snyder in de eenentwintigste eeuw zo glorieus gerehabiliteerd als Iljin, of kreeg zoveel invloed op de wereldpolitiek. Mocht dit onopgemerkt zijn gebleven, dan komt dat doordat we volgens Snyder in de greep zijn van de ‘politiek van onvermijdelijkheid’. We denken dat ideeën onbelangrijk zijn, dat we geen invloed hebben op de werkelijkheid, dat we de geschiedenis niet kunnen beïnvloeden en dat het ook niet nodig is kennis over de geschiedenis te hebben. Dat de toekomst slechts meer van hetzelfde is, dat de wetten van de vooruitgang vaststaan, dat er geen alternatieven zijn en dat er dus ook niets hoeft te worden gedaan.

‘We zijn in de greep van de politiek
van de onvermijdelijkheid’

In zowel Europa, Amerika als in Oost-Europa zien we volgens Snyder varianten van dit denken. Zo staat in de Amerikaanse versie de onvermijdelijkheid van de markt en de daarmee samenhangende ongelijkheid in vermogen en inkomen centraal. De kwetsbaarheid van de Europese Unie ligt volgens Snyder besloten in de Europese onvermijdelijkheid dat Europese landen een geschiedenis als natiestaat hebben en dat andere landen dit zullen volgen.
Snyder noemt de natiestaat evenwel een fabel. Volgens hem heeft Europa nooit natiestaten gekend, maar hebben de Europese wereldmachten zich na de kolonisatie meteen doorontwikkeld in een Europees integratieproces. Het gevolg van het denken in onvermijdelijkheid is dat Amerikanen en Europeanen zichzelf het verhaal op de mouw hebben gespeld dat geschiedenis er niet meer toe doet.
De door Poetin in Rusland geïntroduceerde politiek van onvermijdelijkheid volgt volgens Snyder de door Iljin ontwikkelde mythe dat Rusland onschuldig is, dat God de enige waarheid is en dat een door God gestuurde verlosser de Rus moet bevrijden van aardse verlokkingen. Dat gestreefd moet worden naar een toekomst waarin een menselijke wereld van feiten en hartstochten er niet meer toe doet. En dat er, in lijn met dit denken van Iljin, moet worden gestreefd naar een toekomst waarin als één man wordt gedacht en gevoeld, wat inhoudt dat burgers helemaal niet meer hoeven te denken en te voelen.

Eeuwigheidsdenken
Poetin heeft voor zichzelf de door Iljin beschreven rol van verlosser toebedacht. Snyder weet de rol van Poetin treffend te beschrijven. Elk hoofdstuk van zijn goed gedocumenteerde boek gaat in op een specifieke gebeurtenis en een bepaald jaar. Van het totalitair denken in Rusland (2011) tot de verkiezing van Donald Trump (2016). De hoofdstuktitels zijn verwoord als alternatieven: individualisme of totalitarisme, successie of instorting, integratie of wereldrijk, vernieuwing of eeuwigheid, waarheid of leugens, gelijkheid of oligarchie.
Tegenover de in de titels opgenomen politieke deugden staat de opvatting dat individualiteit en geschiedenis er in feite niet meer toe doen. Dat feiten, waarheid, rechtstaat en mensenrechten tot het verleden behoren. Dat geschiedenis, feitelijkheid en andersdenkenden vijanden zijn die moeten worden aangevallen. Snyder beschrijft tal van voorbeelden over hoe Rusland de feitelijkheid en de geschiedenis probeert te vernietigen. Hij gaat bijvoorbeeld uitgebreid in op hoe de Russische verkiezingen digitaal zijn beïnvloed en hoe nationalistische en populistische bewegingen in Europa met nepnieuws zijn versterkt.

Strategisch relativisme
De kleptocratie van de Russische oligarchie en de afhankelijkheid van grondstoffen hebben er volgens Snyder voor gezorgd dat Rusland economisch niet heeft kunnen groeien. Noch is Rusland in staat gebleken de kloof met Europa en Amerika op het gebied van technologie te dichten. Om de kloof toch kleiner te kunnen maken heeft Rusland de strategie van het ‘strategisch relativisme’ ontwikkeld. Deze strategie gaat er vanuit dat Rusland aan betrekkelijke macht kan winnen door andere landen zwakker te maken. En de eenvoudigste manier om te doen is deze landen meer op Rusland te laten lijken. En precies dat is wat Poetin met zijn nepnieuws, desinformatie, cyberaanvallen, mythes en gecreëerde crises in Oekraïne, Europa en Amerika aan het doen is.
Rusland pakt zijn binnenlandse problemen niet aan, maar exporteert ze gewoonweg naar andere landen. Volgens Snyder is het echter te simpel om te zeggen dat het gaat om een strijd tussen democratie en autoritarisme. Belangrijker is dat het gaat om een strijd tussen wat Snyder de ‘politiek van onvermijdelijkheid’ (de progressief westerse aanname dat het vanzelf goed komt) en de ‘politiek van eeuwigheid’ (de conservatief-populistische aanname dat de vijand komt, ongeacht wat we doen) noemt.
Beide politieke verhalen, die in elkaars verlengde liggen en de weg naar onvrijheid volgen, schieten volgens Snyder tekort. Ze maken de burger lui. In beide concepten verliest de burger namelijk zijn verantwoordelijkheid. Volgens Snyder is het enige antwoord op beide narratieven herstel van het historisch besef, herstel van het denken in termen van feitelijkheid en waarheid, en het vanuit politieke deugden kiezen voor een ‘politiek van verantwoordelijkheid’. Alleen door echt voor democratie te kiezen is het mogelijk de westerse manier van leven in stand te houden, aldus Snyder.

Timothy Snyder, De weg naar onvrijheid. Rusland-Europa-Amerika, Ambo/Anthos, 375 pagina’s, 2018.

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Dave van Ooijen
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*