Aardige mensen met heel erg foute opvattingen


We spreken veel over radicaal- en extreemrechts in Nederland, maar zelden met. Nikki Sterkenburg deed dat wel en schreef er Maar dat mag je niet zeggen. De nieuwe generatie radicaal- en extreemrechts in Nederland over. Lex Cachet las het werk vanwege de inhoud met frisse tegenzin, maar prijst het onderzoek en de stijl van Sterkenburg.

Nikki Sterkenburg’s boek over radicaal- en extreemrechts in Nederland is in veel opzichten bijzonder.[1] Het is vooral een bijzonder boek omdat aanhangers van extreemrechtse bewegingen in Nederland ook zelf uitgebreid aan het woord komen. Sterkenburg – journaliste en wetenschapper; dit boek is de gepopulariseerde versie van haar proefschrift – heeft op grote schaal veldwerk gedaan. Als een antropoloog in eigen samenleving heeft ze de moeite genomen contacten te leggen in extreemrechtse milieus. Waar anderen vooral van grote afstand kijken naar en schrijven over mensen met dergelijke (abjecte) opvattingen laat zij aanhangers van de vele extreme groepen en groepjes zelf aan het woord. Het kost haar vaak merkbaar moeite om hun opvattingen onweersproken te laten. Toch slaagt ze er (meestal) in, haar respondenten ongehinderd hun zegje te laten doen.

Dilemma’s
Dit type onderzoek is natuurlijk niet vrij van praktische en vooral ethische dilemma’s voor de onderzoeker. Sterkenburg’s uitgangspunt als onderzoeker is ‘do no harm’; berokken je respondenten geen schade. Wetenschappelijk is dat een heel correct uitgangspunt dat onder meer leidt tot vergaande anonimisering van veel van haar respondenten. Sommigen zullen desondanks voor insiders wel herkenbaar zijn omdat veel extreemrechtse groepjes heel klein van omvang zijn.

‘Hoe waardevol ook, het boek is deprimerende leesstof’

Je kunt dit soort onderzoek niet doen zonder een zekere mate van betrokkenheid. Niet in de zin van het eens zijn met je respondenten of hun opvattingen delen. Maar wel door met interesse te luisteren naar wat ze te zeggen hebben, ze niet voortdurend tegen te spreken, door contacten te leggen en te onderhouden en uit te bouwen. Luisteren en vragen stellen betekent voor een onderzoeker niet dat je instemt met wat gezegd wordt of dat je het er mee eens bent. Maar soms ontkom je er, zelfs als gedistantieerd onderzoeker, niet aan om afstand te nemen van abjecte opvattingen; zeker op momenten dat je wel om instemming wordt gevraagd. Een selfie met een prominente vertegenwoordiger van extreemrechts is evenmin een goed idee, vond Sterkenburg begrijpelijkerwijs.

Verbrokkeld en instabiel
Welk beeld van extreemrechts komt uit dit boek naar voren? Dat het om opvattingen gaat – neonazistisch, racistisch, volksnationalistisch, identitair, ‘eigen volk eerst’, fel anti-islam, vaak antisemitisch – die de meeste mensen ronduit verwerpelijk vinden, zal niemand verbazen. In die zin is het boek – hoe waardevol op zich ook – toch deprimerende leesstof. Wat optimistischer stemt is het feit dat extreemrechts ook extreem verbrokkeld en instabiel is. Aanhangers zijn het vooral oneens met elkaar. Organisaties zijn klein en veelal instabiel. Demonstraties van extreemrechts krijgen vaak veel aandacht in de media – zeker als er ook tegendemonstraties zijn – maar tellen feitelijk zelden meer dan enkele deelnemers.

‘De echte bedreiging is de overname van delen van het extreemrechtse gedachtengoed door de reguliere politiek’

Toch is de beperkte omvang van de aanhang en het gebrek aan hechte organisatie ook misleidend. Al te gemakkelijk leidt dat tot de conclusie dat extreemrechts geen gevaar voor onze democratie zou zijn. Sterkenburg keert zich nadrukkelijk tegen dat beeld en laat zien hoe het gedachtengoed van extreemrechts tot op zekere hoogte salonfähig is geworden in politiek en samenleving. Waar vroeger de opvattingen van de Centrum Democraten of de Nederlandse Volksunie niet of nauwelijks een poot aan de grond kregen, worden delen van hun gedachtengoed nu zonder schroom uitgedragen door PVV (anti-islam), Forum voor Democratie (een sterk antisemitische onderstroom; sterk nationalistisch; anti-Europa) of JA21 (vooral anti-islam; behoud van een veronderstelde ‘eigen’ cultuur). Anders gezegd: niet de wirwar aan rechts radicale bewegingen vormt de echte bedreiging maar de overname van delen van hun gedachtengoed in de reguliere politiek. Veel opvattingen die enkele decennia geleden nog verontwaardigd van de hand gewezen werden, zijn nu in sommige kringen deel van het dominante discours geworden. Daarin schuilt het grootste gevaar.

Ondermijning rechtsstaat
Wat ook opvalt binnen radicaal- en extreemrechts is de afwijzing van de instituties van de democratische rechtsstaat. Niet alleen in de vorm van een roep om sterke leiders maar ook, bijvoorbeeld, in de vorm van voortdurende ondermijnende kritiek op de onafhankelijke rechtspraak en de traditionele media. Toch zeggen maar weinigen dat ze geweld willen gebruiken om hun doelen – zoals de omverwerping van die instituties – te bereiken. Of ze daar oprecht in zijn? Sterkenburg stelt die vraag niet omdat ze nu eenmaal niet wil (ver)oordelen maar begrijpen.
Dat ik dit boek met frisse tegenzin heb uitgelezen ligt zeker niet aan Nikki Sterkenburg. Ze heeft niet alleen bijzonder onderzoek gedaan maar het ook boeiend en goed leesbaar opgeschreven. Mijn toenemende weerzin heeft alles te maken met het gedachtengoed van wie ze aan het woord heeft gelaten. In de bubbels waar u en ik (vermoedelijk) verkeren hoor je dergelijke geluiden zelden of nooit. Juist daarom is het van groot belang dat Sterkenburg die geluiden – hoe weerzinwekkend ook – wel luid en duidelijk hoorbaar maakt. Immers: een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Bibliografie

[1] Nikki Sterkenburg, Maar dat mag je niet zeggen. De nieuwe generatie radicaal- en extreemrechts in Nederland. Das Mag Uitgevers: 2021. 245 pagina’s.

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Lex Cachet
Deel dit artikel

Er is 1 reactie op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

    ">Henk Bruning
    adviseur en trainer goed bestuur en HRM

    Zeker interessante analyse van Nikki Sterkenburg en dat is wat we mogen verwachten van antropologen en sociologen. Veldonderzoek op velden waar een normaal mens zich niet wil bevinden. Maar meer waarschuwend, dan deprimerend. Het zelf gekozen onstlag van Feyenoord directeur Koevermans is wel een deprimerend gevolg van de invloed van mensen die de rechtstaat afwijzen. Het boek van Sterkenburg is zeer bruikbaar voor media, politieke partijen en andere maatschappelijke organisaties om steeds weer het dilemma te onderzoeken: geven we wel of niet aandacht aan deze extremistische bubbels en hoe zorgen we ervoor dat de schade aan de publieke opinie beperkt blijft? Dat betekent als redactie of directie de rug recht houden vanuit de eigen beginselen van de democratische rechtszaak en de beschaving die ‘we’ in de afgelopen 100 jaar hebben opgebouwd en willen behouden.

    27 okt 2021