Dit moet je luisteren, appte een collega van Caroline Wiedenhof. De collega stuurde de TED-spreekbeurt van Sarah Corbett over introverte mensen in activistische bewegingen. Enigszins ineengedoken vertelt Corbett hoe introverte mensen zoals zij heel veel voor elkaar krijgen voor het klimaat. Een belangrijk verhaal voor ambtenaren, al was het maar omdat activisme ook onder hen een hot topic is.
Dat geldt niet alleen voor Gen Z, hoewel vertegenwoordigers van de jongste generatie het begrip misschien wel het meest in de mond nemen. Misschien trekken zij hun wenkbrauwen wel op als ze de beschrijving van ambtenaren lezen die ik onlangs aantrof in de Groene Amsterdammer een over ambtelijke openheid: ‘Het aardige aan ambtenaren is dat ze ten diepste bescheiden wezens zijn. Anders dan journalisten, politici en andere ijdeltuiten in Den Haag werken zij verscholen in ministeries als onzichtbare mieren.’ Maar er verandert iets, constateert de journalist. Daarmee doelt hij op de trend dat de buitenwereld steeds nadrukkelijker wil weten wat er in de rijksgebouwen allemaal gebeurt.
Bestuurlijke kilte
Een verandering die in het artikel niet naar voren komt, maar ook relevant is voor het onderwerp, is dat ambtenaren zelf meer dan voorheen willen worden gezien en gehoord als mens. Dat is best een ommekeer, want afstandelijkheid en formalisme waren lange tijd de omgangsvormen van ambtelijk Nederland, waarschijnlijk als waarborg om iedereen gelijk en neutraal te behandelen. Dat dit niet alleen keurige, maar ook afschuwelijke gevolgen had, vertelde Micha Citroen overtuigend in ‘De bestuurlijke kilte van Nederland’,een aflevering van de podcast Stuurloos. Verplichte kost voor ambtenaren!
‘Wees een echt mens en luister naar ons, zo vragen burgers’
Pas heel langzaam, met dank aan een jarenlang bewust diversiteitsbeleid, is het afgelopen decennium het besef ingedaald dat neutraliteit ook kan worden ingevuld zonder jezelf weg te cijferen. Wees een echt mens, luister naar ons en laat weten wat er speelt, zo vragen burgers hen luid en duidelijk. Hoe dat te doen? Dat is wat we volgens mij aan het leren zijn. Het is niet gemakkelijk en het gaat niet altijd van een leien dakje, maar ook dat mag verteld worden, een signaal dat er echt iets aan het veranderen is.
Manifest vriendelijk activisme, ontleend aan craftivist-collective.com
1. Haal adem en neem de tijd.
2. Ambachtelijkheid is je gereedschap.
3. Ga voor solidariteit, niet voor medelijden.
4. Vind troost in reflectie.
5. Toon empathie en beschuldig niemand.
6. Maak gebruik van het kleine en mooie.
7. Bescheidenheid is je sleutel.
8. Moedig aan zonder te gaan preken.
Toch zijn ambtenaren natuurlijk nooit mening- en kleurloze wezens geweest. Ze vonden ook vroeger manieren om hun maatschappelijke betrokkenheid vorm te geven, noemden het dan engagement of idealisme en niemand bemoeide zich ermee, tenzij er evident een grens werd overschreden. Ik kom al mijn hele leven ambtenaren tegen die het idee delen dat de overheid een goede plek is om te werken aan het vooruit helpen van de samenleving. En dus verhouden we ons op een of andere manier tot wat nu activisme wordt genoemd.
Rijksactivisme
Dit voorjaar bleek dat activisme inderdaad enorm leeft in de rijkskantoren. In en rondom de rijkskantoren organiseerden ambtenaren onder meer een lezing, een discussiepanel en een studieclub erover. Als “onzichtbare mier” las ik op de achtergrond mee met de stukken, terwijl een collega de bijeenkomsten bezocht. Ze vond het goed dat ik haar bevindingen in het onderstaande meeneem.
De studieclub pakte niet alleen recente publicaties en lezingen, maar ook de Ambtenarenwet erbij. Daarin staat dat je niet mag demonstreren en geen uitspraken mag doen als dit de functievervulling of ‘de goede functionering van de openbare dienst’ in de weg staat. Het Kennispunt Integriteit bleek de consequenties daarvan op een rijtje te hebben gezet in het weblog De barricade op.
‘De wet wordt soms gebruikt als vermijdingstactiek’
Niet alles mag, maar veel kan wél, was de conclusie van de studieclub. Maar wat precies wel of niet mag is nooit op voorhand duidelijk, omdat dat pas blijkt uit de context (wie, wanneer, wat, hoe en misschien ook wel waarom). Daarover praten is een voorwaarde om te ontdekken waar de grenzen liggen. Voor een ambtenaar die wil deelnemen aan een actie ligt een gesprek met een leidinggevende dan voor de hand. Maar voor iemand die vermoedt dat de baas anders over een kwestie denkt, is de drempel daarvoor hoog. Tijdens de genoemde bijeenkomsten werden verhalen verteld over leidinggevenden die de wet liever als houvast gebruiken dan als aanleiding voor een onderzoekend gesprek. De wet wordt zo gebruikt als vermijdingstactiek. Dat was vast niet de bedoeling van de wetgever.
‘Moet je in actie komen als signalen niet gehoord worden?’
Een gepensioneerd ambtenaar observeerde dat acties van ambtenaren tegenwoordig veel zichtbaarder zijn dan vroeger. Misschien veroorzaakt dat wel de problemen. Ooit werd er in elk geval minder een punt gemaakt van actieve maatschappelijke betrokkenheid. Dit zichtbaarheidsprobleem kwam ook naar voren toen een ambtenaar haar baan opzegde nadat haar recht op demonstratie werd ingeperkt, omdat haar actie tot “imagoschade” voor haar werkgever kon leiden. Een casus die veel vragen oproept. Zou ‘de functionering van de openbare dienst’ – de formulering uit de Ambtenarenwet – worden geschaad door een (potentiële) imagoschade? Zou imagoschade kunnen worden beperkt als de openbare dienst in kwestie zich in het openbaar vierkant achter haar ambtenaar schaart?
Vriendelijk activisme
De vraag kwam op of iemand die “dicht bij het vuur zit” zich in het openbaar mag uitspreken over maatschappelijke kwesties. Dat leidde tot een vervolgvraag: brengt het ‘privilege van kennis’ een verplichting tot handelen met zich mee, juíst in het kader van de eed of belofte die de ambtenaar heeft afgelegd? Wanneer je bijvoorbeeld werkt aan een maatschappelijke opgave, mag of moet je dan in actie komen als signalen niet gehoord worden? Is dat een onderdeel van ambtelijk vakmanschap? Een ambtenaar belooft immers te handelen in het algemeen belang en zich daar volledig voor in te zetten. Strekt deze verplichting zich ook uit tot voorbij de grenzen van de werktijd en de invloedssfeer op kantoor?
‘Lawaai is soms nodig en functioneel’
Bij het woord activisme verscheen bij schrijver dezes in eerste instantie een beeld van luidruchtige massa’s, waarna een schuldgevoel opdook, omdat het al een leven lang nauwelijks lukt om daaraan mee te doen, terwijl lawaai soms wel nodig en functioneel is. TED-spreker Sarah Corbett verlost ons van dit eenzijdige beeld van de activist. Haar manifest bepleit kleine, langzame, mooie en positieve acties. Vriendelijk activisme wordt het ook genoemd, en dat zou zomaar kunnen passen bij de ‘bescheiden wezens’ die in de rijkskantoren wellicht in de meerderheid zijn. Ik was in elk geval blij te horen dat vriendelijkheid, mildheid en compassie bij de studieclub over activisme in beeld kwamen als effectieve manieren om de wereld te verbeteren. Dat is precies de activistische houding waarmee ik mijn werk probeer te doen.
*Met medewerking van Winnie Hänschen
*De community van gespreksleiders van Dialoog & Ethiek organiseert in de komende maanden gesprekken tussen ambtenaren over activisme. De gesprekken zijn in Den Haag, Utrecht en Groningen. Ben je ambtenaar en wil je aan zo’n gesprek deelnemen, meld je dan hier aan. Ben je rijksambtenaar en wil je zelf een gesprek in je organisatie helpen organiseren, mail dan naar dialoogenethiek@rijksoverheid.nl.
Geef een reactie