Naar iBewuste oplossingen voor de digitale overheid


Als Digicommissaris richt ik mij op de verdere ontwikkeling van de digitale overheid. Het onderwerp iBewust gedrag binnen de overheid is daarvoor natuurlijk van groot belang. In deze column wil ik het thema graag in een breder perspectief plaatsen. Want iBewust gedrag gaat om meer dan alleen iBewustzijn bij ambtenaren; het is onderdeel van een groter geheel. Dat illustreert het volgende voorbeeld:

UWV startte enige tijd geleden een iBewustzijnscampagne voor medewerkers. Het bleek namelijk dat het regelmatig voorkwam dat klanten hen mailden (via onveilige e-mail) met verzoeken waarmee die klanten privacygevoelige informatie prijsgaven. Ik kan mij goed indenken dat je als UWV’er met een dienstverlenende instelling op die verzoeken ingaat, al is de e-mail eigenlijk geen geschikt kanaal voor het uitwisselen van privacygevoelige informatie. De iBewustzijnscampagne van UWV richtte zich dus op de vraag: wat doe je als medewerker met zo’n verzoek? Denk je met de klant mee en probeer je zo goed en zo kwaad als het kan verder te helpen? Of verwijs je de klant naar voor hen geschikte kanalen waar de informatie-uitwisseling wél veilig is? En zijn die kanalen er ook? Eén van de uitkomsten van de campagne was dat UWV een digitale oplossing ontwikkelde waarmee die één-op-één communicatie wel veilig kan. En dat vind ik nou een hele mooie iBewuste én dienstverlenende oplossing.

‘Bij de digitale overheid vertrouwt de mens er zonder meer op dat communicatie met de overheid veilig is’

Dit soort dilemma’s zullen we als Nederlandse overheid vaker tegenkomen, want de ontwikkelingen in techniek en maatschappij gaan razendsnel. De meeste Nederlanders zijn online actief. Ze kopen van alles bij webwinkels; delen persoonlijke ervaringen, foto’s en meningen via sociale media; doen allerhande zoekopdrachten via Google, en communiceren via Whatsapp. Veel privé-informatie bereikt op die manier de openbaarheid. Lang niet iedereen is zich bewust van de risico’s voor veiligheid. Bij de digitale overheid vertrouwt de mens er zonder meer op dat communicatie met de overheid veilig is en dat dan ook zijn privacy is geborgd. Die verwachting is terecht. Maar er ligt ook een verantwoordelijkheid bij de mens om zich iBewust te zijn op privacy-aspecten.

In het digitale verkeer blijkt namelijk dat de mens dikwijls de ‘zwakke schakel’ is. Aandacht voor bewustwording van privacy- en veiligheidsrisico’s bij mensen is dus van belang: bij de burger én bij de ambtenaar. Maar ook zullen we er als overheid voor moeten zorgen dat de digitale dienstverlening voor mensen op hún leest geschoeid is: de mens centraal. In dit verband is het centraal stellen van mensen, door hun zeggenschap te geven over hun persoonlijke gegevens, een mooi voorbeeld. Wanneer mensen zelf kunnen bepalen welke informatie een overheidsorganisatie mag inzien en analyseren, komt privacy in een heel ander daglicht te staan. We staan voor de uitdaging de digitale dienstverlening van de overheid zo te ontwerpen dat het aansluit op de verwachte veilige omgeving. Een omgeving waarin mensen zelf kunnen aangeven met welke organisatie ze welke informatie delen, en die bovendien aansluit op de wensen, behoeften en ervaringen van mensen. Dat laatste betekent bijvoorbeeld ook dienstverlening op maat voor mensen die minder goed mee kunnen komen in de digitale tijd.

De titel van het Digiprogramma 2016/2017 is niet voor niets: Succesvol digitaal, stel de mens centraal.

Als Digicommissaris maak ik mij hard voor de doorontwikkeling van de Generieke Digitale Infrastructuur. Denk aan een digitaal ‘paspoort’, ‘rijbewijs’, ‘app’ of ‘bankpas’ waarmee mensen zich veilig, betrouwbaar en gemakkelijk online kunnen identificeren. En aan basisregistraties waarin de belangrijkste gegevens zijn verzameld die de overheid nodig heeft om haar werk te doen, zodat burgers niet steeds dezelfde informatie aan de overheid hoeven te verstrekken. Aan standaarden die ervoor zorgen dat overheidsorganisaties veilig, betrouwbaar en op eenzelfde manier gegevens uitwisselen. En vooral aan een eenduidige manier van aanbieden van digitale diensten die aansluit bij de behoeften en wensen van de mens. Dus werken aan een GDI die mensen centraal stelt.

‘Als Digicommissaris maak ik mij hard voor de doorontwikkeling van de Generieke Digitale Infrastructuur’

We spreken bewust van mensen, want de burger is slechts één van de rollen waarmee de mens in aanraking komt met de overheid. Hij is tegelijkertijd ook ondernemer, patiënt, student, mantelzorger etc. Eén van de kenmerken van deze tijd is dat de mens in al zijn maatschappelijke rollen meer zelf wil doen en zelf wil bepalen; zelf de regie voeren over zijn eigen leven. De overheid doet een stap terug en wordt meer faciliterend. Het aandeel van de mens in de diensten van de overheid wordt dus steeds groter. Omdat zoals ik al eerder zei de ontwikkelingen razendsnel gaan, wordt het bieden van de juiste digitale ondersteuning (zoals UWV dat het in het voorbeeld deed) en iBewust gedrag steeds belangrijker.

Wat kun je als iBewuste ambtenaar met dit verhaal? iBewust gedrag heb je natuurlijk nog steeds grotendeels zelf in de hand. Maar soms zul je – juist omdat je de risico’s en gevaren begrijpt – om adequate digitale ondersteuning moeten vragen. Zeker wanneer je merkt dat je privacy- en veiligheidsgrenzen zou moeten overschrijden om goede dienstverlening te kunnen bieden. Trek dan aan de bel.

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Bas Eenhoorn
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*