Ouderen die zonder aanvulling op hun AOW onder het sociaal minimum komen, hebben recht op een aanvullende inkomensvoorziening (AIO). Echter slechts de helft van wie daar recht op heeft, vraagt die ook aan, zo concludeerde de Rekenkamer. Dat zijn bijna 50.000 mensen. Mag de Sociale Verzekeringsbank (SVB) die mensen nu schrijven of bellen om ze op hun recht te attenderen?
Bij de AOW, waarover ik kortgeleden schreef, benadert de SVB die de regeling uitvoert, mensen actief wanneer ze daar recht op krijgen. Dat kan, omdat de SVB weet wanneer iemand de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Aan deze regeling zijn meer voorwaarden verbonden. De meeste van die voorwaarden kun je afleiden uit de polisadministratie van het UWV. Mag de SVB nu haar bestanden met die van het UWV vergelijken om die mensen te vinden?
Nee, zo schrijft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een reactie op het onderzoek van de Rekenkamer. Want hoewel het ministerie het belang onderschrijft dat mensen krijgen waar ze recht op hebben, is dat niet proportioneel. Ook niet met de omvang van de schuld- en armoedeproblematiek in Nederland in gedachten. Hoe kom je tot die afweging?
‘Wat zijn de gevolgen voor de mensen die niet tot de doelgroep behoren?’
Als er nu 50.000 mensen zijn die geen aanvulling aanvragen, dan schat de SVB de jaarlijkse instroom op zo’n 5.000 mensen. Om die mensen te vinden, moet je de persoonsgegevens verwerken van ongeveer de helft van de mensen die jaarlijks recht krijgt op AOW. Dat zijn bijna 100.000 mensen. Je kunt denken: je moet dus van veel mensen gegevens verwerken om een kleine groep mensen te vinden. Dat is niet proportioneel. Klopt dat?
Nee, want de vraag moet zijn: wat zijn de gevolgen voor de mensen die niet tot de doelgroep behoren? Voor de grootste groep geen, want je bent juist op zoek naar een kleine groep die er mogelijk wel recht op heeft. Voor die kleine groep zijn er gevolgen. Ze krijgen een brief of een telefoontje.
Dat is heel anders – en daarom heel nieuw – dan bij signalen van fraude. Niet eerder werd een dergelijke vorm van gegevensuitwisseling gebruikt ten behoeve van burgers die juist wel recht hebben. We doen dit vaak bij fraude, het tegenovergestelde. Daar zijn de gevolgen voor mensen die geen fraudeur zijn ook groot. Zij worden, net als de fraudeurs, op basis van een signaal geconfronteerd met controles, huisbezoeken of boetes als je te laat reageert. Hier krijgen mensen alleen een telefoontje dat ze waarschijnlijk recht hebben op een aanvulling op hun inkomen.
Het is goed om terughoudend te zijn met gegevensuitwisseling. Maar het is nog beter om te bedenken waarom: om gevolgen voor echte mensen in de echte wereld, niet voor de bits.
*Deze column verscheen oorspronkelijk in het Financieele Dagblad op 30 november 2019.
Stichting Kafkabrigade verzorgt masterclasses over digitalisering en
behoorlijk bestuur. Voor meer informatie:
kafkabrigade.nl/onderwijs
Nico
beleidsondersteuner zegt
Interessant artikel. Gevolgen van onnodig buiten de boot vallen zijn niet alleen voor mensen zelf vervelend, maar indirect ook voor mensen om hen heen in engere zin of de maatschappij in bredere zin omdat mensen die problemen hebben vaak ook geld kosten. Hetzij kosten ze zelf geld omdat ze op andere plekken in trajecten geld gaan kosten, hetzij omdat ze anderen in hun omgeving belasten waardoor deze in productiviteit inboeten. Vaak worden deze kosten niet meegewogen omdat ze “uit het zicht” van de portefeuillehouder van een departement blijven, maar de kosten ontstaan dan dikwijls in veelvoud over de schutting bij een departement van de buren.