Dat de overheid geen bedrijf is, hoeft geen betoog. Maar het laat onverlet dat ook de publieke sector wel degelijk de digitale transformatie zal moeten doormaken. Omwille van relevantiebehoud, omwille van de aansluiting op inwoners en andere partners. Maar vooral omwille van realisatie. De zingeving voor de digitale transformatie van de overheid is namelijk gelegen in het realiseren van maatschappelijke opgaven.
De uitdaging is stevig: de digitale transformatie van overheden vindt plaats in een democratisch gelegitimeerde, politiek-bestuurlijke context waarbij naast presteren en uitvoeren ook beleidsprocessen en beleidsproductie een rol spelen. De maatschappij zelf is inmiddels tekenmerken als een door technologie gedreven informatiesamenleving.
Afgelopen juli heeft Gartner de meest recente duiding gegeven van de positionering van technologische ontwikkelingen, de zogenoemde Hype Cycle for Emerging Technologies. Zie figuur:
Let wel, het gaat daarbij niet om een beeld van alle technologieën die hun bestaansrecht al bewezen hebben, maar alleen om de opkomende technologieën (‘emerging technologies’). Meer specifiek voor de publieke sector is het plaatje als volgt:
Wil de publieke sector in deze context haar betekenis behouden, dan zal die overheid moeten excelleren op het ontwikkelen van de volgende kwaliteiten:
- de kwaliteit van het organiseren: het organiseervermogen, het samenspel met en het verbinden van partners, het bij elkaar brengen van die mensen en organisaties die met elkaar een bijdrage kunnen leveren aan een maatschappelijke opgave;
- de kwaliteit van het leren: het feitelijke leervermogen, het inspelen op de context, de mate waarin omgevingsfactoren tot aanpassing van waarneembaar gedrag leiden;
- de kwaliteit van het dataficeren: het datavermogen, het niveau van weten en voorspellen, de ontwikkeling van navolgbaar inzicht.
Deze kwaliteiten bepalen de toegevoegde waarde van de overheid in de veelzijdigheid van de maatschappelijk netwerken. Er is een hiërarchie in die kwaliteiten, want de digitale transformatie van de overheid is bóvenliggend om het organiseren en leren ook verder te ontwikkelen. Ik memoreer hier de indringende notie Go Digital or Go Home.
Drieledige inzet
In Nederland tekent zich een drieledige inzet af op de digitale transformatie van de overheid. Veel energie gaat naar de wat traditionele, meer reguliere digitalisering, namelijk die op het gebied van dienstverlening en bedrijfsvoering. Dat gaat niet leiden tot een transformatie voorspel ik. Veel is nog steeds gericht op het digitaal maken van bestaande processen, vaak aangevuld met een stuk efficiëntieverbetering. Ook de feitelijke inzet op het zogenoemde data-gestuurd werken is nog steeds mondjesmaat. Grotere gemeenten doen hun ‘eerste of tweede best’, de meeste provincies en waterschappen ook, idem de rijksoverheid.
En het derde veld van inzet, die van de technologische innovatie, lijkt het meest ondergesneeuwd. Het overgrote deel van de Digitale Agenda’s zoals die de aflopen paar jaren zijn verschenen, toont wel een sterke bewustwording op data, maar is mager in de aandacht voor technologie. Terwijl ook hier een hiërarchie geldt: technologische innovatie is bóvenliggend ten opzichte van data en reguliere digitalisering. Ik ben er dan ook gelukkig mee dat de digitale strategie van de provincie Zuid-Holland, én de uitvoering ervan, hier wel blijk van geven. Ook de kakelverse Interprovinciale Digitale Agenda verwoordt op dit punt volgens mij de juiste balans.
Doelen digitale transformatie
Het bovenstaande zou de gedachte kunnen voeden dat digitale transformatie een doel op zich is. Dat het implementeren van technologische innovatie in zichzelf nodig is. Dát is echter bepaald niet wat ik wil stellen. Zeker voor overheden benadruk ik dat de échte doelen van de digitale transformatie anders van aard zijn. Ik noem die vier doelen, in tamelijk willekeurige volgorde.
- Technologie draagt bij aan het slimmer realiseren van maatschappelijke opgaven
Het gaat hier om het welbewust en doordacht gebruiken van technologie en innovatie om de uiteenlopende sociaaleconomische opgaven een stukje verder te brengen. Geen inzet van technologie omwille van de technologie zelf. De voorbeelden zijn eindeloos. Ik noem hier nu alleen de impact van technologie op de mogelijkheden voor een veel meer gedecentraliseerde energieopwekking en -distributie. Technologie verandert de manier hoe we kijken (waardoor we in staat zijn maatschappelijke opgaven te herdefiniëren), hoe we doen (zodat we effectiever maatschappelijke opgaven oppakken) en hoe we denken (want nieuwe vraagstukken vragen om nieuwe antwoorden). - Maatschappelijk verantwoord digitaliseren adresseert morele dilemma’s
In veel van de al genoemde Digitale Agenda’s wordt ruimschoots aandacht gegeven aan ethische vraagstukken die de wereld van informatie en technologie oproept. Het Rathenau Instituut heeft ze onlangs systematisch in kaart gebracht, aan de hand van zeven thema’s: gegevensbescherming en digitaal huisrecht, keuzevrijheid en manipulatie, identiteitsfraude en fysieke veiligheid, onvoorspelbaarheid en controle op algoritmes, menselijke waardigheid en instrumentalisering, rechtvaardigheid en stigmatisering, en, tenslotte, oneerlijke concurrentie en uitbuiting. Al met al een heftige opsomming. Toch constateer ik dat het nog veel te veel bij deze ‘zware’ woorden blijft; de concrete operationalisering ervan vertaald naar het handelen van de overheid is grotendeels onontgonnen terrein. Zelf ben ik in toenemende mate gemotiveerd om, vanuit het beginsel van de trusted overheid, het begrip digital ethics te laden naar daadwerkelijk handelingsperspectief voor overheden. - De overheid organiseert het ecosysteem voor digitale transformatie
Het welbewust en nauwgezet opbouwen van een maatschappelijk weefsel rond maatschappelijke opgaven, technologische innovatie en ethische vraagstukken lijkt mij cruciaal om de al eerdergenoemde relevantie van de overheid opnieuw te kunnen verwoorden. Transformeren doe je sámen, de kern van het succes zit erin dat je vanuit en met je context transformeert. We kennen in Nederland al heel wat tafels intussen, denk alleen maar aan de klimaattafels – wel, ik pleit voor DigiTafels. Om zo de agendering en de programmering van de digitale transformatie van de publieke sector daadwerkelijk in regie te zetten. - De ondersteunende sociale infrastructuur faciliteert de transformatie
Zonder de volle inzet op het creëren van een helpende sociale infrastructuur gaat de digitale transformatie niet van de kant komen. Sociale infrastructuur bedoel ik daarbij in een brede betekenis: de juiste kennis in huis hebben, politiek en bestuurlijk inzicht verkrijgen in de gevolgen van digitalisering, het vermogen hebben partners aan je te binden, een cultuur van innovatie opbouwen, het leervermogen van de organisatie vergroten, begrijpen wat transformatiemanagement is, etc. Graag roep ik de overheden op om bloedserieus werk te maken van deze infrastructuur. Het is immers zó randvoorwaardelijk voor de digitale transformatie.
Weinig digitaals
Ik vat samen. Digitale transformatie gaat over maatschappelijke opgaven, over morele oordeelsvorming, over ecosystemen en over mensen. Wat in dit rijtje mist, is dat het gaat over digitale dingetjes. Dat mist bewust. De digitale transformatie is de grote gamechanger van deze tijd voor de publieke sector, maar er is weinig digitaals aan die digitale transformatie.
Marjolein Hins
Adviseur-procesleider Collectief Ontwikkelen met Impact zegt
Helder en helemaal eens Jan!
Hans Nouwens
Directeur zegt
Scherpe analyse van een grote beweging die door technologische ontwikkeling is ingezet en onze maatschappij onherkenbaar verandert. Het tempo van de ontwikkeling wordt met name bepaald door de sociale innovatie. Een mooie rol voor de provincie om een regionale uitvoeringsagenda te organiseren. Daarbij is het handig als we ook van de tafels opstaan om voor het eten te gaan zorgen.
Eelke Pol
Hoofd HRM zegt
Mooi verhaal Jan, scherpe analyse!
Een en ander is mede de reden waarom we bij gemeente Gouda, samen met Utrecht Dataschool, werken aan experimenten op het gebied van competentie-ontwikkeling mbt datagericht werken. Welke competenties van ambtenaren zijn nodig, voor wie en in welke fase, om effectief, betrouwbaar en ethisch om te gaan met data. Dit samenwerkingsverband is breder, ook de gemeenten Woerden en Almere doen mee en ook ‘jouw’ provincie Zuid-Holland. Is een boeiend onderwerp!