In dit blog gaat Johan Jan Beukman in op leiderschapslessen die er te trekken zijn uit de voetbalwereld. Hij kijkt naar Erik ten Hag, trainer van Manchester United.
Het contrast kon niet groter zijn. Nadat Erik Ten Hag op 26 februari met zijn Manchester United de League Cup binnen sleepte, zag de wereld er een paar dagen later weer totaal anders uit. The Red Devils werden weggespeeld door Liverpool en verloren met maar liefst 7-0. Welke leiderschapslessen kunnen we hier uit halen?
De verlosser
Na het behalen van de League Cup pakten de media flink uit. Erik ten Hag werd neergezet als dé verlosser. Natuurlijk zijn wij als Nederlanders trots op de verrichtingen van onze landgenoot bij een van de grootste clubs ter wereld.
Al snel kwam de focus te liggen op zijn leiderschap. Zo heeft hij interne conflicten opgelost, onderpresterende spelers weer aan de gang gekregen en met een strenge aanpak gezorgd voor structuur (zie daarover dit artikel in het AD).
Kortom, hij heeft in een paar maanden tijd een winnaarsmentaliteit gecreëerd. Hij pakt daarbij niet alleen zelf de leiderschapsrol, maar laat ook zijn spelers de leiding nemen. Door intern steun te vergaren voor zijn visie en deze visie uit te dragen richting zijn spelers, heeft hij gezorgd voor ee cultuuromslag binnen de club. Ten Hag werd zelfs genoemd als voorbeeld voor andere leidinggevenden buiten de voetballerij.
Meerdere factoren spelen een rol
Het grote verlies tegen Liverpool een paar dagen later laat zien hoe ingewikkeld het is om conclusies te trekken over leiderschap en de directe effecten van leiderschap. In dit geval wordt het leiderschap van Ten Hag direct gekoppeld aan de prestaties van het team en andersom. Goed leiderschap wordt snel gezien als het magische instrument, dat direct kan zorgen voor positieve resultaten. Maar het grote verval een paar dagen later laat zien dat leiderschap niet zomaar een kwestie is van aan de juiste knoppen draaien tot je de juiste modus hebt gevonden.
Het lijkt niet voor de hand te liggen dat het getoonde leiderschap opeens drastisch anders is dan een paar dagen ervoor, toen de beker omhoog werd gehouden. Er spelen blijkbaar nog veel andere factoren een rol, die in samenhang met leiderschap kunnen zorgen voor een positief of negatief resultaat. Denk bijvoorbeeld aan de fitheid van spelers, speltactiek en sterkte van de tegenstander. Maar ook het leiderschap van de spelers op het veld en de mate waarin zij om kunnen gaan met tegenslagen in de wedstrijd. De context waarin leiderschap plaatsvindt is daarom extra belangrijk om rekening mee te houden.
Meer spelers op het speelveld
Het voorbeeld van Ten Hag laat ook zien dat leiderschap nog steeds vrij centralistisch wordt benaderd. Als een team slechte prestaties levert, is het vaak de coach die het moet ontgelden. Een nieuwe leider met nieuwe ideeën moet dan voor een frisse wind zorgen. Hier is een duidelijke parallel zichtbaar met bestuurders in het publieke domein. Als er fouten zijn gemaakt of er is sprake van een crisis, is het vaak de topambtenaar of politiek leider die aftreedt. Terwijl er meer spelers zijn op het speelveld. Interessant is of het leiderschap van één persoon invloed heeft gehad op het falen, en in hoeverre een wisseling van de wacht een effect heeft op een mogelijke verbetering. Door onderzoek te doen naar leiderschap op meerdere lagen van een organisatie (multi-level), kunnen we ook zien hoe leiderschap van meerdere personen effect heeft op elkaar. Op die manier kun je voorkomen dat er alleen wordt gekeken naar het leiderschap van één persoon.
De lange termijn
Bovenstaande laat ons zien dat we ervoor moeten waken om te snel conclusies te trekken en verbanden te zien. Onderzoek doen naar de effecten van leiderschap is niet zo makkelijk als het lijkt. In het geval van Manchester United worden de goede prestaties een op een gekoppeld aan goed leiderschap. Daarmee probeert men een logica te ontvouwen: de goede prestaties worden verklaard aan de hand van leiderschap. Het team presteert steeds beter, dus kunnen we ervan uitgaan dat het bijbehorende leiderschap van de coach ook sterk is.
Waarom er een paar dagen daarna sprake is van een enorme dip in prestatie, is dan veel moeilijker te verklaren. Als we ons baseren op een te kort moment in de tijd, kunnen we (te) makkelijk zaken over het hoofd zien. Om te voorkomen dat we alleen kijken naar een momentopname, is het raadzaam om over een langere periode (longitudinaal) onderzoek te doen naar de effecten van leiderschap.
Dit geldt ook voor onderzoek binnen publieke organisaties, waar veranderprocessen vaak lang duren en er veel wisselingen van actoren zijn. Tot slot is ook de kracht van reflectie belangrijk: samen met elkaar zoeken naar de redenen waarom de prestaties wisselend zijn en hoe leiderschap hierin een rol kan spelen. Kortom, we kunnen inderdaad nog veel leren van en over het leiderschap van Ten Hag.
*Dit blog is geschreven door Johan Jan Beukman en verscheen eerder bij het Leiden Leadership Centre.
Geef een reactie