Een effectief ruimtelijk beleid zou voor tal van actuele maatschappelijke vraagstukken een structurerend instrument kunnen zijn, maar de NOVI ontbeert duidelijke keuzes of een visie, vinden Robbert Coops en Victor Frequin. Mede door de huidige crisis is een herstructurering van de NOVI noodzakelijk.
Op 24 september debatteerde de Tweede Kamer opnieuw met minister Ollongren over de (Ontwerp) Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en de daarmee samenhangende Omgevingswet. Het zijn taaie onderwerpen – de invoering van de Omgevingswet is al enkele keren vertraagd en de discussies over de NOVI leiden ook niet tot een golf van enthousiasme. Wat is er met het ruimtelijk beleid aan de hand sinds het ministerie van VROM is opgedeeld, de Rijksplanologische Dienst het loodje legde, de Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening werd opgeheven en in het kielzog daarvan ook op provinciaal bestuurlijk en beleidsniveau een vergelijkbare kaalslag plaatsvond?
Herstructureren en herformuleren
Deze kaalslag is merkwaardig, want juist nu met zaken als energietransitie, klimaatveranderingen, verdroging, toename mobiliteit, krimp, woningschaarste en – uiterst actueel – corona, zou een effectief ruimtelijk beleid als structurerend instrument zijn waarde moeten hebben. Dat alles is helaas niet het geval. Niet alleen ontbeert de NOVI duidelijke keuzes of een visie, maar er is ook geen enkele rekening gehouden met de consequenties van het COVID-19 virus (of enig ander virus). Ook dat is een risicovolle leemte; er zijn in de NOVI geen scenario’s die uitgaan van een pandemie. Sterker nog, de uitgangspunten van dit richtinggevende beleidsdocument leunen (te) sterk op de klassieke economische uitgangspunten van groei (en veel minder op die van duurzaamheid). De NOVI vormt daarnaast de start van de Omgevingswet; daarin is participatie een pijler. En hoe kun je participatie starten als er geen visie is op belangrijke issues?
‘Een grondige herstructurering van de NOVI zou met de kennis van nu niet meer dan logisch zijn’
Natuurlijk, de huidige coronacrisis kwam plotseling uit het niets. Dat dit de beleidsbepalers niet direct te verwijten valt is duidelijk. Maar met de kennis en ervaring van nu, zoals met de consequenties van de 1,5 meter samenleving, zou een grondige herstructurering en herformulering van de NOVI toch niet meer dan logisch zijn. Niet voor niets heeft rijksbouwmeester Floris Alkemade in zijn boek “De toekomst van Nederland” gewaarschuwd voor het effect van onverwachte catastrofes – zonder daarbij overigens het coronavirus te noemen: “Nu we tegen de grenzen aan lopen, is de kunst van richting te veranderen essentieel. Afscheid nemen van ingesleten patronen en gewoontes raakt aan de bestaanszekerheid en voelt vaak als een bedreiging, maar hoe beter je kijkt en hoe meer verbeeldingskracht je inzet, hoe duidelijker het wordt dat de noodzakelijke veranderingen alles in zich dragen om op veel terreinen een betere kwaliteit van leven te realiseren”. Hij zet vooral in op de kunst van veranderen en vernieuwen, iets wat het ruimtelijk beleid – niet alleen op papier maar vooral in de realiteit – ontbeert.
Zonder visie geen participatie
Er zullen – ook in de NOVI – heldere keuzes gemaakt moeten worden. En er zal op zijn minst een supplement dat expliciet ingaat op de gevolgen van corona moeten worden toegevoegd. Want wij vrezen dat het helaas niet bij deze uitbraak van dit virus zal blijven. De kans dat zich vergelijkbare virussen zullen voordoen is levensgroot. En vergeet niet wat deze crisis betekent. Het is niet meer of minder dan “een economische en sociale ordeverstoring op een niet eerder vertoonde schaal”, aldus Geert Mak in zijn apart verschenen nawoord bij zijn bestseller “Grote verwachtingen”.
‘De beleidsambities kunnen alleen slagen als de overheid aansluiting bij de burgers weet te vinden’
Het Planbureau voor de Leefomgeving sluit zich hierbij aan. “Het gaat nog steeds niet goed met onze leefomgeving en de opgaven op het vlak van onder meer klimaat, natuur, grondstoffengebruik en woonomgeving worden alleen urgenter. De overheid blijft aan zet, maar de beleidsambities kunnen alleen slagen als die overheid daarbij ook de aansluiting bij de burgers weet te vinden.”
De NOVI en natuurlijk ook de nieuwe Omgevingswet zouden veel meer een stimulerend middel moeten worden dat actief kan worden ingezet om een integrale visie te formuleren. Dus met inbegrip van corona. Alleen op basis daarvan kan participatie starten. Zonder visie is participatie als een kip zonder kop!
Geef een reactie