Ruim een jaar geleden betoogde ik op dit platform dat een burgerforum een probaat middel kan zijn om de burgerparticipatie van Nederlandse burgers in het politieke besluitvormingsproces te doen vergroten. Dat zou kunnen bijdragen aan herstel van vertrouwen in de politiek. Hoe is de situatie nu op gemeentelijk niveau? En op landelijk en Europees niveau?
Actieve burgerparticipatie op gemeentelijk niveau schijnt in sommige gevallen, in tegenstelling tot crisissen op landelijk niveau, toch positief te werken. Peter van Hoesel en Rob van Engelenburg schreven in een stuk op Platform O dat zij ‘in een reeks artikelen op platform O hebben laten zien hoe overheden burgers nogal eens buitenspel houden bij het ontwikkelen van plannen’. Als tegenwicht willen de schrijvers laten zien dat serieuze samenwerking tussen gemeenten en burgers goede resultaten oplevert, waar zowel de gemeente als de burgers tevreden (soms zelfs trots) op kunnen zijn.[1] Positieve inbreng van burgerparticipatie in burgerfora op gemeentelijk niveau is natuurlijk toe te juichen, maar in grote landelijke crisissen (waarin de burgers amper of geen invloed op het politiek besluitvormingsproces hebben) is dat helemaal niet het geval.
Stel dat er op landelijk niveau ook een burgerforum zou worden ingesteld om over de grote nationale crisissen te kunnen en mogen adviseren, dan rijst de vraag of dat forum adequaat advies, in dit geval aan het parlement of de regering zou kunnen geven. Ik denk dat de crisissen te complex, te ingewikkeld en te onoverzichtelijk zijn om burgers hierin te laten adviseren. De afhandeling(en) zouden nog veel langer duren dan nu al het geval is. Terwijl commissies van experts er al niet uitkomen. Een belangrijk deel van het politiek proces vormt de wirwar van regels.
Wirwar van regels
Premier Rutte gaf tijdens het overleg in de Tweede Kamer op 7 juni 2023 over de Groninger gascrisis aan dat de twee meest aansprekende crisissen die in Nederland het politiek systeem gijzelen de Groninger gascrisis en de toeslagenaffaire zijn. De grootte van deze crisissen heeft volgens mij ook te maken met de wirwar van regels wat tot gevolg heeft dat er nog meer bureaucratisering binnen het Nederlands politiek systeem ontstaat. Maar ook de EU strooit een enorme hoeveelheid wet- en regelgeving over de lidstaten uit, ondanks pogingen van Eurocommissaris Frans Timmermans omdat te verminderen.[2]
Ook in Nederland schiet de politieke bemoeienis door
Op 27 mei 2023 publiceerde De Telegraaf een interview met hoogleraar Bestuurskunde Paul Frissen, waarin hij kritiek uitte op de overheid. ‘Het liefst zou onze overheid door de brievenbus gluren om te zien of we wel goed, gezond en duurzaam leven’. Hij hekelt de bemoeienis op microniveau van de staat met de burgers. Dat gaat van gezondheid tot opvoeding, van stikstof tot klimaat. Steeds weten Haagse beleidsmakers wat het beste is voor de mensen is.[3]
Het politiek systeem
In Nederland is het politiek systeem door toename van wet- en regelgeving bijna een onuitvoerbaar systeem geworden, maar ook de grote toename van politieke partijen in de Tweede Kamer zorgt voor een onoverzichtelijke brei van kleine en grote belangen. En niet alleen de Nederlandse politiek is hieraan schuldig. Maar ook de Europese wet- en regelgeving wordt stringenter. Mede daardoor wordt de invloed van Europees beleid op de lidstaten steeds groter.
EU dwarsboomt lidstaten
Om Nederland en andere lidstaten nog meer te “dwarsbomen”, terwijl Nederland wat crisissen betreft in zwaar weer verkeert heeft de EU onder andere de volgende regels vastgelegd.
Het is maar een greep. De EU wil camera’s aan boord van vissersschepen om te controleren of ze zich aan de Europese regels houden. Recent is er na jaren onderhandelen een akkoord bereikt over deze strengere controle-regels.[4] En wat te denken van de Europese bemoeienis met Utrechtse raamhouders. Ze staan al jaren met hun kraam op een vaste plek en zijn een vertrouwd gezicht voor de buurt maar dreigen nu hun onderneming kwijt te raken. Utrechtse kraamhouders kregen een brief van de gemeente waarin werd medegedeeld dat hun vergunning eind 2023 afloopt en niet wordt verlengd. Ze kunnen de vergunning opnieuw aanvragen maar krijgen daarbij concurrentie van andere ondernemers. De gemeente zegt hiermee Europese regelgeving te volgen die voorschrijft dat iedereen de kans moet hebben om zich in te schrijven voor een standplaats.[5] De Europese wet- en regelgeving sijpelt in alle poriën van de samenlevingen van de lidstaten door, hetgeen op steeds meer weerstand van de Europese burgers stuit.
Onvrede over Europa
Leidse wetenschappers onderzoeken Europese regelgeving en op welke manieren die regels op meer steun kunnen rekenen van de burgers van lidstaten. In hoeverre wordt het bestaan van een Europese bestuurslaag gesteund door de meerderheid van de bevolking? Burgers roeren zich. Ondanks het feit dat Europese burgers eens in de vijf jaar hun eigen vertegenwoordigers kiezen in het Europees Parlement, bestaat het gevoel dat je als burger maar weinig invloed kunt uitoefenen op de koers van de Europese mammoettanker.[6] De Europese politiek staat mijlenver, net als het in mindere mate het geval met de Nederlandse politiek, van de gewone burger verwijderd. Af en toe ziet men op de televisie interviews met Europese parlementariërs maar het lijkt wel of zij in een gesloten systeem leven (zeg een cocon) waarin zij, voor de gewone burger, niet begrijpelijke taal declameren.
Euroscepsis
Met het toegenomen belang van Europa, neemt ook de kritiek op die samenwerking toe. Niet alleen zijn er nieuwe politieke partijen ontstaan die zich tegen de Unie keren, maar laten ook gevestigde partijen vaker een kritisch geluid horen. Europese samenwerking is geen wondermiddel meer voor nationale politieke problemen.
Wat wil de Europese burger?
Een kritische houding betekent nog niet dat duidelijk is wat ‘de’ burger wil. Onderzoek van het Instituut Bestuurskunde van Universiteit Leiden laat zien dat burgers van Europa heel verschillende dingen willen. In Nederland, bijvoorbeeld, zijn er zeer verschillende ‘discoursen’ onder burgers over Europa. Terwijl sommigen voor meer Europa pleiten, zijn anderen daar fel op tegen. Een kritisch discours wijst erop dat Europa democratischer moet worden; een andere geeft aan dat Europa vooral een kostenpost is geworden, waarbij het bovendien moeilijker is nog werk te vinden.[7]
Ingewikkeld en bijna onuitvoerbaar geworden
De Franse politicoloog Bertrand de Jouvenel heeft de liberale staat wel getypeerd als nomocratie regeren door wetten. Politieke activiteit was primair gericht op het maken van wetten. Politieke praxis in de liberale rechtsstaat (of Nachtwakerstaat) was dus vooral parlementaire strijd over wetten.[8] Maar Jouvenel typeert de latere verzorgingsstaat als een beleidsstaat, of een telocratie, regeren door doelstellingen. Ik zou de huidige politieke landschap als combinatie van nomocratie en telocratie beschouwen. Een overvloed van wet- en regelgeving (de overheid als pottenkijker) om beleidsdoelstellingen te verwezenlijken.
De VVD als grootste politieke partij is, samen met D66 en de andere coalitiepartijen, hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de huidige wet- en regelgeving. Te veel, gecompliceerd en bijna niet uitvoerbaar. Frissen zegt daarover: in vrijwel alle overheidsprogramma’s zit stiekem het D66 wereldbeeld verborgen.[9]
Big brother
Dit artikel ging in het kort in op burgerparticipatie (door middel van burgerfora) en de ‘langzaam toenemende invloed’ van burgers op politieke besluitvorming op gemeentelijk niveau. En dat schijnt volgens Peter van Hoesel en Rob van Engelenburg, langzaam te gaan werken, zij het op bescheiden schaal. Zij schrijven dat serieuze samenwerking tussen gemeenten en burgers goede resultaten oplevert, waar zowel de gemeente als de burgers tevreden.
Daarna schreef ik verder over het wantrouwen van burgers op de Nederlandse en Europese politiek. En die is groot. Dat komt omdat er over de nationale crisissen eindeloos gesproken wordt en elkaar de zwarte piet toespeelt. Maar vooral omdat er geen definitieve oplossingen in zicht komen. En om maar te zwijgen over de gedupeerden die nauwelijks invloed op deze processen hebben.
Het wordt en is een langslepend debat van hoge dames en heren die op het politieke toneel verschijnen en verdwijnen. De regering stelt ingewikkelde wet- en regelgeving op die soms niet uitvoerbaar zijn. En er gaat kostbare tijd verloren als er weer een commissie wordt samengesteld om hierover te beraadslagen. Dat heeft tot gevolg dat het vertrouwen van de burgers nog meer daalt. Paul Frissen is van mening dat de bemoeienis van de Nederlandse overheid op de Nederlandse samenleving te groot is of aan het worden is. Big brother is watching you.
Burger als stemvee
Ook op het niveau van de Europese politiek is de onvrede van de Europese burgers over de EU merkbaar. Ik noemde onder andere voorbeelden van Europese regels zoals camera’s op vissersboten en de kraamhouders van Utrecht. Logisch dat dat veel weerstand oproept.
De verkiezingen van het Europees Parlement leven niet bij de Europese burgers. Veelal is het beeld van de Europese burger dat Europese politiek binnen de eigen gelederen onder Europese parlementariërs wordt beslist en dat de Europese burger meer als stemvee wordt gebruikt en geen echte invloed kan uitoefenen. Daadwerkelijke invloed op de politieke besluitvorming van de EU heeft de Europese burger nauwelijks.
Nederland wordt beheerst door een politiek systeem van een combinatie van nomocratie en telocratie. Vanwege de complexiteit van de samenleving, de controle van de overheden op de samenleving(en), de vele en verschillend denkende participanten die aan de politiek meedoen en de veelal ingewikkelde wet- en regelgeving is de Nederlandse en Europese politiek een onoverzichtelijk systeem geworden waarvan je door de bomen het bos niet meer ziet. De burger krijgt hierdoor een afkeer van de politiek en haakt af. Wie weet dat te keren?
Voetnoten
[1] Hoesel van P en Engelenburg van R, “Voorbeelden van geslaagde burgerparticipatie” op Platform Overheid 29 juni 2022.
[2] Timmermans, F., Platform Overheid, 10 december 2018.
[3] De Telegraaf, 27 mei 2023 “Bemoeizucht van staat schiet door” interview met prof. Dr. Paul Korsten. Ibidem
[4] De Telegraaf ,“Vissers krijgen camera’s aan boord voor controle Europese regels”, door Alexander Bakker 31 mei 2023.
[5] De Nieuwe Utrechtse Krant, Europese Regelgeving, 25 februari 2023 Utrechtse kraamhouders dreigen hun vaste plek te verliezen: “Ik ben een nummer, mijn tijd is geweest en kan oprotten”
[6] https://www.universiteitleiden.nl/wetenschapsdossiers/europa/onvrede-over-europa
[7] Ibidem
[8] ‘Hoppe, R, Graaf van de H., “Beleid en politiek, een inleiding tot de beleidswetenschap en de beleidskunde” Coutinho Muiderberg 1992, 19.
[9] De Telegraaf, 27 mei 2023 “Bemoeizucht van staat schiet door”, interview met prof. Dr. Paul Frissen.
Rob Hoppe
Emeritus hoogleraar Kennis en Beleid, Universiteit Twente zegt
Is dit een serieus artikel of pure stemmingmakerij? De auteur fulmineert tegen de wirwar van wet- en regelgeving waardoor burgers, ambtenaren, bestuurders en politici door de bomen het bos niet meer zouden zien. Maar is dat werkelijk zo? De toeslagenaffaire is ontstaan niet door een woud aan regelgeving maar door keiharde simpele regeltoepassing: wie een fout maakt in zijn aanvraag is een freudeur. En vissers krijgen een camera aan boord niet door Brusselse bemoeizucht maar omdat Nederlandse vissers in vereniging met een eigen Nederlandse overheid die systematich een oogje dichtknijpt jarenlang gefraudeerd heeft met omvang aan aard van hun visvangst.
Erger is dat de auteur suggereert dat een meerderheid van de burgers af zou willen van de Europese bestuurslaag. Maar wie de rapportages van het SCP over het beeld van de EU van de Nederlandse burgers erop naslaat, kan slechts tot de conclusie komen dat de auteur uit zijn duim zuigt.
Tenslotte over nomocratie en telocratie. De auteur stelt dat de hedendaagse politiek een combinatie van beidemzou zijn. Maar ook hier slaat hij de plank mis. Het is louter telocratie – niet alleen in Nederland maar ook in de VS, blijkens Orren Skowroneks uitstekende boek, “The Policy State” (Harvard UP, 2017). Daaruit blijkt dat een wirwar aan regels het gevolg is wanneer wet- en regelgeving niet langer worden gezien als stabiliserend ordeningsinstrument, maar louter en alleen als van vandaag op morgen aanpasbaar beleidsinstrument.