Overheid: toon digitaal leiderschap

De i-samenleving is slechts beperkt maakbaar

De i-samenleving ontwikkelt zich razendsnel. Helaas hebben bestuurders en politici maar weinig kaas gegeten van wat zich in die i-samenleving afspeelt. De overheid moet meer digitaal leiderschap tonen en de veiligheid, betrouwbaarheid en vooral toegankelijkheid van informatie bevorderen. Dat zijn enkele van de conclusies van de dialoogtafel I-samenleving: de burger centraal, die platform O in samenwerking met Publiek Denken in maart organiseerde.

Gespreksleider Eric de Kruik, adviseur Sturingsinformatie bij KING, trapt de discussie af met een simpele vraag: wat is de i-samenleving nu eigenlijk? Filosoof Govert Derix benadrukt dat het ‘samen’ in samenleving nieuwe mogelijkheden krijgt door de i van informatie en internet. ‘Maar een en ander komt ook onder druk te staan. De i kan een gif of een medicijn zijn voor dat ‘samen’ in samenleving.’
Volgens directeur van Open State Foundation Arjan El Fassed is het ‘allemaal niet zo spannend.’ ‘Internet brengt mensen bij elkaar en stelt mensen in staat om zich te organiseren. De rechten die je in het gewone dagelijkse leven hebt, zoals vrije meningsuiting, informatie en privacy, moeten op internet ook geregeld zijn. Wetgeving moet worden vernieuwd om machtsmisbuik te voor komen.’
Manager Beleid en Public Affairs bij ICT Nederland Dirk van Roode ziet in de steeds grotere verwevenheid van analoge en digitale wereld ‘gigantische kansen als het gaat om zorg, welvaart en welzijn’. Maar er zijn ook vraagstukken. Van Roode: ‘Bijvoorbeeld veiligheid, privacy, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van data en eigenaarschap van data. Daar moeten we goed over nadenken.’ Zijn advies: samen onder regie naar die vraagstukken kijken. Dat kan problemen voorkomen terwijl we kansen benutten.’

Natuurgeweld
Ook directeur van KING Larissa Zegveld ziet ‘mooie dingen’ als het gaat om de i-samenleving. ‘Bijvoorbeeld opleidingen op plekken waar voorheen geen opleidingen waren. De i-samenleving over grenzen heen. Wat je ook ziet: er komt steeds meer informatie. De vraag is: Hoeveel informatie kunnen mensen absorberen. Bovendien wordt die informatie geframed en gekleurd. Met een nieuw kanaal wordt dat erger.’ De informatiesamenleving is iets anders dan een goed geïnformeerde samenleving, aldus Zegveld. ‘Daar moeten we goed over nadenken.’
Als laatste is directeur Informatiesamenleving en Overheid (BZK) Steven Luitjens aan het woord. Waar het gaat om de maakbaarheid van de i-samenleving, waarschuwt hij voor teveel optimisme. ‘Vier jaar geleden hadden we deze bijeenkomst niet gehouden. Kennelijk is er een tipping point waardoor er behoefte is ontstaan om na te denken: waar gaat dit naartoe en wat vinden we ervan? Technologie dringt zo door in alle aderen van de samenleving dat al die vragen een antwoord behoeven. Dat antwoord kan overigens ook zijn: we laten het gebeuren zoals het gebeurt.’ Dat is geen laf antwoord, vindt Luitjens. ‘Het is nu eenmaal moeilijk je teweer te stellen tegen ‘natuurgeweld’.’

Maf
Eric de Kruik is benieuwd of er bij het onderwerp digitalisering door de politiek een sense of urgency wordt gevoeld. ICT Nederland heeft een analyse gemaakt van de verkiezingsprogramma’s van de belangrijkste partijen, vertelt Van Roode. Digitalisering komt in die programma’s maar weinig aan bod. Van Roode: ‘Her en der is wel aandacht voor zaken als privacy en cybersecurity, maar daar houdt het wel mee op.’ ‘Ict en digitalisering zijn geen hoogwaardig dossier,’ vul El Fassed aan. ‘Bij Kamerdebatten over deze onderwerpen zijn vaak maar twee of drie partijen aanwezig terwijl het om heel essentiële vraagstukken gaat,’ zegt Van Roode. ‘Het aantal deskundigen is zorgwekkend laag. Terwijl ict door alle dossiers en door alle ministeries heen gaat.’
Maar wat kun je als politiek en overheid dan doen? Misschien niet zoveel als wenselijk is maar in ieder geval de grondrechten van burgers beschermen. ‘De i-samenleving is misschien niet maakbaar,’ zegt Zegveld, ‘maar je hebt er wel iets op te doen met elkaar. Soms laten we dat te lang liggen en hobbelen we achter de ontwikkelingen aan. Neem bijvoorbeeld veilige toegang tot internet. Het is maf dat we dat voor studenten realiseren via Eduroam en voor ambtenaren via Govroam, maar dat het niet in ons opkomt om dat voor de BV Nederland ook te regelen.’
Volgens El Fassed heeft de overheid nog wat soul searching te doen als het om de toegankelijkheid van informatie gaat. ‘Bij de laatste verkiezingen wilde Open State Foundation de locaties van stembureaus openbaar maken, zodat mensen wisten waar ze konden stemmen. Dat is ons uiteindelijk gelukt, maar dat ging niet vanzelf. BZK zei: je moet bij de Kiesraad zijn. En volgens de Kiesraad bij de gemeenten. Van onze uiteindelijke dataset is veel gebruik gemaakt. Dat bewijst de waarde ervan.’

Emotie
Steeds meer informatie die voor burgers transparant en toegankelijk wordt, het lijkt een droomscenario. Maar, relativeren Derix en Luitjens, toch nemen mensen vaak beslissingen op basis van hun emotie. Terwijl informatie steeds gemakkelijker en beter beschikbaar is, maken we daar vreemd genoemd niet altijd gebruik van. Dat doet niks af aan de waarde, vindt El Fassed. Als je een school moet kiezen voor je kind, is het fijn dat je onderwijsinstellingen kunt vergelijken. Ook al kies je uiteindelijk misschien met je hart. ‘Hetzelfde geldt op de terreinen van duurzaamheid en maatschappelijk ondernemen. Je kunt bedrijven langs een meetlat leggen en vergelijken op bepaalde waarden die jij belangrijk vindt.’
De kwaliteit van data is in Europa hoog, gaat El Fassed verder. ‘Dat komt doordat we zijn goed in archiveren. ‘Maar aan transparantie hebben we nooit veel gedaan omdat we een groot vertrouwen hebben in de overheid. In de VS is het andersom. Daar komen veel data vrij omdat men de overheid niet vertrouwt. Open en verifieerbare data zijn goed voor de democratie. Misschien leiden ze niet tot beter geïnformeerde burgers. Maar betere toegang tot informatie is op zichzelf al een enorme stap.’

Cruijf
De overheid zoekt al een tijdje naar wat haar rol is, meent Zegveld. ‘Mensen organiseren immers steeds meer dingen zelf, nemen zelf verantwoordelijkheid. Ze hebben voor een deel de overheid nodig en voor een deel niet. Het besef begint te komen dat we slechts zo`n10 procent van de informatie leveren die mensen mensen nodig hebben. Maar die 10 procent moet wel goed, betrouwbaar en realtime zijn. Dat zijn randvoorwaarden die wij als overheid moeten creëren.’
Welke andere randvoorwaarden zijn er nodig, vraagt De Kruik. Van Roode noemt onder andere verbondenheid en inclusiviteit. ‘Situaties zoals in de VS, waarin mensen steeds verder polariseren moeten we hier zien te voorkomen.’ El Fassed pleit voor sterk digitaal leiderschap. ‘Bij de Tweede Kamer, gemeenteraden en adviescolleges mag het kennisniveau best een tandje hoger. We hebben allemaal een verantwoordelijkheid om dat te regelen. En het moet gebeuren want het gaat snel. Dat is typisch voor deze tijd. De snelheid waarmee het gaat. Controle, wetgeving, kennis… het moet allemaal sneller.’
Voor Steven Luitjens en filosoof Govert Derix komt het allemaal neer op de vraag: wat willen we met deze samenleving? Luitjens: ‘Als je niet weet wat je wilt, kom je nergens uit. Daarbij hoort overigens ook de vraag: wat willen we per se niet.’ Digitaal leiderschap is voor hem vooral leiding geven aan het gesprek over deze twee vragen.
‘Hoe kunnen we technologie ten goede gebruiken en tegelijkertijd de dark side afremmen,’ besluit hij. ‘Dat is lastig want we zitten er midden in. Het probleem daarbij is de wet van Cruijf: je gaat het pas zien als je het doorhebt. Lachend: ‘Over vijftig jaar zullen geschiedschrijvers misschien wel zeggen: hoe hebben ze zo naïef kunnen zijn om deze beslissing te nemen. Of juist zo slim.’

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Marc Notebomer
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*