Rollen in de energietransitie

Wat kun je, wat moet je doen, als openbaar bestuur in de energietransitie?

Grote maatschappelijke opgaven – zoals de zorg en de energievoorziening – kunnen beter aangepakt worden met technologie en digitalisering. Maar deze opgaven kunnen niet meer vanuit een organisatie opgelost worden. Intensieve samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, wetenschap en maatschappelijke instellingen is een vereiste om iets te kunnen betekenen voor individuele burgers en om iets te kunnen betekenen voor de samenleving als geheel. 

Het voorgaande is een citaat uit de Publiek Denken-special i-Overheid: oog voor de realiteit, dat vertrouwen uitspreekt in de technologie maar ook de organisatie van de rollen problematiseert. Het is een spagaat: leve de technologie, maar is het een oplossing? Die vraag houdt mij zeer bezig.
In de zorg zie je de vraagstukken rond de arbeidsmarkt, het verlies aan traditionele banen en het groeien van de nul-uren contracten en zzp-ers. In de energiewereld zie je rolopvattingen, die niet echt helpen en de ontwikkelingen remmen.
In dit verhaal wil ik het vooral hebben over de energietransitie en het denken in het publieke domein: als we daar niets aan doen, worden de volgende zomers snoeiheet en de wijn uit Nederland van topklasse.

Energie doelen
Sargasso heeft een voortreffelijke serie over klimaat en energie. Boeiend is dit beeld van de realiteit: je kunt ook zeggen dat het een illustratie is van de politieke retoriek en onmacht.
Hoe moet je te werk gaan met energie uitdagingen? Mission-oriënted, zegt Mariana Mazzucato, in opdracht van de  Europese Commissie.  Zij maakt de vergelijking met het Apollo-programma en zegt: ‘Een sleutel les is dat de missies dapper moeten zijn, innovatie moeten aanjagen binnen sectoren, bij actoren en disciplines. Ook moeten ze oplossingen van onder op en experimenten mogelijk maken.’
Die tweede zin is van belang: minister Wiebes is goed in de vergezichten, maar hoe neem je de wereld mee? In mijn eigen huisvesting loop ik tegen dit probleem aan. Ik beschrijf maar eens een ontnuchterend proces, dat moedeloos maakt.

Gemengd appartementencomplex.
Ik woon in een gebouw met 35 appartementen. Onder in het gebouw bevinden zich commerciële ruimten, waarin vooral winkels gevestigd zijn. Het is in 1997 opgeleverd, redelijk geïsoleerd, maar met gebreken aan doorvoeren en rookgasafvoeren.
Die gebreken moeten worden verholpen. Ik informeer bij de VvE wanneer we dat gaan doen. De rente is immers nu nog laag? Bovendien: er zijn leningen te verkrijgen voor energiebesparende maatregelen, bij de Stichting Volkshuisvesting Nederland.
De reactie is tamelijk verbluffend: zonne-energie is al eens besproken, te lange terugverdientijd voor onze oude bewoners. Individuele subsidie voor energiebesparing gaan we niet doen, niet boeiend. Wij vragen conform de wet aan onze bewoners de kosten van de verbetering te betalen, hoe ze dat doen is hun zaak.
Het lijkt me wat kortzichtig: de marktwaarde van je appartement is toch ook voor je erven van betekenis? En als er een individueel recht bestaat op een energie besparingssubsidie, dan werk je daar toch aan mee?
Dan kom ik bij de huurders belangen het zelfde debat tegen: huurders willen niet voor de energie transitie opdraaien. Hun limiet is de maandlast van huur plus stookkosten: als die grens maar niet wordt gepasseerd, zijn ze bereid mee te werken.
Het is allemaal te snappen, maar als huurders en eigenaren zo naar de energietransitie kijken, hebben we een behoorlijk groot probleem bij de transitie in de bestaande woningvoorraad. Dat zal niet veel initiatief opleveren.

Voor het net
In het coalitie-akkoord in mijn gemeente staan mooie en gloedvolle woorden over wat de gemeente allemaal gaat doen en faciliteren. Ik schrijf de jonge wethouder een brief en onderzoek ook nog of Platform 31 ongeveer in de zelfde richting denkt als ik.
Een gesprek komt tot stand. Mijn invalshoek is bescheiden: ik praat niet over het algemene thema, maar over de realiteit in mijn complex, als voorbeeld van de weerstand in de samenleving. Hoe kun je een bestek maken voor aanpassing van rookgasafvoeren, als we binnen drie jaar van onze CV’s af moeten? Kunnen we niet beter voor het net vissen, in plaats van er achter?
Maak een beter plan, zegt de wethouder, leg dat voor aan je bewoners. Hoe doe ik dat, zonder middelen, vraag ik? De gemeente heeft energieconsulenten, zegt de wethouder. Maar begeleiden die mij bij een plan, waar mijn VvE nu al ruim twee jaar aan werkt?
Tja, zegt de gemeente: wij zijn afhankelijk van de maatschappelijke initiatieven, zonder dat beginnen wij niets. Maar dat is precies mijn onderwerp, zeg ik: de politiek moet inzien dat het probleem is dat eigenaars, huurders, installateurs en financiers tot nieuwe vormen van samenwerken  moeten komen, want anders zal de missie falen. Die nieuwe samenwerkingen ontstaan niet vanzelf.
Misschien is het onderwerp te groot, voor een kleine gemeente. Maar in Culemborg zijn ze verder. En Platform 31 ziet ook wel iets in het ontwikkelen van een beleid en modellen voor lokale bestuurders op dit vlak.

Warmtetransitie vraagt een brede aanpak van betere isolatie en installaties. Dat is een soort renovatie, zoals in de stadsvernieuwing van vroeger. En de financiering daarvan vraagt ook nieuw denken, nieuwe benaderingen. Ik help graag mee, meneer Wiebes.

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Tom van Doormaal
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*