Van de Nederlanders is 78 procent tevreden over het functioneren van de democratie in ons land. Een kleiner deel (57 procent) heeft vertrouwen in regering en parlement. Er zijn grote verschillen in waardering tussen groepen inwoners. Vooral lager opgeleiden hebben minder vertrouwen in de landelijke politiek dan hoger opgeleiden. Een en ander staat in de Staat van het Bestuur, een onderzoek dat het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) om het jaar uitbrengt. De Staat geeft inzicht in ontwikkelingen bij het decentrale openbaar bestuur: de provincies, gemeenten en waterschappen.
De Staat laat verder zien dat 49 procent van de inwoners geïnteresseerd is in de lokale politiek en 55 procent bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 zijn stem uitgebracht. Die stem ging in 35 procent van de gevallen naar een lokale partij. Hoewel gemeenten stimuleren dat mensen ook op een andere manier participeren, blijft de stembus nog het populairst.
Gemeente
Het profiel van de gemeenteraadsleden is eenzijdig, aldus de Staat van het Bestuur: mannen, 50-plussers en hoogopgeleiden zijn oververtegenwoordigd. De helft van hen is in 2018 nieuw in de raad gekomen. Ruim een derde van alle raadsleden vertegenwoordigt nu een lokale partij. Een groot deel voldoet aan een profielschets waarin kennis van relevante beleidsterreinen en bekendheid in de lokale samenleving een zwaar gewicht hebben. Gemeenteraden benutten nog niet volledig de instrumenten die zij tot hun beschikking hebben. Zij werken wel in toenemende mate met alternatieve werkwijzen in raadscommissies. De financiële positie van gemeenten is de afgelopen jaren verbeterd: het merendeel schrijft zwarte cijfers en ziet het eigen vermogen groeien.
Provincie
De leden van de Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten zijn vaak mannen (68 procent), hoogopgeleid (90 procent) en gemiddeld 53 jaar. Het merendeel is bezig met de eerste zittingstermijn. CDA en VVD leveren bijna een derde van de Statenleden en de helft van de gedeputeerden. Net zoals de raadsleden en wethouders in gemeenten hebben ze een griffie ter ondersteuning. Deze heeft een gemiddelde omvang van 8 fte en dat beschouwt twee derde van de griffies als voldoende.
De financiële positie van provincies verschilt sterk met die van gemeenten. Dit wordt vooral verklaard door de verkoop van nutsbedrijven aan het begin dan deze eeuw, waarmee een aantal provincies reserves hebben opgebouwd.
Bestuurlijke samenwerking
Het openbaar bestuur speelt in op de veranderende context waarbij steeds meer opgaven zich op het regionale schaalniveau manifesteren, overheden en niet-overheden met elkaar moeten samenwerken en verschillen tussen inwoners en gebieden groot zijn. Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en andere partners werken steeds meer samen en dragen bij aan de maatschappelijke opgaven op basis van gelijkwaardigheid en ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. Voor dit maatwerk zijn goede interbestuurlijke verhoudingen, passende financiële verhoudingen, een sterke lokale democratie en bestuur en ruimte in regels nodig.
De toespraak die minister Ollongren heeft uitgesproken over de Staat van het Bestuur vindt u hier.
Geef een reactie