Trollen, fake news presidenten en een oorlog sterk gebaseerd op beeldvorming en manipulatie van informatie, vanuit een steeds kleiner wordende bubbel van gelijkgestemden, domineren het nieuws. Even inzoomen dus op dit kwalijke fenomeen.
Het aantal communicatiemedewerkers, strategisch adviseurs en spindoctors neemt al jaren toe in de ambtelijke wereld. Met als taakstelling: hoe verkoop ik de bestuurlijke boodschap het beste naar het brede publiek? Met enerzijds minimale schade voor de eigen organisatie en minister/wethouder bij calamiteiten dan wel de meeste exposure bij succesverhalen. Deze dure overhead aanstellingen houden zich niet primair bezig met feitelijke beleidsvoorbereiding waar veel gewone ambtenaren mee bezig zijn. Professor Van Ruiter van de TU Twente maakt hierbij een zinvol onderscheid tussen politieke en overheidscommunicatie.
De communicatie vanuit politici en politieke partijen gaat “vrijer en makkelijker” met de werkelijkheid en zeker realiseerbaarheid van deze plannen om. Het beïnvloeden bij het brede publiek van het imago staat voorop. Maar overheidscommunicatie zou transparanter moeten zijn en gebaseerd op feiten. Vreemd is dat expliciete criteria hiervoor ontbreken. Op basis van Wob-verzoeken van degelijke onderzoeksjournalisten en politieke dossiertijgers komt de onderste steen dan soms boven. Alleen bij feitelijk geconstateerd onjuist of niet informeren (zie diverse grote dossiers als de Toeslagenaffaire, belastingdienst, aardbevingsschade, corona en Tata Steel) wordt de Tweede Kamer echt boos en kunnen consequenties volgen.
‘Bestuurders zijn niet primair politici, maar overheidsdienaren’
Ook in Voorschoten is dit fenomeen aanwezig. Enkele voorbeelden vanuit de pers: de wethouder woningbouw in Voorschoten is trots op het succesvolle gemeentelijke burgerparticipatieproject bij Bijdorp, terwijl dit volledig toe te schrijven is aan de congregatie. Hulde aan de dames voor doorzettingsvermogen, aanpak en visie op de planvorming van het gebied. Bij een bouwfeestje van de Corbulotunnel glorieert de verkeerswethouder over het succes van het project namens en voor de gemeente. Voorbijgaand aan het feit dat het een (op het feestje niet uitgenodigd) burgerinitiatief was dat dit initieerde en de partij van de wethouder ertegen stemde.
Een ander voorbeeld. Het vorige college was zo content met de behaalde resultaten dat ze, vlak voor de verkiezingen, pagina’s in de lokale krant kocht om 50 groene vinkjes te zetten achter de resultaten, volgens haar zelf behaald. Ook de aanschaf van een elektrische bladblazer kreeg een vinkje. Deze zelfpromotie bleek niet juist. De BestuursEffect Rapportage van de Alliantie Burgers Voorschoten, waarbij ik zelf betrokken ben, vond dat minder dan de helft van de coalitiebeloften waargemaakt zijn.
Analyseren is leuk, kritiek is aardig, maar suggesties ter verbetering zijn beter. Ik voorzie enkele oplossingen om dit proces van beeldvormingserosie en nepnieuws te keren en het vertrouwen in het democratisch bestel te vergroten. Bestuurders zijn niet primair politici, maar overheidsdienaren. Daarom hebben we behoefte aan een expliciete set aan kwaliteitscriteria waaraan overheidscommunicatie moet voldoen. Te denken valt aan criteria als feitelijk, betrouwbaar, actueel en relevant. Evaluaties dienen door een onafhankelijke partij worden uitgevoerd en niet door een belanghebbend college met steun van haar ambtenaren. Deze verhullende communicatie wordt ook overbodig als je uitgaat van een open proces van beleidsontwikkeling dat gebruik maakt van meer dan de aanwezige ambtelijke kennis. De norm moet worden dat transparantie en de feiten centraal staan en niet de politieke beeldvorming en het eigen belang.
Geef een reactie