Een klein jaar na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 kan de balans opgemaakt worden. In ruim 95 procent van alle gemeenten in Nederland heeft het aloude vaste patroon van formeren weer geleid tot een coalitie met een (veelal kleine) meerderheid in de raad en een krachteloze verdeelde oppositie, stellen Rob van Engelenburg en Peter van Hoesel.
Met ruwweg de helft van kiezers die gestemd heeft, geeft een globaal rekensommetje aan dat deze coalitie dan steunt op slechts een derde van de kiesgerechtigden. Dus twee derde van de kiesgerechtigden heeft niet op deze coalitie gestemd. Dit principe van the winner takes all roept niet alleen vragen op naar bijvoorbeeld de legitimiteit, maar ook de roep om alternatieven.
Eerst eens inzoomen op enkele achtergronden alvorens te zoeken naar een alternatieve aanpak.
- De toenemende versnippering van het lokale politieke landschap met de opkomst van veel nieuwe partijen, waaronder ook single issue partijen die niet willen verbinden en bruggen slaan.
- Vervolgens worden gemeenten door het rijk belast met de verantwoordelijkheid voor steeds meer onderwerpen, die niet altijd vergezeld gaan met de bijbehorende middelen. Dit leidt tot: kiezen is ook delen en verliezen.
- Ook kan gewezen worden op de kwaliteit van het gemeentelijk apparaat in het licht van deze stevige uitdagingen. Veel gemeenten hebben moeite om het juiste personeel te vinden of vast te houden en de inhuur is duur, fluïde en hoog.
- De bestuurlijke kwaliteiten laten ook nogal eens te wensen over, hetgeen onder meer komt door de preferente selectie uit partijkring. Maar circa 2,5 procent van de kiesgerechtigden in Nederland is (meestal slapend) lid van een politieke partij. De kleine vijver waaruit geput wordt voor vaste baanbestuurders is dus meer gebaseerd op partijlidmaatschap dan op inhoudelijke of bestuurlijke deskundigheid.
- Tot slot kan gewezen worden op systeeminertie ofwel het gebrek aan innoverend en lerend vermogen. De gebruikelijke werkwijze bij formeren en het dagelijkse werk blijft dominant, ook als de omgeving sterk verandert.
Verbinding onder druk
Dit resulteert, enigszins generaliserend, in zaken als een historisch dieptepunt van verkiezingsdeelname en voortdurend politiek gekissebis dat te vaak over detailkwesties gaat en uitvergroot wordt door de pers. Verder zijn er een erosie van vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur en haar instellingen, afstand en weerstand richting overheidsmaatregelen, beperkte slagkracht van beleid c.q. probleemoplossend vermogen en legio topics die op de plank blijven liggen en maar doorgeschoven worden. Kortom, de wereld van het openbaar bestuur met haar eigen regels en dynamiek en de samenleving drijven steeds meer uit elkaar. De noodzakelijke verbinding staat onder druk.
Tijd voor vernieuwing
Laten we nu eens inzoomen op een gemeente waar een andere draai gegeven is aan deze uitdagingen: de gemeente Bergen in Noord-Holland.
Tot de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 werd het politiek en bestuurlijk palet in Bergen gekenmerkt door de traditionele coalitie – oppositie verhoudingen met veel intern geruzie, onderling wantrouwen tussen personen en partijen, weinig daadkracht die verhuld werd door steeds weer fraaie verkiezingsbeloften en het werk van communicatiemedewerkers van de gemeente.
Hoge kosten voor extra inhuur van adviseurs en advocaten met weinig resultaat complementeerde dit beeld. De inwoners van de drie kernen Bergen, Egmond en Schoorl waren dit goed zat en het vertrouwen in de lokale politiek was gedaald naar een historisch dieptepunt van 17 procent, bleek uit onderzoek van I&O Research. Tijd voor echt wat anders dus. Een visionaire inwoner met analytisch vermogen en netwerk in de samenleving nam het initiatief tot de oprichting van (weer) een nieuwe partij: Henk Borst nam het initiatief om ONS DORP op te zetten. Bij de maart 2022 gemeenteraadsverkiezingen werd de nieuwe lokale partij ONS DORP de grootste partij.
Mede geïnspireerd door een artikel van onze hand op platform Overheid, zo gaf Borst te kennen, wilde deze partij af van de traditionele benadering van coalitie – oppositie en heeft ONS DORP een vernieuwend proces in gang gezet via een informateur en later een koersvaste formateur van buiten de gemeente om te komen tot een raadsbreed akkoord. Hierbij waren de uitgangspunten: af van de partijpolitieke spelletjes, meer oog voor de vertegenwoordigende rol van burgers van gemeenteraadsleden met minder partijdiscipline en dogma’s. Aangevuld met een constructieve en actieve insteek en grondhouding.
Ook gaat men uit van de 80 – 20 regel. Veel gaat goed en daar moet men zich als raad niet mee bemoeien. Voor de 20 procent onderwerpen waar wel raadsbemoeienis vereist is, waaronder de voortgang op de bouwagenda wordt de zogenaamde BOB-benadering toegepast. BOB staat voor beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming. Beeldvorming bestaat uit een brede verkenning naar nut en noodzaak van een mogelijke interventie, zonder meteen al een oplossing te geven en met inbreng van burgers en deskundigen. Gevolgd door de fase van Oordeelsvorming waarbij de mogelijke oplossingsrichtingen aangedragen worden, vergeleken en doorgesproken in breed verband. Tot slot vindt Besluitvorming plaats in een transparante setting door de raad.
Rust, transparantie en vertrouwen
Opvallend en bewonderingswaardig dat een nieuwe partij met zo een vernieuwende aanpak komt. De vernieuwende aanpak bestaat uit twee delen: ten eerste het instellen van een (extern geworven zakencollege) op basis van inhoud en niet een partijlidmaatschap en ten tweede de introductie van een nieuwe ambtelijke en bestuurlijke werkwijze (selectiever topics behandelen en het hanteren van de BOB methode).
De ambitie om deze aanpak in te voeren is uiteindelijk door alle partijen in Bergen omarmd en resulteerde in een raadsbreed akkoord en college van drie wethouders van buiten de gemeente, geselecteerd op hun inhoudelijke kwaliteiten en niet op hun partijlidmaatschap. En wat heeft dit nu gebracht, zult u zich afvragen. Voor een inhoudelijke BestuursEffect Rapportage, zoals die eerder tot stand kwam in Voorschoten, is de tijd veel te kort. Echter is er wel rust, transparantie en meer vertrouwen gekomen. Zowel in de politieke arena als vanuit de burgers, die blij zijn met een andere aanpak die niet de politieke verschillen belicht, maar gaat voor concrete oplossingen in de echte wereld.
Uit de wens om in Bergen tot een nieuwe bestuursvorm te komen, is er een zakencollege gekomen. Dat college is een variant die wordt gevormd door partijleden, met name om meer deskundigheid in het college te krijgen en minder partijbelangen. Daarmee kom je sneller tot betere oplossingen. Als perspectiefvol alternatief verdient deze variant meer aandacht. En zeker ook waardering als het niet blijft bij het aanstellen van vakinhoudelijke wethouders van buiten. Met name waarbij het vergezeld gaat met een andere aanpak van beleid en bestuur: selectiever de raadsagenda bepalen, doelgerichter werken, een open beleidsvormingsproces, samenwerking met burgers en gericht op maatschappelijke meerwaarde vormt dit een wenkend alternatief voor veel gemeenten.
Geef een reactie