Op 12 december jongstleden werd het boek Het Waddengebied bij nader inzien gepresenteerd. Onder de vele aanwezigen was ook de Friese commissaris van de Koning Arno Brok, die een oproep deed om vooral de huidige bestuurlijke samenwerking rond het beheer van de Waddenzee een kans te geven. Het is de vraag of dat effectief genoeg is om de unieke natuurwaarden van het Waddengebied te beschermen en te versterken.
‘Het Waddengebied is bij uitstek een gebied met strijd om de ruimte, met zeer complexe bestuurlijke verhoudingen en structuren, met een gebrek aan regie en bestuurskracht en met veel versnipperingen in het beheer. Dat kan en moet beter, zo was het algemene gevoel van de betrokkenen in het gebied zelf. Het “samenwerken als één beheerder” ging steeds beter, totdat in het regeerakkoord van Rutte-III kwam te staan dat er een beheer autoriteit moet komen. De totstandkoming hiervan wordt op dit moment vormgegeven, aldus directeur Waddenacademie prof. dr. Jouke van Dijk in het voorwoord van het boek Het Waddengebied bij nader inzien.
Duurzame kennisagenda
Van Dijk heeft (helaas) helemaal gelijk met zijn kritische toonzetting. Het moet inderdaad veel beter met het beheer, omdat het nu niet goed gaat in en met de Waddenzee. Het papieren beleid waarin het belang van het behoud en de ontwikkeling van de natuurwaarden en het open landschap zo veelvuldig worden beleden, wordt ondermijnd door economische activiteiten, zoals visserij, toerisme, zoutwinning en gas- en olieboringen, maar ook door de klimaatverandering en meer specifiek de stikstofcrisis.
‘Niets doen is geen optie’
Dan helpt het als daar een effectief bestuur de verantwoordelijk opeist en de regie pakt, samen met bewoners en gebruikers van dit unieke (Werelderfgoed)gebied. Natuurlijk speelt wetenschappelijk onderzoek bij dat alles een belangrijke rol. Want hoe komt het dat het visbestand in de Waddenzee zo afneemt? En waarom zijn er steeds minder trek- en broedvogels te zien? Een duurzame kennisagenda is nodig. Alleen op basis van wetenschappelijke gegevens kunnen goede beheersmaatregelen worden genomen.
Bestuurlijk antwoord
In het boek Het Waddengebied bij nader inzien pleit Bas Eenhoorn (tot voor kort voorzitter van het Regiecollege Wadden) ervoor om een Waddendrost (bij wet) in te stellen. Dat is een nieuwe bestuurlijke constructie die zou moeten leiden tot meer snelheid en daadkracht waar het gaat om de Waddenzee. In plaats van overleg (dat vaak best verstandig kan zijn, maar vaak tijdrovend en te weinig probleemoplossend blijkt te zijn) komt concrete, resultaatgerichte actie. In plaats van complexe bestuurslagen en stroperige besluitvorming komt eenduidig beleid (en dito aanspreekpunt). In plaats van ingewikkelde compromissen komen helderheid en effectiviteit. En in plaats van intern bestuurlijk gedoe: veel meer ruimte voor burgerparticipatie en –initiatief. ‘We zijn misschien toe aan een onorthodoxe oplossing. Niet een beheerautoriteit zonder doorzettingsmacht in een Nederlands bestuurlijk polder-construct. Niet een bestuurlijk overleg waar twee ministers voorzitter van zijn, maar het feitelijk aan de commissaris van de Koning, overlaten. Niet een lijn waarbij maatschappelijke partijen op afstand zijn gezet, en zonder digitale platforms of “ouderwetse” oplopen te organiseren voor de betrokken bevolking. En niet een keuze, die van de ene op de andere dag weer kan worden afgebroken en door iets anders in de politieke waan van de dag kan worden vervangen.’
Dat klinkt misschien allemaal weinig realistisch en misschien wel idealistisch, maar duidelijk is – volgens Eenhoorn, maar ook andere auteurs in Het Waddengebied bij nader inzien – dat niets doen geen optie is. Er zal op korte termijn een bestuurlijk antwoord moeten komen om de bedreigingen voor de natuurwaarden te stoppen. De vorm waarin is bij dit alles eigenlijk niet zo belangrijk, maar wel de urgentie.
Geef een reactie