Whatever it takes

De invloed van House of Cards op onze politieke opvattingen

Televisieseries als House of Cards beïnvloeden onze beelden van het functioneren van de politiek en van politici. House of Cards toont een uiterst cynisch kijkje in de handel en wandel van Amerikaanse politici, maar dat is niet per se onrealistisch.

Op 22 februari 2016 was de straat naar de Smithsonian Gallery of Portraits in Washington afgezet. De president was daar aanwezig voor de onthulling van zijn eigen portret. Het schilderij was gemaakt door de beroemde kunstenaar Jonathan Yeo, die eerder al schilderijen maakte van Tony Blair, David Cameron en George W. Bush jr. Nadat de directeur van het Smithsonian en de kunstenaar enkele woorden hadden gesproken, was het de beurt aan de president. ‘It’s a humbling experience to be included here among so many extraordinary leaders’, sprak hij uit. Er was iets bijzonders met deze president. Het was namelijk niet Barack Obama, maar Francis (Frank) Underwood, president uit de populaire Netflix-serie House of Cards, die op het podium stond.

Kevin Spacey as President Francis J. Underwood, door Jonathan Yeo; Smithsonian, National Portrait Gallery

Kevin Spacey as President Francis J. Underwood, door Jonathan Yeo; Smithsonian, National Portrait Gallery

De onthulling van het schilderij, dat tot november 2016 te zien was in het Smithsonian, is een interessante vermenging van fictie en non-fictie. De opening van de tentoonstelling speelt daar ook op in, want Underwood zegt tussen neus en lippen door: ‘I’m one step closer to convincing the rest of the country that I am the President.’
Vandaag gaat alweer het vijfde seizoen van de succesvolle tv-serie House of Cards in première. In de vorige seizoenen leken de gebeurtenissen nauwelijks realistisch te zijn voor wat er feitelijk gebeurt in Washington. Dat was ook wel de grootste kritiek op de serie. Deze kritiek is echter verstomd sinds de verkiezingen in 2016. De grootste vraag lijkt nu vooral te zijn hoe de serie de werkelijkheid nog kan overtreffen. In dit artikel wil ik ingaan op de vermenging van fictie en werkelijkheid. Dat doe ik door in te gaan op de vraag of en op welke wijze een serie als House of Cards invloed heeft op ons denken over politiek. Daarvoor zal ik eerst ingaan op de vraag of tv-series of films ons denken over politiek beïnvloeden. Daarna zal ik ingaan op de vraag welke beelden over het functioneren over de politiek naar voren komen in House of Cards.

Populaire cultuur
Voordat ik in ga op de invloed van tv-series en films op onze politieke opvattingen, wil ik eerst kort ingaan op de bredere vraag of populaire cultuur invloed heeft op onze opvattingen en gedrag. In de afgelopen decennia is systematisch onderzoek gedaan naar de invloed van populaire cultuur en daaruit blijkt: fiction does mold our minds.[1] Verhalen leren ons feiten over de wereld, beïnvloeden onze moraal en veranderen ons gedrag. De Amerikaanse literatuurwetenschapper Jonathan Gottschall stelt zelfs dat fictie ons meer beïnvloed dan non-fictie, terwijl non-fictie juist ontworpen is om ons te overtuigen: ‘When we read non-fiction, we read with our shields up. We are critical and skeptical. But when we are absorbed in a story, we drop our intellectual guard. We are moved emotionally, and this seems to leave us defenseless’.[2]
De invloed van populaire cultuur op onze opvattingen en gedrag is niet nieuw. Toen Goethe zijn Die Leiden des jungen Werthers had gepubliceerd, was er een golf van zelfmoorden in het vroege Duitsland. Een ander voorbeeld is het boek Uncle Tom’s Cabin, dat een grote invloed had op de opvattingen over slavernij in de Verenigde Staten. Toen de Amerikaanse president Abraham Lincoln schrijfster Harriet Beecher Stowe gedurende de Amerikaanse burgeroorlog tegenkwam, zei hij: ‘So you’re the little woman who wrote the book that made this great war’. Een Nederlands voorbeeld van de invloed van populaire cultuur is de opvoering de opera La muette de Portici van Daniel Auber in Brussel in 1830, waarna anti-Hollandse rellen uitbraken in de stad. Uiteindelijk zouden die rellen uitmonden in de Belgische onafhankelijkheid.
Tegenwoordig kristalliseert de discussie over de invloed van populaire cultuur zich vooral rondom de thema’s van geweld en pornografie. Bij beide thema’s wil ik hier even kort stilstaan. Bij geweld gaat het vooral over de vermeende invloed van films en computerspelletjes op het gedrag van jongeren. De stelling is dat deze vormen van populaire cultuur grote invloed hebben. Voorbeelden die dan worden aangehaald, zijn de schietpartij op Columbine High School in 1999, waarbij 14 slachtoffers vielen, of de schietpartij op Virginia Tech in Blacksburg in 2007, waarbij 33 doden vielen. Van de daders was bekend dat zij in hun vrije tijd veel First-person shooter-spelletjes, zoals Call of Duty of Doom, hadden gespeeld. Uit sociaal psychologisch onderzoek blijkt dat spelers meer adrenaline aanmaken bij het spelen van deze spellen, maar dat dat niet noodzakelijkerwijs leidt tot agressiever gedrag daarbuiten. Het blijft echter de vraag of jongeren die reeds gewelddadige plannen hebben, niet verder beïnvloed worden door het spelen van dergelijke spellen. Ook uit onderzoek naar de invloed van pornografie blijkt dat de continue confrontatie met pornografische beelden invloed heeft op onze opvattingen en gedrag van seksualiteit. Onderzoek heeft uitgewezen dat kijkers van porno andere opvattingen op het gebied van seksualiteit er op na houden dan mensen die niet naar porno kijken.

Politieke opvattingen
Populaire cultuur heeft invloed op onze opvattingen en gedrag. De vraag is of dat ook geldt als het gaat om televisieseries of films over politiek. Mijn stelling hier is dat dat wel degelijk het geval is. Ik sta daar ook niet alleen in. De Americaanse politicoloog Joseph Foy stelt, dat ‘many people first learn about important governmental offices, such as the presidency, Congress, the courts, and the public bureaucracy, and organizations such as interest groups and political parties not from textbook or political science class, but from a TV show, a movie, or a song’.[3] De invloed van series en films heeft betrekking op ruwweg drie zaken. In de eerste plaats worden onze opvattingen over de manier waarop het politieke systeem functioneert, beïnvloed. De kijker krijgt een inkijkje in de wijze waarop verkiezingen worden georganiseerd of hoe het wetgevingsproces eruit ziet. In de tweede plaats beïnvloeden series en films onze opvattingen over wat goed en slecht beleid is. Welk beleid werkt en welk niet? In de populaire televisieserie The West Wing werd bijvoorbeeld in de aflevering Isaac and Ishmael ingegaan op de effectiviteit van het anti-terrorismebeleid na 9/11. Uit onderzoek bleek dat deze aflevering de beeldvorming van Amerikanen sterk had beïnvloed. In de derde plaats beïnvloeden televisieseries en films onze beelden van goed en effectief leiderschap. Hieronder wil ik twee voorbeelden daarvan nader toelichten.

‘Televisieseries en films met een politiek thema beïnvloeden onze beelden over hoe politiek werkt’

Ten eerste wil ik hier ingaan op het zogenaamde Palmer-effect. Dit effect gaat in op de invloed van televisieseries en films met een Afro-Amerikaanse president op de verkiezing van Barack Obama als president. Het effect is vernoemd naar de Democratische president David Palmer uit de serie 24, waar wekelijks 13 miljoen Amerikanen naar keken. De vooronderstelling is dat doordat Amerikanen al meerdere keren een Afro-Amerikaanse president hadden gezien, het niet vreemd meer was dat dat in werkelijkheid ook mogelijk werd. Eén serie kan die invloed niet hebben gehad, maar het was de optelsom van meerdere series en films, zoals Morgan Freeman in Deep impact, Chris Rock in Head of State, Jamie Foxx in White House Down en Samuel L. Jackson in Big game.
Ten tweede, de invloed van series en films op de waardering voor het ambt. Uit een onderzoek blijkt dat The West Wing invloed had op de waardering van het presidentiële ambt. The West Wing met president Jed Bartlet in de hoofdrol, toont een president die geconfronteerd wordt met de verantwoordelijkheid voor het maken van ingrijpende keuzes. De serie toont hoe de president voor ingewikkelde dilemma’s komt te staan, die de meeste mensen uit de weg zouden gaan. De serie toont hoe zwaar en ingewikkeld de invulling van het presidentiële ambt kan zijn. Uit het onderzoek blijkt dat mensen meer waardering hebben gekregen, omdat zij een inkijkje – en daardoor begrip – kregen in deze afwegingen van de president.

Werkelijkheidseffecten
Televisieseries en films met een politiek thema beïnvloeden onze beelden over hoe politiek werkt. Dat effect wordt nog groter als in een televisieserie de indruk wordt gewerkt, dat de serie iets zegt over de werkelijkheid. Dat laatste wordt in House of Cards veel gedaan. Het creëren van dit soort werkelijkheidseffecten gebeurt op twee manieren.
In de eerste plaats door de personages in de serie zelf. Zo zegt de journaliste Zoe Barnes al vrij snel: ‘We lift the veil. What’s really going on’. Daarmee wekt zij de indruk dat House of Cards ook uitspraken doet hoe het er in de Washingtonse politiek werkelijk aan toe gaat. Maar president Frank Underwood doet het zelf ook: ‘I feel exposed. Like the skin where my ring used to be. Even Achilles was only as strong as his heel’. En uiteraard wordt het effect nog groter doordat Frank Underwood continu de camera inkijkt – als een shakespeariaanse Richard III – en ons deelgenoot maakt van zijn politieke observaties en motivaties.
In de tweede plaats laten de makers van de serie de fictieve wereld en de werkelijkheid af en toe in elkaar over lopen. Dat kwam al sterk naar voren bij de onthulling van het portret in de Smithsonian Gallery of Portraits. Maar het komt nog sterker naar voren bij de opgerichte website www.FU2016.com, waar bezoekers in aanloop naar de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten uitkwamen bij promotiemateriaal van Frank Underwood. Op deze website waren niet alleen zijn standpunten terug te vinden, maar ook allerlei promotiemateriaal: bumperstickers, Facebook- of twitterbanners.

Politiek leiderschap
De televisieserie House of Cards staat niet op zichzelf, maar past in een rijke geschiedenis van televisieseries en films over het Amerikaans presidentschap. De beeldvorming van de Amerikaanse presidenten is in de loop van de decennia sterk veranderd. Daarin valt de volgende ontwikkeling te zien. Ten tijde van de Koude Oorlog werden presidenten overwegend positief afgeschilderd als sterke persoonlijkheden, die streden tegen een externe vijand, de communisten. In de films was een strijd gaande tussen het goede en het slechte, waarbij het goede – uiteraard – overwon.
Vanaf de jaren zeventig kwam daar een thema doorheen lopen, namelijk dat het kwade niet per se van buiten hoefde te komen. Deze nieuwe ontwikkeling was duidelijk ingegeven door het Watergate-schandaal. In deze films streed de president tegen the enemies within. Met de val van de muur in 1989 veranderde het narratief van films met presidenten. Niet de strijd tegen vijanden stond centraal, maar de zielenroerselen van de president kwamen in het middelpunt te staan. Bekende voorbeelden daarvan zijn The American president, waarin de vrijgezelle president verliefd wordt, en uiteindelijk het meisje krijgt, of Primary Colors, waarin de president probeert een seksschandaal te verhullen. Na de aanslag op het World Trade Center in 2001 was er weer een duidelijke vijand voor Hollywood, die in films geportretteerd kon worden.[4] Halverwege de jaren 2000 kwam een nieuw thema op in Hollywood, namelijk die van de antiheld. De bad guy werd de lieveling van het publiek. Dat gold niet alleen voor televisieseries of films met politieke series, maar breder. Bekende voorbeelden hiervan zijn Dexter, Breaking Bad en The Sopranos. Maar de intrede van de antiheld heeft ook zijn intrede gedaan in televisieseries over politiek, zoals Boss, Scandal en House of Cards.

Beeld van de president
2017 - House of Cards (1)
Het beeld dat uit House of Cards naar voren komt, is dat van politici die alleen bezig zijn met het versterken van hun eigen machtspositie. Frank Underwood als president kan dan ook in één beeld worden samengevat: het is een man die boven alles zijn eigen belang nastreeft – en dat belang is het verkrijgen van meer macht. Underwood is daar heel expliciet in. In de tweede aflevering van het eerste seizoen zegt hij over zijn voormalige werknemer Remy Danton: ‘Such a waste of talent. He chose money over power – in this town, a mistake nearly everyone makes. Money is the McMansion in Sarasota that starts falling apart after 10 years. Power is the old stone building that stands for centuries. I cannot respect someone who does not see the difference’. En in dat machtsstreven is alles geoorloofd, want – om nogmaals Underwood zelf te laten spreken: ‘For those of us climbing to the top of the food chain, there can be no mercy. There is but one rule: hunt or be hunted’.
Frank Underwood beschouwt Washington niet als de plek waar gewerkt wordt aan een beter Amerika, maar als het toneel waar iedereen bezig is zijn eigen positie te versterken. Iedereen die een andere intentie heeft, wordt door hem afgeschilderd als naïef of oneerlijk over zijn intenties. Underwood heeft één doel en dat is het verkrijgen van het Amerikaans presidentschap, niet als een middel om het goede te doen, maar als een doel op zichzelf. Al zijn handelen staat in net teken daarvan. Als in zijn eigen stad Gaffney een meisje, Jessica Master, een auto-ongeluk krijgt, terwijl ze haar vriendje achter het stuur aan het sms’en is over de gigantische perzik aan de rand van het stadje, lijkt hij begaan te zijn met haar lot. Al snel komt de kijker er echter achter dat Underwood verantwoordelijk kan worden gehouden voor het ongeluk van Jessica. Hij reist dus vooral terug naar Gaffney om mogelijke imagoschade te beperken en om zijn kiezers tevreden te houden. De boodschap? Zelfs als Frank Underwood zich altruïstisch lijkt in te zetten voor een onrecht blijkt dat machtsmotieven eigenlijk een belangrijkere rol speelden.
In zijn streven naar macht zet hij ook iedereen om zich heen in, zelfs de mensen die het dichtst bij hem staan. Dat geldt bijvoorbeeld voor Freddy Hayes, de restauranthouder, waar Underwood altijd zijn ‘famous ribs’ kwam eten. Hayes was misschien wel de enige die een vriend van Underwood was, vooral omdat Hayes geen onderdeel was van het Washingtonse machtsspel. Dat wordt ingewikkeld als Hayes wel daarbinnen wordt getrokken. Claire Underwood ziet dat ook: ‘Freddy is dangerous, because you care too much. When we care too much it blinds us’. In Underwoods strijd met Raymond Tusk in het tweede seizoen wordt Hayes onderdeel van de strijd en schuift Underwood Hayes zonder pardon terzijde: ‘The road to power is paved with hypocricy – and casualties. Never regret’. Is Underwood daarmee te typeren machiavelliaans? Deels misschien. Deels wel, omdat hij van mening is dat alles is toegestaan om macht te houden. Deels niet, omdat Underwood belangrijke lessen van Machiavelli uit Il Principe in de wind slaat.
Het nastreven van het eigenbelang is niet voorbehouden aan Frank Underwood, maar geldt ook voor andere politici in House of Cards. Als de energiewet van afgevaardigde Peter Russo wordt besproken, gaat de discussie niet over de voor- en nadelen van het voorgestelde beleid. De discussie beperkt zich tot de mogelijke risico’s voor herverkiezing. Een van de afgevaardigde – die tegen de wet dreigt te stemmen – brengt in: ‘I’ve already been approached by SanCorp with reelection funds’, waarna een tweede afgevaardigde hetzelfde argument inbrengt: ‘I have too. They offered me a donation package from eight different drilling companies’. Frank Underwood brengt daar tegenin dat hun positie binnen de partij onder druk zal komen te staan als zij tegen de wet zullen stemmen. De twee afgevaardigden tonen zich hiervoor gevoelig, want zij weten dat dit geen loze boodschap is van Underwood. Waar de energiewet voor staat, maakt eigenlijk niet uit. Het gaat niet over wat op de lange termijn het beste is voor het land, maar wat op de korte termijn het beste is voor de gekozen afgevaardigden.

‘House of Cards toont een uiterst cynisch beeld van de handel en wandel van Amerikaanse politici’

Het beeld van politici is uiterst cynisch. Politici stappen misschien de politiek in met de beste bedoelingen, maar binnen de kortste keren worden zij gecorrumpeerd. En als ze zich niet laten corrumperen, maken zij geen schijn van kans. Van die laatste is de minister van Onderwijs een treffend voorbeeld. Binnen de kortst mogelijke tijd wordt de minister van Onderwijs onschadelijk gemaakt door de handelwijze van Underwood. Dat je alleen kans op succes hebt door mee te gaan in het politieke machtsspel, laat Heather Dunbar zien. Zij gaat in seizoen 3 de strijd aan met Frank Underwoord in de primaries. Zij gaat de campagne in met de beste bedoelingen. Zij wil Washington weer eerlijk maken. Zij ziet Frank Underwood als metafoor van al het slechte in Amerikaanse politiek. Zij stelt: ‘Frank Underwood is a dangerous man, because power in the hands of those who lack honesty, lacks a moral compass. And without a moral compass, power runs amok’. Naarmate de strijd echter vordert, komt zij tot het inzicht dat om het winnen alles is geoorloofd. Zij laat zich corrumperen door – net als de door haar verfoeide tegenstanders – alle middelen in willen te zetten. In haar geval is dat de abortus van Claire Underwood, die zij lang geleden had ondergaan en verborgen had gehouden.
Voor mij roept de beeldvorming van politici in House of Cards een belangrijke vraag op. In politicologisch en bestuurskundig onderzoek wordt vaak uitgegaan van de idealistische motieven van de politici zelf. Hoe cynisch het beeld van menselijke motieven in House of Cards ook is, schetst het wel een rijker palet aan menselijke motieven dat politici drijft. Deze motieven zouden veel sterker meegenomen moeten worden in onderzoek.

Echte leven
Televisieseries als House of Cards beïnvloeden onze beelden van het functioneren van de politiek en van politici. House of Cards toont een uiterst cynisch kijkje in de handel en wandel van Amerikaanse politici, maar dat is niet per se onrealistisch. Misschien is dit beeld wel realistischer dan de beelden die wij tot nu toe voorgeschoteld kregen, namelijk die van de president die zich volledig inzet voor het algemeen belang en het eigen belang terzijde schuiven. Iedereen heeft immers het beeld dat dit idealistisch beeld – hoe graag we dat ook zouden willen geloven – niet correspondeert met het echte leven. Het beeld uit House of Cards raakt aan het beeld dat mensen al hebben van de politici, en zal dat beeld mogelijkerwijs verder versterken.

Footnotes

  • [1] Gottschall, J. (2012). The Storytelling Animal: How Stories Make Us Human
  • [2] Gottschall, J. (2012). The Storytelling Animal: How Stories Make Us Human
  • [3] Foy, J.J., ‘Introduction. American idle: politics and popular culture’, in: Foy, J.J., Homer Simpson goes to Washington. American politics through popular culture, Lexington, 2008, pp. 1-6, aldaar pp. 2-3.
  • [4] B. Steur, M. Smits en A. van Ravenzwaaij (2011). Invloed film en tv op politieke beeldvorming. Openbaar bestuur. Februari (2), pp. 32-36.
Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Boudewijn Steur
Deel dit artikel

Er zijn 3 reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

    ">Jan F. Schrijver

    Mooi artikel!
    Net als het onderwerp is het onderhoudend en er zou best wel wat waars in kunnen zitten!

    21 jul 2017
    ">Brak Storms

    Wordt alleen het beeld over politiek beinvloed of ook de mening erover? De cynische kijk uit House of Card kan als een waarschuwing worden opgevat: laten we uitkijken dat we niet (nog verder) die kant op gaan! Maar kan ook worden opgevat als een aanmoediging: ‘Je moet meedoen in dit spel anders ben je niet succesvol’. En nog vele posities daartussen. Is daar iets over te zeggen: over in welke richting het ons beinvloedt en wat daarvoor zorgt? Ongetwijfeld zal dat per persoon verschillen maar wellicht is er in algemene zin iets over te zeggen.

    07 jun 2017
    ">Christian van den Berg

    Leuk artikel Boudewijn! Je zet op een mooie manier neer hoe een flink een aantal historische boeken, films en series invloed hebben (gehad) op ons denken over politiek. 

    30 mei 2017