Halverwege deze maand vond het Reuringcafé plaats met daarin de centrale vraag ‘of innovatie wel voldoende hoog op de agenda staat van onze overheid’. Overwegend geldt: de vraag stellen is ‘m beantwoorden. Maar hier al helemaal! Want los van de huidige problemen (stikstofcrisis, toeslagenaffaire, gaswinning, woningtekort, asielcrisis) hoef je heus geen profeet te zijn om te voorspellen dat als we een decennium verder zijn er een compleet ander land staat. Wat een aanzienlijk groter beroep doet op publieke dienstverlening. Dit wordt veroorzaakt door een mix van bevolkingsgroei (migratie), vergrijzing (zorgbehoefte) én structurele krapte op de arbeidsmarkt (grijze druk). Gevolg: méér werk wat door flink minder professionals uitgevoerd moet worden. Wat betekent dat professionals dáár ingezet moeten worden waar ze het meest nodig zijn. Niet gericht op elkaar controleren of op het instandhouden van je eigen koninkrijk, maar op het creëren van waarde voor de BV Nederland. Met als hogere doel: het terugwinnen van het vertrouwen van de burger door verbetering van de publieke dienstverlening. Wat nut en noodzaak onderstreept om nú aan de slag te gaan met de professionalisering van ons overheidsinnovatieklimaat. Niet in PowerPoint, maar in het aantal opgeschaalde (lees: in productie genomen) innovaties. Met een voortvarendheid zoals die door Arre Zuurmond in zijn recente boek Dwars door de orde wordt omschreven.
Beeld: PXHere
De grote Albert Einstein schijnt gezegd te hebben: ‘Als ik één uur had om een probleem op te lossen zou ik 55 minuten besteden aan de analyse’. Iedereen weet dat het denken in ons huidige systeem gericht is op kosten (terwijl ons land al jaren pronkt in de top 10 rijkste/gelukkigste landen), op risicomijdendheid (permanent streven naar 0-risico’s) en op rechtmatigheid. Georganiseerd in hiërarchisch vormgegeven instituties – aangevoerd door een minister. Terwijl we ook weten dat meer dan 90% van de innovaties tot stand komen tussen organisaties. Netwerkgeoriënteerd, gebaseerd op het 4O principe (Overheden, Ondernemers, Onderwijs- en kennisinstellingen en Omgeving). Waarbij je niet omhoogkijkt, maar om je heen. Vanuit processen door alle lagen van de institutionele orde heen, end-to-end van opzet. Redenerend vanuit die customer journey. Waarbij je moet kunnen experimenteren (met regelarme of regelvrije zones) en aanvaardbare risico’s moet nemen (in relatie tot die te verzilveren benefits). En moet sturen vanuit investeringen op toekomstige waarde – kwantitatief inzichtelijk gemaakt middels value cases (kwantificering van de toekomstige innovatiebenefits). Waarbij de zowel de ambtelijke als de politieke top ook zélf een rol van betekenis vervult. Om vanuit eigenaarschap het ‘buiten de lijntjes’ kleuren te ondersteunen. Prachtig voorbeeld is het streven van de Staat van de Uitvoering om te komen tot één front-office voor burgers. Opdat zij vanuit hun eigen levensgebeurtenissen toegang hebben tot een geïntegreerde publieke dienstverlening. Inspelend op een slimme rolverdeling tussen mens en technologie: waar we onze schaarse overheidscollega’s inzetten en waar technologie het beste past.
Meest misbruikte vluchtheuvel
Ook is bekend dat de belangrijkste knelpunten waarom het gaat zoals het gaat zijn oorsprong vinden in een cocktail van overmatige complexe wetgeving, stapeling van beleid, vasthouden aan eigen autonomie én verkokering en de ministeriële verantwoordelijkheid. Het is zelfs een publiek geheim dat ministeriële verantwoordelijkheid de meest misbruikte vluchtheuvel is om maar niets te hoeven doen. Gebaseerd op de bekende one-liner ‘managers say only yes to innovation of doing nothing is a bigger risk’. Wat dus vraagt om ferm leiderschap: professionals die niet op de winkel passen, maar die het lef hebben om het sturen op waarde hoger te schalen dan het behoud van hun eigen winkel van Sinkel!
Start met een agenda
Tja, waar begin je dan vanuit je eigen cirkel van invloed? Wetende dat wij als Rijks Innovatie Community (RIC) een speler zijn – naast andere partijen – die zich uitsluitend richt op een community met zo’n dik 4.000 innovatoren. Mijn leermeester Mark Frequin adviseerde mij ‘begin gewoon met een agenda’ en ga daarover in gesprek met een scala aan relevante spelers. Gelukkig had ik al wat leidende principes als uitgangspunt voor een professioneel innovatieklimaat geoogst in de gevoerde kennismakingsgesprekken bij mijn start als RIC-voorman afgelopen voorjaar. Zoals vernieuw de publieke dienstverlening vanuit een gemeenschappelijke visie, zet schaarse professionals in dáár waar ze het hardst nodig zijn, versnel digitalisering voor een betere dienstverlening én verzilver de verborgen synergie en schaalvoordelen binnen het concern Rijk (passend binnen de taakstelling).
No regrets voor zo’n 2030-innovatieagenda
Als je zo door je oogharen kijkt kom ik tot zo’n vijf relevante punten:
- Focuspunten: kies een aantal inhoudelijke speerpunten die inspelen op de behoeften van de uitvoering richting 2030. Denk daarbij aan: arbeidsbesparende technologie en arbeidsverhogende productiviteit, een gezamenlijke visie op publieke dienstverlening waarbij burgers via één front-office, gekoppeld aan hun levensgebeurtenissen, toegang hebben tot publieke diensten, het ontwikkelen van beleid in cocreatie mét de burger of ondernemer, en het rijksbreed opschalen van operationele innovatietechnieken die op één plek succesvol zijn toegepast.
- Leren van eerdere successen: we zijn niet gisteren begonnen met innoveren. Operationaliseer een inspirerende ‘innovatievitrine’ met top 50 succesvolle innovaties die in productie zijn genomen. Voorzien van een rode draad in de geest van ‘wat kunnen we leren van eerdere successen’ of ‘zo pakken we taaie innovaties aan’. Om daarna ook aandacht te besteden aan onze bleeders. In het verlengde daarvan: laat zien dat het werken met value cases ons helpt bij de transitie van het denken in kosten naar het denken in investeren.
- Professionaliseer het innovatielandschap: leg verbindingen én bundel de krachten tussen de mêlee aan innovatie-aanbieders. Van duizend bloeiende bloemen naar een geïntegreerd samenhangend boeket. Gericht op onderlinge versterking en verzilvering schaalvoordelen. Met de juiste mix in zowel bottom-up/top-down als centraliseren/decentraliseren. Maak daarbij ook werk van één innovatietaal.
- Stuur: richt een bijpassende governance in met een geconcretiseerde SGO-innovatieportefeuille, een operationeel netwerk-innovatiedirecteuren en stuur de voortgang innovaties middels een innovationboard (gekoppeld aan de strategische focuspunten, welke innovaties krijgen voorrang, welke bundelen of stoppen we).
- Investeer in passend leiderschap: professionals die begrijpen dat het runnen van een regulier proces compleet andere vaardigheden vraagt dan innoveren (eigenaarschap ambtelijke/politieke top, creëren vrije experimenteerruimte, werken met aanvaardbare risico’s, opgezet in cocreatie met het primaire proces).
Coming together is a beginning, keeping together is progress; working together is success (Henri Ford)
Hoe gaaf zou het nu zijn als wij vanuit een coalition of the willing mét partijen als ODI, Staat van de Uitvoering, Werk aan Uitvoering, Grenzeloos Samenwerken, etcetera kunnen komen tot één gezamenlijke innovatieagenda. Waarbij we – wat nadrukkelijk aan de orde kwam tijdens het Reuringcafé – óók kijken naar de samenwerking met provincies, gemeenten en waterschappen. Redenerend vanuit de één overheidsgedachte. Alles gericht op het continueren van onze positie in de top 10 rijkste/gelukkigste landen – ook voor toekomstige generaties. Mooi streven toch? Want zeg nou zelf: dáárvoor werk je toch voor de publieke zaak? In de geest van de recente uitspraak van transitiegoeroe Jan Rotmans: er komt een moment dat je (klein)kinderen aan je vragen ‘waar waren jullie toen onze toekomst werd bepaald, wat hebben jullie toen voor ons gedaan om onze wereld beter achter te laten?’
Geef een reactie