‘Driekwart van de kiezers voelt zich nergens meer thuis.’ Hans legt de krant even neer. Door het keukenraam ziet hij een eekhoorntje de oude spar inschieten. ‘Driekwart. Hoeveel mensen in Apeldoorn zouden dat zijn?’
‘Hans, drink je koffie op, hij wordt koud,’
Mieke loopt met een berg witte lakens in haar armen de keuken in. ‘Hoe laat moest je op die vergadering zijn?’ vraagt ze terwijl ze de strijkplank uitvouwt. ‘Zo, Mieke, na de krant,’ glimlacht Hans. Ze knikt tevreden, nog net tijd voor een volgend kopje koffie samen.
DEMOCRATIE NABIJ & LOKALE HELDEN
Vanuit het programma Lokale Democratie in Beweging is een groep mensen gedurende vier maanden ondersteund bij hun initiatief om de lokale democratie te verbeteren door middel van het DNa-lab (DNA staat voor Democratie Nabij). Deze vernieuwers zijn onder andere ambtenaren die nieuwe gesprekken met bewoners vormgeven, raadsleden die anders debatteren en inwoners die bij de gemeente ruimte maken voor hun betrokkenheid.
Over de idealen, frustraties en nieuwe inzichten van de negentien vernieuwers die aan het DNa-Lab deelnamen, hebben wij een reeks artikelen geschreven: in vijf korte verhalen en acht dwarsblikken, leest u meer over de avonturen van de lokale helden van nu. De verhalen zijn niet één op één op de vijf bijeenkomsten en deelnemers van het DNa-Lab gebaseerd. Zonder deze bijeenkomsten hadden deze verhalen echter niet verteld kunnen worden.
Deze reeks wordt op platform O gepubliceerd. Wij nodigen lezers uit op deze verhalen en dwarsblikken te reageren. Uw reacties verwerken wij in de definitieve artikelen en in een slotbeschouwing die eind september op papier (analoog) door het programma Lokale Democratie in beweging zal worden gepubliceerd.
De vergaderruimte
Het is de tweede keer dat Hans op deze vergaderlocatie is. De eerste keer was de warmste dag in september sinds 1923, vandaag is het achttien graden kouder. De lucht is grijs en op het stadhuisplein waait een frisse wind. Op de gevel staat een spreuk van Mondriaan: Ondanks alles strijdt het ideële tegen het materiële.
Op het horloge dat hij van zijn dochter heeft gekregen, ziet hij dat het al twee voor één is. In de vergaderzaal zitten vier mannen en één vrouw met grote oorbellen aan witte kunststoftafels. ‘Welkom Hans,’ zegt Hein, de begeleider van dit traject.
‘Ga zitten, neem een kopje koffie of thee.’
Hans gaat naast de dame zitten en schudt haar de hand. ‘Marianne,’ zegt ze met een kleine glimlach. ‘Weinig jonge mensen,’ denkt Hans. Aan de andere kant van de tafel zijn twee mannen van een jaar of vijftig druk met elkaar in gesprek over de omgevingswet. Dat zullen wel collega’s zijn, zoals ze praten. Hans zet zijn bril af en zoekt in zijn tas naar het plastic mapje met het krantenartikel en legt het op tafel. Hein kijkt verwachtingsvol naar het mapje.
‘Volgens mij zijn we compleet. Zullen we met jou beginnen, Hans?’
Hans neemt een slok van zijn koffie, zet zijn bril weer op en schraapt zijn keel. ‘Mijn vader was dominee. Eerst in Uddel, dat meer Bijbels dan mensen telt, later in Apeldoorn. Hij begon zijn preek steevast met de woorden ‘welkom in het huis van de heer’. Daar moest ik aan denken toen ik vanochtend deze kop las.’ Hans houdt het artikel omhoog.
‘Drie kwart, beste mensen, dat is een grote groep. En ik vind het, als wethouder van Apeldoorn, mijn plicht om onze inwoners een gezamenlijk thuis te bieden. Om de deuren open te zetten en de mensen weer actief welkom te heten.’
‘Amen!’ grijnst één van de ambtenaren. Hans knikt, het spreken heeft hij van zijn vader. Hein vraagt of hij zijn plannen hiervoor kan toelichten. Hans legt kort en overtuigd uit wat hij met zijn werkgroep aan het doen is. Het basisprincipe achter het initiatief is dat mensen meer met elkaar in gesprek gaan. Raadsleden, ambtenaren, wethouders en bewoners. Die gesprekken moeten rondom de belangrijkste bestuurlijke thema’s gevoerd worden en niet nadat een besluit genomen is, maar juist daarvoor, als ambtenaren de goede ideeën uit de gemeente nog kunnen benutten, als raadsleden zorgen kunnen horen en eventueel wegnemen en de kwaliteit van voorstellen in alle openheid kunnen afwegen. Dialoog, debat en doorhakken van besluiten. Dat zijn de drie d’s die voortaan leidend zijn. ‘Waar men samen de lakens uitdeelt, zal men zich ook samen thuis voelen.’ besluit hij zijn verhaal licht buiten adem. ‘Klinkt goed,’ zegt Hein. ‘En hoe gaat dat in de praktijk?’ Hans is even stil.
‘Ja, daar vraag je wat.’
‘Nou,’ begint hij en hij denkt weer na. ‘Het vraagt wel wat aanpassingen van iedereen.’ ‘Wat vraagt het van jou als wethouder?’ vraagt één van de ambtenaren uit het noorden van het land. ‘Dat ik de gaten opvul die anderen laten vallen. Ik vind het belangrijk dat het slaagt,’ zegt Hans. ‘En concreet?’ vraagt Hein door.
‘Dat ik op het laatste moment ambtenaren regel die een dialoogsessie over het asielzoekerscentrum inhoudelijk kunnen voorbereiden, de dialoog leidt en aan het eind van de avond de stoelen opstapel.’
De twee ambtenaren kijken elkaar veel betekenend aan. Ze doen Hans denken aan die gieren uit Junglebook waar hij laatst met zijn kleinzoon naar keek. ‘Ik zou het niet prettig vinden als mijn wethouder vaker aan mijn bureau zou staan,’ grinnikt de één. ‘Mwah,’ grijnst de ander. ‘Dat is een goede vraag,’ zegt Hein, ‘kun jij jezelf als wethouder in Haarlemmerolie transformeren?’ ‘Nou, Haarlemmerolie is overdreven,’ sputtert Hans, ‘maar ik werk al zeven jaar wethouder. Ik weet hoe de hazen lopen en ik heb redelijk wat gezag.’ De vrouw met de grote oorbellen die griffier is in een kleine gemeente, kijkt nadenkend.
‘En hoe zit het met de d van duurzaam?’
Hans kijkt haar afwachtend aan.
‘Ik bedoel: Het lijkt me noodzakelijk dat deze verandering niet alleen door jou getrokken wordt.’
‘En over anderhalf jaar zijn de volgende verkiezingen,’ vult Hein haar fijntjes aan. ‘Ja, ja, ik snap dat ik het niet alleen doe,’ zegt Hans. ‘Maar ik ben gewoon degene die dit het belangrijkst vind.’ ‘Je moet zorgen dat je ambtenaren het net zo belangrijk gaan vinden,’ zegt de ene ambtenaar. ‘Dan willen ze soms wel veranderen.’ ‘Je zou de voorwaarden voor het nieuwe proces, met de griffier kunnen afstemmen,’ oppert de griffier. Hans denkt met vrees aan zijn griffier die het altijd beter weet. ‘Het klinkt alsof je wat strategischer te werk moet gaan,’ vat Hein de adviezen samen, ‘Je gezag gebruiken om anderen in gesprek te overtuigen van het belang. Je energie steken in de samenwerking opbouwen in plaats van het proces alleen optuigen.’ Hans staart peinzend naar het plastic mapje voor hem op tafel. ‘Iets om bij de Kerstboom over na te denken!’ roept Hein vrolijk. Dan is het woord aan de volgende deelnemer.
Bij de kerstboom
Het is half tien als Hans zijn in de magnetron opgewarmde zuurkoolstamppot gegeten heeft. Hij zit in de luie stoel naast de kerstboom die Mieke afgelopen weekend heeft opgetuigd. Hij is moe, maar als hij nu in bed gaat liggen slaapt hij toch niet. Na de extra vergadering over de drie d’s had hij een stevige woordenwisseling met Johan, de griffier. Johan liet doorschemeren dat hij het verspilde energie vond, het hele initiatief. ‘Waar hebben we dit eerder gehoord?’ had hij met een valsig lachje gevraagd. Hans had geantwoord dat het betrekken van inwoners nooit verspilde energie is, maar dat mensen zoals Johan, de gaten zijn waardoor de energie uit het plan lekt. ‘Noem mij één actie die jij hebt uitgevoerd om onze organisatie bij de tijd te houden,’ had Hans gezegd. Zo waren ze nog even door gegaan en uiteindelijk waren ze alle twee zonder gedag te zeggen op hun fietsen gestapt.
‘En toch is het goed dat ik de discussie weer eens ben aangegaan.’
Hij glimlacht tevreden en trekt de stekker van de kerstboomlichtjes uit het stopcontact.
Dit artikel is onderdeel van een reeks over de verbetering van de lokale democratie (zie kader). Lees hier de andere gerelateerde artikelen:
De ervaren wethouder
Spreken over de kwaliteit van democratie
Kraamkamer voor lokale democratie
Over kwaliteit van samenleven
Participatie als spiegelpaleis
De vreemde eend
Hoe krijgen we de raad mee?
Onze democratische instituties een beetje serieus nemen
Geef een reactie