Halverwege het jaar – zo aan de vooravond van de zomer – is een prima moment om de balans op te maken. Waar staat de Rijks Innovatie Community (RIC) nu en wat is onze innovatieambitie? Want na vijf kwartalen in charge als RIC-voorzitter zijn m’n wittebroodsweken nu wel voorbij en ontstaat er een beeld wat onze opdracht is als innovatoren. Waarbij ik nadrukkelijk breder wil kijken: think big, act small, start now. Gericht op toekomstige waardecreatie. Opdat ons land ook straks fier pronkt in die top 10 van rijkste en gelukkigste landen. Passend in mijn persoonlijke ambitie als aanjager van vernieuwing; en niet als de hoeder van het bestaande. Zoals Steve Jobs dat zo inspirerend verwoordde: ‘Innovation is the ability to see change as an opportunity – and not as a threat.’
Beeld: Pixaby
Innoveren is een breed begrip. Vanuit mijn RIC-voorzittersrol focus ik me op ‘taaie’ systeeminnovaties waarbij meerdere partijen en disciplines betrokken zijn en zonder een duidelijke eigenaar of regisseur. Wetende dat 90 procent van de innovaties tot stand komt tussen organisaties. En dat techniek in slechts 25 procent van de gevallen de echte driver is. Vanuit een verbindende overheidsrol waarbij we een appel doen op verantwoordelijkheid. En vanuit processen door alle lagen van de institutionele orde heen, end-to-end van opzet. Redenerend vanuit de burger.
Netwerkgeoriënteerd dus. Waarbij je niet omhoog kijkt, maar om je heen. En zeg nou zelf: daar komt onze verbindende makelende RIC-rol het beste tot z’n recht. Of niet soms? Want echt alle grote vraagstukken zijn interdepartementaal van karakter. En juist door de opzet van ministeries en de beperkte onderlinge ketenverbindingen worden ze nauwelijks integraal aangevlogen. Hét RIC-bestaansrecht!
Succesvol opgeschaalde innovaties
Waar hebben we het dan over? Want we zijn niet gisteren begonnen met innoveren. Denk alleen al aan de iconische Deltawerken – een monumentaal antwoord op de catastrofale watersnoodramp van 1953. Maar er zijn nog veel meer voorbeelden van grootschalige innovaties die stilletjes in productie zijn genomen, zonder dat we ons dat altijd realiseren. Wat te denken van:
- de Omgevingswet – waarin via een digitaal loket alle handelingen voor de leefomgeving worden afgehandeld, dankzij een radicale vereenvoudiging van complexe wetgeving;
- Rijksincasso – een centrale betalingsregeling voor het hele rijk;
- Ruimte voor de Rivier – vergroting van de veiligheid in het rivierengebied, door water meer afvoer-ruimte te geven;
- P-Direkt – het digitale HR-platform voor 150.000 rijksambtenaren;
- het Hansken-platform – waarmee opsporingsdiensten snel en efficiënt grote hoeveelheden digitale sporen kunnen analyseren;
- het tijdelijk noodfonds energie – om te voorkomen dat mensen met een laag inkomen en hoge energiekosten in de schulden raken;
- de Modal Shift – de overgang van containervervoer over de weg naar binnenvaart, benaderd per logistieke corridor.
Innovatie ís er dus al. Alleen herkennen we het niet altijd als zodanig.
Andere rol openbaar bestuur
Zoals gemeld staat ons land volgens het recente World Happiness Report in allerlei vergelijkingslijstjes binnen de wereldwijde top 10. Nederland is een van de gelukkigste landen en onze bevolking geniet van een hoge kwaliteit van leven. We zijn welvarend en scoren hoog wat betreft BBP per capita, terwijl sprake is van een relatief lage inkomensongelijkheid. Ons concurrentievermogen is sterk. Objectief gezien gaat het goed, toch is er onderhuids veel aan de hand.
Kijk maar naar onze typisch Nederlandse aanpak: ons land kent een lange en succesvolle traditie van uitgebreid met elkaar overleggen (al pratende komen we tot besluiten). Al jaren volgt onze overheid het pad van consensus en incrementele verandering, zonder stevige koerswijzigingen. Waarbij de richting overwegend wordt bepaald door de som van vele deelbelangen. Schaduwzijde hiervan is dat het langdurige processen zijn, met als twijfelachtig resultaat: tal van complexe compromissen. Veelal ingewikkeld uitvoerbaar. Ons nieuwe pensioenstelsel is daar een sprekend voorbeeld van: het eindproduct van dik 15 jaar polderen!
De waan van de dag en bijbehorend micromanagement lijken te regeren, zowel politiek als ambtelijk
In het verleden werkte dat, maar recente uitdagingen rondom de stikstofcrisis laten zien dat een noodzakelijke ingrijpende systeemwijziging zich niet verhoudt tot dit pragmatische polderen. Zo is ons land verzeild geraakt in een reeks aan uitdagingen en crises die vrijwel alle energie van overheid en politiek opslokken (stikstofcrisis, toeslagenaffaire, gaswinning, woningtekort). Waarmee de waan van de dag en bijbehorend micromanagement lijken te regeren, zowel politiek als ambtelijk. Wat recent door het NRC werd bevestigd (5 jaar regeren met de rem erop). Ver weg van het toekomstdenken en optimisme. Laat staan van oplossingen en waardecreatie. Je hoeft heus geen profeet te zijn om te voorspellen dat dit een compleet andere rol van ons openbaar bestuur vereist.
Vier gamechangers
Ondertussen is er sprake van een viertal dominante trends die ons in alle hevigheid raken: demografie, digitalisering, geopolitiek en duurzaamheid. Met echt geweldige uitdagingen:
- Denk maar aan de druk op de arbeidsmarkt als gevolg van de vergrijzing. Was de verhouding werkende ten opzichte van gepensioneerde in 2021 nog een factor drie, in 2040 is dit gekrompen naar een factor twee. En die vergrijzing leidt niet alleen tot een exploderende zorgvraag (in 2040 zo’n 750.000 man extra zorgpersoneel), maar ook tot een afnemende groei van het aantal gewerkte uren. Zo leert een recent rapport van de Staat van de Uitvoering ons dat het beroep op publieke dienstverlening in 2035 met 30 procent stijgt terwijl het aantal professionals halveert.
- Of digitale revoluties die prachtige kansen genereren (toepassing van AI en robotisering), maar ook omvangrijke risico’s met zich meebrengen, zoals digitale ontwrichting, sociale vervreemding en cyberveiligheid.
- Als je kijkt naar de geopolitiek (los van die extra 20 miljard euro structureel om zo te voldoen aan toekomstige NAVO-normen), dan zie je dat de Europese rol op het wereldtoneel afneemt, ten gunste van landen als India en China. Juist dít benadrukt de noodzaak voor een klein land om vanuit een versteviging van de EU-samenwerking een antwoord te hebben op de toenemende wereldconcurrentie.
- Als laatste duurzaamheid: immers, onze planeet wordt steeds mindere mate leefbaar. Klimaatverandering wordt door velen gezien als de grootste uitdaging van deze tijd. De consequenties stapelen zich op: extreem weer, overstromingen, zeespiegelstijging, bosbranden en grondstofschaarste. Wat vraagt om forse transities op het gebied van zowel voedsel, energie als materiaal om ons land zo weer terug te brengen binnen de grenzen van een leefbare aarde.
Waardecreatie voor de samenleving wint het van het in stand houden van je eigen koninkrijk
Een samenhangende innovatieagenda
In overheidsinnovatieland gebeurt veel bottom-up. Overwegend vanuit afzonderlijke beleids- en uitvoeringsorganisaties. Juist daarom is er werk aan de winkel: zowel qua impact (gericht op opgave: domeingericht of silo-overstijgend) als qua professionaliteit (gezondere balans decentraal/centraal en bottom-up/top-down). Gericht op samenwerking zoeken, schaalvoordelen verzilveren en simplificeren en versnellen. Bovendien gebaseerd op leidende principes als: centraal afspreken, federatief inrichten of vrijblijvendheid voorbij. Daarbij wint waardecreatie voor de samenleving het van het in stand houden van je eigen koninkrijk.
Treurig voorbeeld in deze is de wijze waarop de huidige taakstelling (22 procent minder ambtenaren) in alle afzonderlijke silo’s bij elkaar wordt geschaafd. Waarbij de kans om te komen tot fundamentele wijzigingen (simpeler, sneller, efficiënter, beter en redenerend vanuit de burger) helaas wordt genegeerd. Wat door het bekende Albert-Einstein-gedachtegoed maar weer eens wordt bevestigd: problemen moet je niet moet oplossen op het niveau waarop ze zijn ontstaan!
No regrets voor zo’n 2030-innovatieagenda
Er is een sleutel om te komen tot een volgend niveau van innoveren: professionaliseren, waarbij een meerdere patronen doorbroken moeten worden. Zowel domeingericht als met een betere balans decentraal/centraal en bottom-up/top-down. De bijgaande vijfpuntenagenda is het resultaat van een reeks van gesprekken met tal van professionals:
- Kies focuspunten: een aantal inhoudelijke focuspunten, inspelend op de 2030-behoefte van vooral de uitvoering. Zoals arbeidsbesparende technologie/arbeidsverhogende productiviteit, een gezamenlijke visie op publieke dienstverlening waarbij burgers via een front-office aan de hand van levensgebeurtenissen toegang kunnen krijgen tot publieke dienstverlening, het ontwikkelen van beleid in cocreatie met de burger/ondernemer of operationele innovatietechnieken rijksbreed opschalen.
- Leer van eerdere successen: operationaliseer een inspirerende ‘innovatievitrine’ met een top 50 van succesvolle innovaties die in productie zijn genomen. Voorzien van een ‘wat kunnen we leren van eerdere successen-rode draad’. Om daarna ook aandacht te besteden aan onze bleeders. In het verlengde daarvan: laat zien dat het werken met valuecases (de kwantificering van toekomstige innovatiebenefits) ons helpt bij de transitie van het denken in kosten naar het denken in investeren.
- Professionaliseer het innovatielandschap: leg verbindingen en bundel de krachten tussen de mêlee aan innovatie-aanbieders. Van duizend bloeiende bloemen naar een geïntegreerd samenhangend boeket. Gericht op onderlinge versterking en de verzilvering van schaalvoordelen. Met de juiste mix in zowel bottom-up/top-down als centraliseren/decentraliseren.
- Stuur de innovatieportfolio: richt een bijpassende governance in met een geconcretiseerde SGO-innovatieportefeuille en een operationeel netwerk-innovatiedirecteuren. Stuur de voortgang van innovaties via een innovationboard (gekoppeld aan de strategische focuspunten: welke innovaties krijgen voorrang, welke bundelen of stoppen we?).
- Investeer in passend leiderschap: professionals die begrijpen dat het runnen van een regulier proces compleet andere vaardigheden vraagt dan innoveren (eigenaarschap ambtelijke/politiek top, creëren vrije experimenteerruimte, werken met aanvaardbare risico’s, opgezet in cocreatie met het primaire proces).
Bouw een brug en ga er tegelijkertijd al over lopen
Martin Luther King leerde ons dat – als je vertrouwen hebt – je niet de hele trap hoeft te zien om de eerste stap te zetten. Om die reden zijn we als RIC volop aan de gang met de volgende vier stappen – passend in die innovatieagenda:
- Leren van elkaar. In feite onze core. Wat onze 4000 RIC-community-leden dagelijks doen: hun innovatie-ervaringen doorlopend en informeel overdragen. In netwerkgesprekken, tijdens RIC-netwerkborrels en op uitnodiging tijdens uiteenlopende bijeenkomsten, meetings en workshops. Zoals ons tweejaarlijkse INNOvember-gebeuren, how to-sessies en innochat-bijeenkomsten. En dit alles wordt uitgebreid ondersteund door een breed opgezet communicatieprogramma vanuit meerdere distributiekanalen.
- Versterking relatie ambtelijke top. Gericht op het vergroten van het innovatie-eigenaarschap van onze bovenbazen. Vanuit verschillende informele contacten. Of via het recent georganiseerde ReuringCafé en de introductie van het RIC-ambassadeurschap.
- Professionalisering innovatielandschap. Van duizend bloeiende bloemen naar een geïntegreerd boeket — gericht op het versterken van elkaar. Gesprekken met ODI, WaU, Staat van de Uitvoering, Kennis van de Overheid, en anderen. Alles gericht op onderlinge versterking vanuit een gemeenschappelijke innovatieagenda.
- Balans beleid–uitvoering onder mede-eigenaars RIC. RIC is opgezet vanuit beleidsministeries. Die zijn inmiddels allemaal aangesloten. In de afgelopen periode is ook een aantal grote uitvoeringsorganisaties formeel toegetreden als mede-eigenaar (Politie, Belastingdienst, RWS). Recent UWV. En we zijn in gesprek met een paar andere grote uitvoeringsorganisaties.
If you dream together
Bekend is dat als je in je eentje droomt die droom vaag blijft. Maar als velen een gemeenschappelijke droom hebben, is dat het het begin van een nieuwe werkelijkheid. Mijn 2030-droom is dat de innovatievitrine uitpuilt met gave systeeminnovaties die in gang zijn gezet, voorzien van een rode draad hoe we professioneel innoveren bij de overheid. Om zo niet alleen het goede voorbeeld te geven, maar ook launching customer te zijn! Waarbij de ambtelijke en politieke top eigenaarschap laat zien en er ook wakker van ligt. Wat wordt gefaciliteerd door een innovatietaal en een samenhangend innovatielandschap waarin aanbieders elkaar versterken. En de R van RIC is vervangen door de O van overheid (niet alleen rijk, ook gemeentes, provincies en waterschappen). In de geest van Shakespeare: als je een beetje beter wilt zijn, wees dan competitief; maar als je exponentieel beter wilt zijn, wees dan coöperatief. Want alleen ben je een druppel, maar samen een oceaan!
Geef een reactie