De ambitieuze, jonge ambtenaar


Sara Hoogvliet gaat altijd met de trein. Goed voor het milieu en goed voor haar gemoed. In de trein lukt het haar om niet aan haar werk of haar dochter van een te denken. Ze is net dertig geworden en vorig jaar in Utrecht als programmamanager Nieuwe Stad begonnen.

‘De Nieuwe Stad is van iedereen,’ aldus de wethouder die de raadsleden over het nieuwe programma toesprak, ‘Van iedereen die zich zeer betrokken en van iedereen die zich niet betrokken voelt. Onze taak als gemeente is om al het potentieel, alle aanwezige energie in de stad te bundelen en ons beleid hierop aan te laten sluiten.’ Daarna had hij met een grote glimlach zijn hand op Sara’s schouder gelegd. De lichte dreiging die ze daarbij voelde, schudde zij snel van zich af.

DEMOCRATIE NABIJ & LOKALE HELDEN
Vanuit het programma Lokale Democratie in Beweging is een groep mensen gedurende vier maanden ondersteund bij hun initiatief om de lokale democratie te verbeteren door middel van het DNa-lab (DNa staat voor Democratie Nabij). Deze vernieuwers zijn onder andere ambtenaren die nieuwe gesprekken met bewoners vormgeven, raadsleden die anders debatteren en inwoners die bij de gemeente ruimte maken voor hun betrokkenheid.
Over de idealen, frustraties en nieuwe inzichten van de negentien vernieuwers die aan het DNa-Lab deelnamen, hebben wij een reeks artikelen geschreven: in vijf korte verhalen en acht dwarsblikken, leest u meer over de avonturen van de lokale helden van nu. De verhalen zijn niet één op één op de vijf bijeenkomsten en deelnemers van het DNa-Lab gebaseerd. Zonder deze bijeenkomsten hadden deze verhalen echter niet verteld kunnen worden.
Deze reeks wordt  op platform O gepubliceerd. 
Wij nodigen lezers uit op deze verhalen en dwarsblikken te reageren. Uw reacties verwerken wij in de definitieve artikelen en in een slotbeschouwing die eind september op papier (analoog) door het programma Lokale Democratie in beweging zal worden gepubliceerd.

De functie past perfect in de route die Sara voor zichzelf had uitgestippeld. Als trainee had ze alle kansen om bestuurders te leren kennen en in extra projecten te participeren, met beide handen aangegrepen. Als beleidsadviseur Sociaal Domein had ze zoveel mogelijk projecten bezocht, deelnemers gesproken en haar ervaringen doorverteld bij het koffieapparaat. Ze heeft hart voor de stad en woont met veel plezier met haar vriend en dochtertje in hun koopwoning in de Vogelbuurt.

Nu is Sara op weg naar een bijeenkomst van het DNa-lab in Amersfoort. Een kort ritje. Net te kort om te verdwijnen in het landschap en de bomen die hun laatste bladeren hebben verloren. Ze denkt aan de vorige bijeenkomst. Toen had ze verteld over twee wethouders die de gedachte achter het hele programma zelf niet serieus namen en de wijkmanager die altijd te druk is voor een afspraak.

Een ambtenaar uit het noorden van het land had haar een beetje meewarig aangekeken. ‘Eigen agenda’s en jaloezie,’ schat ik in. ‘Je zult een beetje harder moeten worden.’ Sara zei dat ze snapte wat hij bedoelde, maar wist niet of ‘harder worden’ nou de oplossing is. Wat ze vandaag weet, is dat ze slecht slaapt, drie nachten al.

‘Welkom, Sara! Hoe gaat het?’ begroet Hein haar enthousiast. ‘We zijn met een klein clubje vandaag, maar dan kunnen we lekker de diepte in.’ Naast Sara schuift aan naast een wethouder van een jaar of vijftig en tegenover haar checkt een raadslid iets op haar telefoon.

‘Zullen we met jou beginnen, Sara? Hoe is het jou sinds de laatste bijeenkomst vergaan?’

Sara slikt.

‘Ja. Nou, ik probeer te zoeken naar waar de energie zit. Ik ben bij veel nieuwe activiteiten in de stad langs geweest en verzamel ervaringen van onze inwoners. Wat goed gaat en wat beter kan. Het gaat met kleine stapjes.’

De wethouder kijkt haar vriendelijk aan: ‘En hoe gaat het met de borging binnen de gemeente?’

Sara neemt een slok groene thee. ‘Eh.. Slecht,’ zegt ze dan. ‘Vertel,’ zegt Hein.

‘Om heel eerlijk te zijn vraag ik me af hoe ik in godsnaam het veranderen van een organisatiecultuur kan trekken.’

‘Waarom?’ Hein is op een tafel gaan zitten. ‘Omdat het te groot is!’ haar stem slaat over. Ze merkt dat ze zich meer laat gaan dan op de werkoverleggen, natuurlijk omdat ze niet met deze mensen samenwerkt. Ze besluit in een split second dat ze maar beter helemaal open kaart kan spelen hier, misschien lucht het op.

Ze vertelt dat ze slecht slaapt, dat collega’s de voortgangsoverleggen afzeggen en haar eigen directeur soms niet lijkt te snappen waar ze mee bezig is. ‘Wat betekent het, dat je slecht slaapt,’ vraagt het raadslid. Sara denkt even na.

‘Dat mijn project me wel aan het hart gaat. Ik wil dat het slaagt. En tegelijkertijd voel ik een soort onrust over dat mensen me niet serieus nemen.’

‘Misschien een cliché, maar begint het niet met zelf het project serieus te nemen,’ vraagt de wethouder. ‘Zet op papier wat nodig is, welke inzet van andere nodig is en wanneer je dit wilt evalueren. En als dan blijkt dat niemand een vinger heeft uitgestoken, dan is dit niet jouw plek. Soms helpt het wel om meer My way or the highway te denken.’

‘Ja, dat is misschien een valkuil in een project, waarin je iedereen met iedereen moet verbinden. Wanneer is het dan geslaagd,’ denkt het raadslid hardop. ‘Ja, daar moet ik inderdaad eerst voor mezelf maar eens strakkere doelen op formuleren,’ knikt Sara. Hein vraagt of er ook medestanders zijn, of er een andere directeur is die het wel snapt en die ze kan vragen aandacht op haar programma te vestigen. ‘Of je kunt zelf simpelweg vragen of je eens op een directeurenoverleg mag komen vertellen hoe het met het programma staat,’ zegt de wethouder stellig.

‘Ja, ik heb met een weleens een goed gesprek hierover gevoerd, maar die zit in een heel andere hoek. Maar ja, wie weet.’

Samen met Hein, de wethouder en het raadslid denkt ze nog even door over het type doelen dat zij voor haar programma zou kunnen formuleren en Hein raadt haar aan om die zo concreet mogelijk te maken.

‘Trap niet in de valkuil van verhullende beleidstermen, bedenk wat jouw project nodig heeft om op stoom te komen. Een abstract einddoel bereik je alleen met concrete tussenstappen.’

Op haar notitieblokje schrijft ze:

  • Voor de zomer: drie beleidsaanpassingen (duidelijk!) om bewonersinitiatieven te vergemakkelijken
  • Voor de zomer: richtlijnen voor het begrijpelijk presenteren van nieuw beleid (sociaal domein) en gesprekken met inwoners die dit aangaat
  • Vanavond: uit eten!

Dit artikel is onderdeel van een reeks over de vernieuwing van de lokale democratie (zie kader). Lees hier de andere gerelateerde artikelen:

Het bevlogen raadslid uit Abbekerk
De ervaren wethouder
Spreken over de kwaliteit van democratie
Kraamkamer voor lokale democratie
Over kwaliteit van samenleven
Participatie als spiegelpaleis
De vreemde eend
Hoe krijgen we de raad mee?
Onze democratische instituties een beetje serieus nemen

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Evelien Vos
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*