Onze democratische instituties een beetje serieus nemen


‘Vernieuwing van de lokale democratie’ (Democratic Challenge), ‘Herontwerp de democratie’ (Code Oranje), ‘Roep om alternatieven voor de vertegenwoordigende democratie’ (Groene Amsterdammer), ‘Op weg naar een meervoudige democratie’ (Commissie-Van de Donk), en zo zijn er nog wel wat kreten van initiatieven die suggereren dat de democratie iets meer nodig heeft dan een likje verf op de kozijnen en nieuwe frontjes voor de keukenladen. De suggestie is op zijn minst dat een grote verbouwing noodzakelijk is, en volgens sommigen moet de boel zelfs helemaal plat om van de grond af opnieuw te kunnen beginnen.

Maar van de tweeëntwintig initiatieven die aan het Democratie-Nabij-lab (DNa-lab) meededen, was er niet één die nieuwe wetgeving nodig zou hebben. Integendeel, allemaal concentreren ze zich op verandering van gedrag binnen de bestaande regels en structuren. Ander gesprek binnen de raad, ander gesprek tussen bewoners en raadsleden, andere rol van de griffie, andere manier waarop de burgemeester de raadsvergaderingen leidt (waarbij er overigens best wel wat valt te zeggen om de gemeenteraad een eigen voorzitter te geven; dat is dan wel weer echt een structuurverandering[1]), andere manier waarop ambtenaren omgaan met burgerinitiatieven, andere manier waarop wethouders naar buiten treden en een gesprek aangaan met bewoners, enzovoort.

DEMOCRATIE NABIJ & LOKALE HELDEN
Vanuit het programma Lokale Democratie in Beweging is een groep mensen gedurende vier maanden ondersteund bij hun initiatief om de lokale democratie te verbeteren door middel van het DNa-lab (DNa staat voor Democratie Nabij). Deze vernieuwers zijn onder andere ambtenaren die nieuwe gesprekken met bewoners vormgeven, raadsleden die anders debatteren en inwoners die bij de gemeente ruimte maken voor hun betrokkenheid.
Over de idealen, frustraties en nieuwe inzichten van de negentien vernieuwers die aan het DNa-Lab deelnamen, hebben wij een reeks artikelen geschreven: in vijf korte verhalen en acht dwarsblikken, leest u meer over de avonturen van de lokale helden van nu. De verhalen zijn niet één op één op de vijf bijeenkomsten en deelnemers van het DNa-Lab gebaseerd. Zonder deze bijeenkomsten hadden deze verhalen echter niet verteld kunnen worden.
Deze reeks wordt  op platform O gepubliceerd. 
Wij nodigen lezers uit op deze verhalen en dwarsblikken te reageren. Uw reacties verwerken wij in de definitieve artikelen en in een slotbeschouwing die eind september op papier (analoog) door het programma Lokale Democratie in beweging zal worden gepubliceerd.

Het onderscheid tussen andere regels en ander gedrag lijkt misschien triviaal, maar is juist uitermate belangrijk. Om twee redenen. Ten eerste is een agenda van andere democratische instituties een heel andere agenda dan een agenda van ander democratisch gedrag. Wie gaan we beïnvloeden, welke coalitie is nodig om een resultaat te boeken en wat is een gewenste uitkomst? Voor die vragen maakt het nogal uit of we ander gedrag willen of andere spelregels. Het maakt ook uit voor het revolutionair elan waarmee we de zaak willen aanpakken: ‘herontwerp’ is wel een zware term als je de structuren wilt behouden en alleen ander gedrag wenst. De tweede reden is inhoudelijker. Blijkbaar maakt het gedrag binnen de instituties veel verschil. Dit is cruciaal omdat het een zekere bescheidenheid impliceert waar het gaat om het effect van nieuwe spelregels. Als bestaande kaders kunnen profiteren van ander gedrag, kunnen nieuwe kaders er ook last van hebben als dat gedrag er niet is. Dan vereist bijvoorbeeld een referendum ook een bepaalde sfeer, cultuur en gebruikersattitude om een kwalitatief hoogwaardig democratisch instrument te kunnen zijn. Zouden we die sfeer, cultuur en gebruikersattitude niet ook kunnen creëren binnen bestaande kaders? Dat ons gedrag uitmaakt, is ook onrustbarend: blijkbaar zijn de regels maar een deel van het democratisch bouwwerk en is het functioneren voor de rest afhankelijk van onze goede zin en wil. Dat, terwijl we meestal denken dat de democratische rechtsstatelijke structuren onze buffers zijn tegen onwelkome machtsuitoefening.

Afijn, als de democratische verbouwing eigenlijk niet gaat om de structuren, maar om democratisch gedrag binnen bestaande structuren dan wordt het interessant om te kijken naar de manier waarop we dat gedrag ondersteunen en cultiveren. Hoe ondersteunen we bijvoorbeeld onze raadsleden, griffies, ambtenaren, burgers, burgemeesters en wethouders om het democratisch potentieel van hun rol en functie maximaal te benutten? Als we dat beter doen, versterken we dan niet gelijk het democratisch kaliber van onze bestaande institutionele setting?

Nu vallen twee dingen op. Ten eerste was in bijna elk initiatief binnen ons DNa-lab een belangrijke vraag: ‘Hoe krijgen we de raad mee’? Een vraag die de raad suggereert als een lastige, onberekenbare hobbel, waarvan de meerwaarde niet bepaald duidelijk is. Ten tweede dat de raad vooral als ‘lastig’ wordt gezien als het gaat om dingen waar iedereen het over eens is. Maar democratie wordt pas spannend als het gaat over dingen waarover inwoners het niet met elkaar eens zijn. En dan ineens wordt wel de meerwaarde gezien van de gemeenteraad. Want dan is gesprek nodig met een waarachtige afspiegeling van de bevolking, een gesprek op een schaal en met een betrokkenheid die het mogelijk maakt om vreedzame modus vivendi te vinden voor de issues die ons verdelen.

Investeren in democratisch gedrag zou dus kunnen beginnen met ons (lokaal) democratisch bestel wat serieuzer te gaan nemen. Raadsleden in onze sessies geven aan dat ze maar zeer beperkt tijd hebben voor hun werk en dat die tijd vooral opgaat aan het lezen van stukken en voorbereiden van de zittingen. Bij de meeste raadsleden moet alleen daar al veel vrije tijd ingestoken worden. De vergoeding is niet toereikend (en ook niet bedoeld) om het raadslidmaatschap voltijds uit te kunnen oefenen. Te weinig tijd gaat eens te meer gelden als we van raadsleden verwachten dat ze goed en uitgebreid communiceren met de bevolking, dat ze experimenteren met de mogelijkheden die nieuwe media op dit gebied beloven, dat ze op zoek gaan naar kennis en ervaring op het gebied van gespreks- en interactievormen die hun kiezers het gevoel geven dat ze daadwerkelijk vertegenwoordigd worden, dat ze zich bekwamen in gesprekstechnieken waardoor ze het maximum uit een bijeenkomst kunnen halen, dat ze gezamenlijk met hun politieke tegenstanders reflecteren op de manier waarop de volksvertegenwoordiging functioneert, etcetera. Dat er met de decentralisaties van allerlei taken naar de gemeente ook meer last op de schouders van raadsleden is gekomen, onderstreept de noodzaak van volwaardige vergoeding en zwaardere ondersteuning van hun werk. Bij de ondersteuning van de raad speelt de griffie een centrale rol. In hun huidige vorm bestaan griffies pas sinds 2002 als professionele ondersteuning voor de gemeenteraad. Er lijkt veel ruimte om deze functie verder te ontwikkelen. Griffies verschillen nu al in de mate waarin ze alleen administratieve of ook meer inhoudelijke ondersteuning bieden aan de raad. Meer griffies zouden zich kunnen bekwamen in het steunen van de raad in zijn interactie met de bevolking. Misschien kunnen griffies ook de informatiepositie van de raad versterken door een onderzoeksfunctie aan de griffie toe te voegen.

De ronkende taal van democratische vernieuwing, herontwerp en alternatieven suggereert ten onrechte dat het bestaande model is uitontwikkeld en voorbij houdbaarheid te zijn. Er lijken juist veel mogelijkheden om het bestaande model van representatie te versterken en tot wasdom te laten komen. Dat zou weleens veel van onze democratische wensen en verlangens kunnen inlossen.

Footnote

[1] Zie bijvoorbeeld: J. Hoebink en D. Piras, “Gun gemeenteraad een onafhankelijke voorzitter”, Trouw, 28 januari 2014, blz. 17.

Dit artikel is onderdeel van een reeks over de vernieuwing van de lokale democratie (zie kader). Lees hier de andere gerelateerde artikelen:

Het bevlogen raadslid uit Abbekerk
De ervaren wethouder
Spreken over de kwaliteit van democratie
Kraamkamer voor lokale democratie
Over kwaliteit van samenleven
Participatie als spiegelpaleis
De vreemde eend
Hoe krijgen we de raad mee?

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Krijn van Beek
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*