Over kwaliteit van samenleven


Als de kinderen in de sportleeftijd komen, ziet een aantal vaders in Amsterdam-West de bui al hangen: twee keer per week met de auto naar het Amsterdamse bos (voor wie de situatie niet kent: ver weg!) om daar de kinderen te laten hockeyen. Een paar vaders neemt het initiatief voor een nieuwe hockeyvereniging die op fietsafstand van Amsterdam-West moet komen. Ze hebben ook een plek in gedachten: een zieltogend sportpark waar een failliete voetbalvereniging het veld ongebruikt laat. Al snel komen zij in onderhandeling met het stadsdeel dat zou moeten bijdragen aan de aanleg van het hockeyveld (in Amsterdam kunnen verenigingen niet zelf velden aanleggen).

DEMOCRATIE NABIJ & LOKALE HELDEN
Vanuit het programma Lokale Democratie in Beweging is een groep mensen gedurende vier maanden ondersteund bij hun initiatief om de lokale democratie te verbeteren door middel van het DNa-lab (DNA staat voor Democratie Nabij). Deze vernieuwers zijn onder andere ambtenaren die nieuwe gesprekken met bewoners vormgeven, raadsleden die anders debatteren en inwoners die bij de gemeente ruimte maken voor hun betrokkenheid.
Over de idealen, frustraties en nieuwe inzichten van de negentien vernieuwers die aan het DNa-Lab deelnamen, hebben wij een reeks artikelen geschreven: in vijf korte verhalen en acht dwarsblikken, leest u meer over de avonturen van de lokale helden van nu. De verhalen zijn niet één op één op de vijf bijeenkomsten en deelnemers van het DNa-Lab gebaseerd. Zonder deze bijeenkomsten hadden deze verhalen echter niet verteld kunnen worden.
Deze reeks wordt op platform O gepubliceerd. 
Wij nodigen lezers uit op deze verhalen en dwarsblikken te reageren. Uw reacties verwerken wij in de definitieve artikelen en in een slotbeschouwing die eind september op papier (analoog) door het programma Lokale Democratie in beweging zal worden gepubliceerd.

De dagelijks bestuurder in het stadsdeel komt voor een lastige keuze te staan. Aan de ene kant: fijn dat burgerinitiatief. Maar tegelijk betekent dit hockeyveld dat tonnen van zijn sportbudget gaan ‘verdwijnen’ naar kinderen die tot nu toe op eigen kracht elders in de stad onderdak vonden. Dat geld kan dan niet worden besteed aan jongeren uit het stadsdeel die niet op eigen kracht tot sporten komen, bijvoorbeeld omdat daar thuis geen geld voor is.

De vraag die de vaders aan de bestuurder stellen, is om hun initiatief te honoreren. De vraag waar de bestuurder uiteindelijk een antwoord op moet geven is of dit (zijn idee van) het publiek belang dient. Hoe het ook zij: burgerinitiatieven die erop zijn gericht de kwaliteit van de publieke ruimte te vergroten, vallen niet per se samen met een grotere democratische kwaliteit. Over dat verschil gaat dit artikel.

Veel initiatieven op het gebied van democratische vernieuwing gaan ervan uit dat mensen weten wat goed voor ze is, dat ze – als ze kans krijgen – het met elkaar eens zullen zijn, en dat ze – als ze de ruimte krijgen – dat samen zullen gaan realiseren. Het is een hoopvol mens- annex samenlevingsbeeld dat hieraan ten grondslag ligt. Helaas vermoedelijk tenminste voor de helft niet juist. Het omgekeerde kan namelijk ook. Dat mensen graag een hoop bier drinken, ook al weten ze dat dat niet goed voor ze is. Dat ze het niet met de ander eens zijn, domweg omdat de ander nu eenmaal een ander is. Dat ze als ze de kans zouden krijgen er in eendrachtige democratische tweespalt een potje van kunnen maken. En dat als ze een hockeyveldje wensen, ze mensen tegenover zich kunnen vinden die naar iets anders streven. Het interessante van democratie is dat het allemaal voorkomt. Dit leidt tot aanzienlijke dilemma’s. Waarom werd dat mooie burgerinitiatief waar toch iedereen voor was, nou toch onmogelijk gemaakt door die ene bewoner die maar bleef doorprocederen op basis van geluidsoverlast die er toch duidelijk helemaal niet zou zijn? Is dat het falen van de democratie? Of juist het succes? En wat denken we van die straat waarvan de bewoners unaniem voor het kappen van de statige bomen kozen? Tja, die bomen zijn nu weg. Is dat een succes van de democratie? Of juist het falen ervan?

Als we het idee van democratie letterlijk nemen in de zin dat het volk soeverein over zichzelf mag regeren, dan moeten we accepteren dat de kwaliteit van de uitkomst weinig zegt over de kwaliteit van de democratie. Als soevereine kiezers mogen we immers dingen over onszelf afroepen die niet goed zijn, hebben we het recht verworven om willens en wetens domme dingen te doen. Onze rechtsstatelijke beginselen zorgen gelukkig wel voor een zekere begrenzing van de domme dingen die we misschien wel zouden willen uitspoken. Die beginselen behoeden ons ervoor elkaar onherstelbare schade te berokkenen, die behoeden ons voor een kwaadaardige aanwending van overheidsmiddelen en bieden ons de garantie dat zelfs als we de slechtst denkbare leiders kiezen, we die na verloop van hun termijn ook weer weg kunnen stemmen. Maar ze garanderen geen samenlevingskwaliteit.

‘Als soevereine kiezers mogen we dingen over onszelf afroepen die niet goed zijn’

Bij samenlevingskwaliteit denken we aan het vermogen om in de publieke ruimte te doen wat goed is in de ogen van de betrokkenen. Wij zien veel initiatieven die als doel hebben om juist die kwaliteit te versterken, samen zonnepanelen realiseren, speelplekken zo inrichten dat ze meer gebruikt worden, etcetera. Democratische kwaliteit gaat over de redenen om gemeenschappelijke keuzes (goede en verkeerde) te accepteren. Het gaat om het geheel aan gevoelens en argumenten dat ligt onder de zin: ‘Ik ben het er niet mee eens. Ik vind het inhoudelijk een slecht besluit, maar ik accepteer het besluit zonder verder voorbehoud.’ Die gevoelens en argumenten ontstaan vaak op het niveau van bedoelingen: als we de intenties van elkaar kennen en respecteren, ontstaat ruimte voor verschil. Ze gaan ook verloren op het niveau van bedoelingen, zoals de vaders uit het beginvoorbeeld die zich onvoldoende erkend voelden in hun bedoeling om sport letterlijk en figuurlijk beter bereikbaar te maken van sportende kinderen.

Om ten slotte terug te keren naar het dilemma van de stadsdeelbestuurder aan het begin van dit stukje: misschien had de stadsdeelbestuurder de enthousiaste vaders wel deelgenoot kunnen maken van zijn lastige afweging. Misschien hadden zij in hun enthousiasme dan ook wel iets kunnen verzinnen dat niet alleen hun eigen hockeykinderen, maar ook de anderen in de buurt zou hebben meegenomen. Misschien is dat zelfs intussen wel gebeurd.

Dit artikel is onderdeel van een reeks over de verbetering van de lokale democratie (zie kader). Lees hier de andere gerelateerde artikelen:


Het bevlogen raadslid uit Abbekerk
De ervaren wethouder
Spreken over de kwaliteit van democratie
Kraamkamer voor lokale democratie
Participatie als spiegelpaleis
De vreemde eend
Hoe krijgen we de raad mee?
Onze democratische instituties een beetje serieus nemen

Vond je dit artikel interessant? Lees alle artikelen van: Krijn van Beek en Henk Gossink
Deel dit artikel

Er zijn nog geen reacties op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*