Rien Fraanje
Secretaris-directeur van de ROB
Rien Fraanje is sinds 1 maart 2017 secretaris-directeur van de Raad voor het Openbaar Bestuur. Daarvoor was hij directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA. Eerder werkte hij als journalist bij de Staatscourant en consultant bij Berenschot. Van 2009 tot en met 2013 was hij al als stafmedewerker verbonden aan de Raad voor het openbaar en de Raad voor de financiële verhoudingen. In die tijd schreef hij voor de Raad onder meer Vertrouwen op democratie (2010) en Loslaten in vertrouwen (2012).
Alle publicaties van Rien Fraanje
-
In de afgelopen vijf jaar heeft in binnen- en buitenland een roep geklonken om democratische vernieuwing. Initiatieven van onderop willen dit voor elkaar krijgen, maar het politieke establishment kent een gebrek aan wil of urgentie, constateert Rien Fraanje. ‘Politieke machthebbers zijn sceptisch over nut en noodzaak van democratische vernieuwing, maar die gaat wel onverminderd door.’...
-
De aanpak van de coronacrisis door het openbaar bestuur oogst tevredenheid en lof, maar tegelijkertijd zijn er zorgen over de democratische legitimatie en rechtsstatelijke borging van veel genomen maatregelen. Dat zijn de gemene delers van de reader ‘Het openbaar bestuur voorbij corona’, waarin ruim dertig auteurs hun visie op het openbaar bestuur tijdens de coronacrisis...
-
Met decentralisatie van taken neemt de urgentie om kennis te delen toe. Hoe krijgen we de juiste kennis bij de mensen die voor ons de belangrijke beslissingen moeten nemen? Het decentraal bestuur heeft sinds het begin van deze eeuw flink aan belang gewonnen: het Rijk heeft in verschillende etappes tal van taken gedecentraliseerd naar provincies...
-
Als garantie voor democratische borgingHet eerste advies waaraan ik als stafmedewerker van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in 2009 mijn bijdrage mocht leveren, ging over het zogenoemde tweebestuurslagenprincipe. Het vierde kabinet-Balkenende had zichzelf ten doel gesteld om bestuurlijke drukte en administratieve lasten te verminderen. Daarom had het dit principe omarmd: over elke taak mochten maximaal twee bestuurslagen...