Een recensie schrijven over het nieuwste boek van je baas, in dit geval directeur-generaal Mobiliteit Mark Frequin, kan dat eigenlijk wel? Ben je niet geneigd om het boek de hemel in te prijzen en kritische opmerkingen achterwege te laten, hopend op een schouderklop (of meer)? Of om juist een paar speldenprikken uit te delen als wraak omdat hij jouw adviezen altijd in de wind slaat? Ik moet eerlijk zeggen dat ik twijfelde of ik dit wel moest doen, want hoe geloofwaardig ben je dan nog als recensent? Het thema – tevens titel van het boek- Tegenspraak graag, sprak mij echter dermate aan dat ik bereid ben het risico te nemen.
Dinsdag 30 januari jongstleden presenteerde Mark Frequin zijn boek in zijn eigen Reuring!Café, waarna hij over het onderwerp in gesprek ging met (voormalig) bestuurders Liesbeth Spies, Jacques Wallage, Stef Blok en Roel in ’t Veld. Voor laatstgenoemde heb ik overigens in het verleden ook nog gewerkt, maar in die dagen was ik nog te bleu om tegen mijn bazen in te durven gaan. Tegenwoordig gaat tegenspreken me iets makkelijker af, maar wie nu verwacht dat ik hier een staaltje van mijn kunnen geef moet ik helaas teleurstellen. Ik vind Tegenspraak graag namelijk oprecht een goed boek.
‘Ambtenaren hebben zelfs de plicht een minister tegen te spreken’
Evenals zijn twee eerdere boeken Ja Minister, Nee Minister en Op de tandem met ministers gaat Tegenspraak graag over de samenwerking tussen ministers en hun (top)ambtenaren. Van ambtenaren wordt verwacht dat zij ministers steunen. Het bieden van tegenspel, mits dat binnenskamers gebeurt, hoort daarbij. Ambtenaren hebben zelfs de plicht een minister tegen te spreken, als zij denken dat een beslissing desastreus zal uitpakken.
Maar ook al roepen ministers nog zo hard dat ze niet omringd willen worden door ja-knikkers, in de praktijk kan het bieden van tegenspraak lastig zijn. ‘Omdat de ontvanger er niet op zit te wachten, ofwel omdat de informatie die je verstrekt vervelend nieuws bevat, ofwel omdat je niet zeker bent van je zaak’, aldus Frequin. Zo herinnert hij zich nog goed dat hij een minister, die op het punt stond de Tweede Kamer in een debat te vertellen dat de spoorzaken op orde waren, moest vertellen dat er sprake was van overschotten en tekorten. Nog vervelender was dat hij op dat moment nog niet wist hoe groot deze waren. Wat tegenspreken natuurlijk extra spannend maakt zijn de machtsverhoudingen: de persoon die je tegenspreekt is tegelijk degene die jou kan maken en breken.
Dat Frequin een vlotte pen heeft, bewees hij al met zijn eerdere boeken. Saai wordt het (bijna) nooit. In Tegenspraak graag kiest hij echter voor een andere vorm: ‘korte verhaaltjes’, zoals hij ze zelf noemt. Een verstandige keuze, wat mij betreft. Had hij in Ja minister, nee minister nog weleens de neiging om in herhaling te vallen en in Op de tandem met ministers te veel in één keer te willen vertellen, in Tegenspraak graag is daar geen sprake van. Het helpt ook dat hij één thema bij de kop vat, dit in een kader plaatst en het vervolgens van verschillende kanten belicht. Of hij je nu meeneemt langs de verschillende ministeries waar hij de afgelopen dertig jaar werkzaam is geweest of naar de wereld daarbuiten, zoals een loodzware beklimming van de laatste helling van de Mount Everest, tot op de laatste bladzijde weet hij zijn lezers te boeien. Zonder zich te verliezen in overbodige details. Puntige zinnen, treffende beeldspraken, een vleugje humor, in Tegenspraak graag is de schrijver Mark Frequin op z’n best.
Het boek maakt duidelijk dat tegenspraak geven belangrijk is voor het functioneren van een organisatie, of dat nu een ministerie is, een bank of een koekjesfabriek. Of dat nu gebeurt in de hoogste regionen of op de werkvloer. Medewerkers moeten zich vrij voelen om tegen te spreken en – niet onbelangrijk – de ontvangers van tegenspraak moeten daar ook voor openstaan. Tegenspreken gaat niet vanzelf. Het is iets wat je moet leren en vooral veel moet oefenen. Maar het belangrijkste is dat we er met elkaar veel over praten, zodat tegenspreken even normaal wordt als ja-knikken. Dit boek kan daarbij helpen.
Christian van den Berg
Gemeentesecretaris zegt
Leuk artikel. Nodigt uit om het boek te lezen, vooral omdat het voor ambtenaren steeds belangrijker wordt om (in een tijd dat de relatie tussen maatschappelijke partijen, bestuurders en ambtenaren steeds opener wordt) goed tegenspel te kunnen bieden.
Jozef Kok
Tensor zegt
Leuk! Heb zelf m’n eerste oefening in tegenspraak mogen beproeven op Mark Frequin himself, toen hij nog directeur PO was op OCW. Met boeiende sessies op de Narwal met Berthold Gunster: Ja, maar… dat PMPO gaat toch niet op onze stoel zitten?